HEEMLAND 1991-96

'Forum voor nederlandse politiek'

 




Naar de hoofdbladzijde van Heemland

of naar Heemland Archief

of naar Heemland 1997 of  Heemland 1998, 09-12


       

HEEMLAND 1991:

jaren 1991-96, nummers 01-08

 

 

 

 

HEEMLAND 01 (januari 1992):

Ten geleide

Beschouwingendoor Mart Giesen

 

 

HEEMLAND 02 (zomer 1992):

Beschouwingendoor Mart Giesen

 

 

HEEMLAND 03 (kerst 1992):

Randstad, provincies of landsdeel ?door Mart Giesen

 

 

HEEMLAND 04 (lente 1993):

Ten geleide

Beschouwingen
door Mart Giesen

 

 

HEEMLAND 05 (zomer 1993):

Ten geleide

Beschouwingendoor Mart Giesen

Uit de provincie—door Linda Gouderak

 

 

HEEMLAND 06 (lente 1994)

Ten geleide

Beschouwingendoor Mart Giesen

 

 

HEEMLAND 07 (zomer 1994)

Ten geleide

Uit de provinciedoor Linda Gouderak

Beschouwingen: Partijpolitiek: de ‘Centrumdemocraten’door Mart Giesen

Woningnood—door Linda Gouderak

 

 

HEEMLAND 08 (lente 1995)

Ten geleide

Beschouwingendoor Mart Giesen

Terugblik

 

 

(zomer 1996)

Multiculturele zegeningendoor Mart Giesen

 

 

(zomer 1997)

Neergang der Janmaat-CD

Geen debat bij de Janmaat-CD

Nationaal verzet

 

 

Noot:

Vanwege de grote overlap in tekst zijn de meeste "Ten geleide"- artikelen  niet opgenomen. Ook zijn er van de "Uit de provincie"-artikelen slechts enkele geplaatst. 

Destijds diende het tijdschrift Heemland er voornamelijk voor om politieke verantwoording over het werk van de statenfractie van de Centrumdemocraten af te leggen naar de partijleden toe. Met nadruk zij er alhier op gewezen dat grote delen van de Heemland-nummers 01-08, die in elk nummer vermeld stonden onder de rubrieken "Notulen Provinciale Staten" (compilaties van provinciale verslagen van Zuid Holland met letterlijke teksten van het gezegde tijdens vergaderingen) en "Persspiegel" (krantenknipsels gebruikt als belichting op het besprokene in de Staten- en commissievergaderingen), niet op deze internetwebstek van Heemland zijn opgenomen. Hiervoor zal de geinteresseerde lezer de oorspronkelijke Heemland-uitgaven moeten raadplegen, benevens de provinciale notulen zelf en de verslagen van de commissievergaderingen van de provincie Zuid Holland.

Het tijdschrift Heemland droeg destijds als ondertitel: ‘tijdschrift voor centrumdemocratische politiek’, hiermee werd aangegeven dat het bedoeld was voor een ieder die zich kon vinden in een politiek die niet ‘rechts’ of links’ gericht was maar in de breedte en op het midden. 
Bovendien werd hiermee verwezen naar de politieke partij Centrumdemocraten, die destijds nog verondersteld werd die bedoeling te hebben; deze verwijzing schiep tenslotte slechts nodeloze verwarring toen de CD onder Janmaat deze bedoeling niet (meer) bleek te hebben

 



HEEMLAND 01 (januari 1992)

 

TEN GELEIDE

 

Geachte lezer,

Voor U ligt het tijdschrift Heemland, dat voorziet in een blad voor allen, die met ons van overtuiging zijn, dat elk land een eigen tehuis, een eigen heem dient te bieden voor zijn inheemse bevolking , ook in het oude werelddeel Europa.

Wij vinden dat Nederland er in de eerste plaats is voor ons, Nederlanders, dat Nederland ons heemland is en niet zomaar een woonland voor verschillende volken en groepen die hier neer willen strijken.

In dit blad zullen we aandacht schenken aan het streven van regionaal- en nationaalgezinde stromingen in de lage landen bij de zee, die zich inzetten voor herstel en behoud, versterking en ontplooiing van de Nederlandse identiteit en integriteit. Voor Nederland is zo'n toonaangevende stroming de politieke partij Centrumdemocraten.

Van het politiek werk van de statenfractie der Centrumdemocraten in de provincie Zuid-Holland wordt verslag gedaan. De rubrieken "Uit de provincie" en "Notulen Provinciale Staten" mogen U een indruk geven van onze werkzaamheden.
De provincie voert als intermediaire en regionale bestuurslaag meestal geen zelfstandig beleid.

We zullen de politiek dan ook in een ruimer verband, nationaal en eventueel internationaal belichten. De rubriek "Beschouwingen" zal commentaar van de redactie bevatten over onderwerpen van algemeen belang en de rubriek "Persspiegel" geeft U een kleine keus aan knipsels uit de dagbladpers van de voorbije maanden.

We leven in een tijdperk van grote veranderingen op velerlei gebied, welke wijzigingen lang niet allemaal door ons als opbouwend aangemerkt kunnen worden beschouwd vanuit onze idealen van behoud van eigenheid en zelfbeschikking der Europese volkeren. We hopen dat deze waarden meer dan voorheen tot hun recht zullen komen. Een beslissende wending in het politiek denken, in een voor ons gunstige richting, lijkt dichterbij dan ooit.De leefbaarheid van Nederland en omliggende landen in maatschappelijk en landschappelijk opzicht verdient een gunstige wending


De redactie 

 

 

HEEMLAND 01 (januari 1992)

 

BESCHOUWINGEN

 

Het jaar 1991 is een nationaal en internationaal bijzonder roerig jaar geweest. De Golf-oorlog, ingezet in het najaar van 1991 om de internationale wereldorde, onder supervisie van V.N. en V.S., te bevestigen heeft allerminst geleid tot meer democratie in het desbetreffende subcontinent. Saddam Hoessein kan weer doorgaan met zijn onderdrukkingspraktijken tegen Koerden en Sjiïeten.

Het olie-sjeikdom Koeweit is weer werkzaam voor de internationale olie-industrie; de oude hiërarchie is hersteld. De critici van het Golf-experiment, in Frankrijk: Jean-Marie le Pen, in Nederland : Hans Janmaat, blijken achteraf het gelijk aan hun zijde gekregen te hebben.; Amerikaans machtsprestige is de alles beheersende factor geweest.

De Sovjet-Unie is uiteen gevallen; een proces dat aanzienlijk versneld is door de coup van Jajanev en de zijnen. Naar de echte toedracht van zaken rond Gorbatsjov blijft het gissen. Jeltsin, de nieuwe ongekroonde tsaar van Rusland, is in het machtsvacuüm gesprongen en is met ijzeren hand de oude garde aan het uitrangeren. Een gemenebest van Euro-Aziatische staten vervangt de oude Sovjet-Unie.

Vooralsnog blijft het afwachten hoe de machtspolitieke en militaire verhoudingen zich zullen ontwikkelen. Ondertussen is de economische plan-economie in een dramatische chaos verandert, waarbij het Westen geconfronteerd wordt met beelden van schrijnende armoede in een bar klimaat.

De aanvankelijk vooral zeer positieve herleving van het nationalisme in de Baltische staten en andere republieken van het Oostblok heeft helaas ook enige bloedige etnische conflicten opgeleverd in Moldavië en Azerbeidzjan. Het toppunt van bloedig treffen tussen broedervolken leveren Serven en Kroaten, alle diplomatieke tactische interventie lijkt tot falen gedoemd; het zondermeer erkennen van het zelfbeschikkingsrecht van volkeren als princiep zou uitgangspunt moeten zijn, maar juist daar is geen zicht op bij een internationaal volkenrecht dat uitgaat van niet-inmenging in binnenlandse aangelegenheden van staten, al worden de rechten van inheemse minderheden met voeten getreden. Overigens moeten wij in West-Europa voorzichtig zijn met ons commentaar hierop. Te verwijzen valt naar de reeds tientallen jaren slepende Ierse kwestie, waar ook geen antwoord op komt.

Binnenlands is Nederland opgeschrikt door socialistisch-christelijke regeringsbesluiten van het CDA-PvdA kabinet Lubbers 3. Tijdens de kabinetten Lubbers 1 en 2 is de staatsschuld gestegen tot ruim boven de 300 miljard gulden. Deze kabinetten hadden het zogenaamd zo zuinig mogelijk aan gedaan, er is fors gesneden in het rijksambtenaren-apparaat met 20.000 banen, uitkeringen zijn lang bevroren geweest. Je zou zeggen, dat Nederland er financieel-economisch florissanter bij had moeten staan bij het aantreden van kabinet Lubbers 3. Maar ook de CDA-VVD kabinetten hebben potverteerd; de WIR is totaal uit de klauwen gelopen, de afbraak van werkgelegenheid is groot geweest, de voortijdige uitstoot van arbeidskrachten is navenant geweest.

Minister van Financiën Kok probeert als een echte boekhouder-rekenmeester weer enige orde op zaken te krijgen in de nalatenschap van Ruding. Maar hij kan niets anders verzinnen dan op "rooftocht" gaan langs de mensen. De huren worden met 5,5 % verhoogd, het huurwaardeforfait wordt drastisch verhoogd, de alleenstaanden worden middels belastingherziening afgeroomd, de prijsstijgingen in het openbaar vervoer en tarieven van de nutsbedrijven, en de milieuheffingen vliegen de pan uit. En dan komt de aanslag op de weerlozen. Mensen die om wat voor reden dan ook in de WAO zitten, wordt de wacht aangezegd. Zij moeten inleveren; terwijl ze niets meer aan hun situatie kunnen doen, wordt hun op termijn bijstand voorgehouden. Het protest tegen deze inhumane, anti-sociale voorstellen is er dan ook naar en de plannen worden enigszins verzacht. De PvdA kan electoraal haar winst uittellen; in de opiniepeilingen wordt dit verraad aan de traditionele achterban afgestraft. Maar hoe lang werkt het geheugen van de mensen door als er straks, dat is pas in 1993, nieuwe Tweede Kamer-verkiezingen komen. De overheid is inflatie-maker nummer één geworden, de inflatie is 5 % en de staatsschulden worden automatisch minder.

Het plan Simons zal het inkomen van mensen met een bovenmodaal inkomen fors afromen, een toename van de premies met f 1000,- per jaar wordt geen uitzondering. Bovendien worden er, weer vanuit socialistische kring, plannetjes bedacht om kinderbijslag en AOW afhankelijk te maken van de rest van het inkomen, de AWW is al voorgegaan door de wijziging in de ANW. U mag tientallen jaren middels het omslagstelsel fors premie betaald hebben aan de AOW, als U te zijner tijd aan de beurt denkt te komen, mag U er naar fluiten. Nederland heeft het geld nodig voor andere dingen: het milieu, het multicultureel maken van de samenleving, het arbeidsvoorzieningsbeleid voor allochtonen, het meedoen in de Europese concurrentieslag met lage lonen. Als U protesteert, wijst de gevestigde politiek U op de zo "verschrikkelijk noodzakelijke" Europese eenwording en internationale verdragen waar Nederland aan "vastzit". Brussel, Straatsburg en New York beslissen straks voor en over U.

De Centrumdemocraten staan een ander beleid voor. Geen ontmanteling van de nationale souvereiniteit. Waar dat toe leidt, leert ons de Sovjet-Unie en wellicht straks de Verenigde Staten welke veranderen in staten met veel armoede en massale werkloosheid, slechte infrastuctuur, afgedwongen multinationaliteit en opgedrongen amerikanisering elders. De CD staat voor een confederaal Europa, met zoveel mogelijk handhaving van de eigen nationale souvereiniteit en behoud van identiteit, en is voorstander van een harmonieuze samenleving in cultureel relatief homogene staten zonder grote sociale ongelijkheid, waarin men zich waarlijk burger voelt van zijn land, en welzijn en geluk van het eigen volk bij de overheid voorop staan.

 

 

HEEMLAND 02 (zomer 1992)

 

BESCHOUWINGEN

Terwijl de heer F. Bolkestein meent met besmuikte onderwerpen als vrouwenbesnijdenis en gezinshereniging op basis van polygamie de taboes in Nederland over immigratie en verblijf van buitenlanders te doorbreken, wordt volledig voorbijgegaan aan de voorhoede-rol, die in ons land op dit terrein van taboedoorbreking toevalt aan de centrumdemocraten. De strijd, die zij geleverd hebben om vraagstukken bespreekbaar te krijgen in de publieke opinie, heeft henzelf veelal figuurlijk de kop gekost, niet in de laatste plaats door de geringe steun en vaak volledige tegenwerking en doodzwijging vanuit het rechts-liberale kamp, waar het 'bon ton' is om tegelijk af te geven op "de buitenlanders" en op die "verwerpelijke" centrumpartij of centrumdemocraten, waar zij die de conversatie voeren, toch wel ver boven zouden staan.

Het is de VVD geweest, die naar onze mening met verregaande wankelmoedigheid, onnadenkendheid en misplaatste bekommernis om een progressief imago door de heer H. Wiegel, als minister van Binnenlandse Zaken en wijlen mevrouw A. Kappeyne van de Copello, als staatssecretaris, het kiesrecht voor gemeenteraden aan buitenlandse ingezetenen weggegeven heeft.

Wellicht was het de bedoeling om het door centrumdemocraten ingezette verzet tegen de immigraties zodoende op plaatselijk nivo te breken. Ook getalsmatig krijgen de buitenlanders en hun zaakwaarnemers en handlangers alle kansen om de Nederlanders, die nog tegensputteren, te overstemmen. Van de van oudsher zeer Haagse schilderswijk is weinig meer over, wat de Haagse aard verraadt. De vroegere bewoners zijn uit de wijk verdreven en het stemmen-percentage op de CD is laag geworden.

De wens, die "verfoeide" centrumdemocraten voorgoed te laten verdwijnen, leek werkelijkheid te gaan worden. Politieke oppositie, hoe gering ook, leek de mond gesnoerd. Een- of tweemansfracties in kamer, raden of staten zijn van weinig invloed en kunnen in ieder geval genegeerd worden.

Vanwaar dan toch de actie van Bolkestein ? Een argument,- er zijn waarschijnlijk meer redenen -, ligt in aanhoudend gemor in de eigen gelederen, bij de eigen conservatieve achterban. Wegloop van trouwe leden en kleine oppositie van splintergroepen als Realisten Nederland en het immer aktieve Oud Strijders Legioen. Daarenboven zijn in brede lagen van de bevolking de ogen geopend, dat de immigraties nu echt permanent zijn en van bizonder grote omvang zullen blijven.

Men kan er, ook in de VVD, niet meer omheen. De immigraties en de voortdurende druk, die deze met zich meebrengen op allerlei voorzieningen van gezondheidszorg tot woningbouw houden de gemoederen danig bezig. De aanslag op het inkomen, naast andere faktoren ook door het oplopen van de kosten ten gevolge van de immigraties, ontgaat nederlanders niet meer.

Dit materieel moeten inleveren is iets, waar voor velen toch wel een heel gevoelige snaar ligt. Het absurde oplopen van ondermeer de ziektekostenpremies treft ook de bemiddelde, redelijk geslaagde, bovenmodale belastingbetaler. Mensen, die doorgaans weinig van politiek moeten hebben en politici vaak slechts zakkenvullers vinden, moeten binnenboord gehouden worden; zo zal de heer Bolkestein ongeveer gedacht hebben, toen hij zijn discussies begon. Angst om de angst, die nederlanders door de immigraties bevangt en hen misschien op de principieel nationaalgezinde politieke partij, de Centrumdemocraten zou doen stemmen.

Naar het buitenland kijkend, kon die angst alleen maar groter worden. De verkiezingssuccessen van zulke partijen, als in Duitsland de Republikaner en de DVU, in Frankrijk het Front National, in Italie de Lega Lombarda, in Oostenrijk de liberale FPO waren tekenen aan de wand, die de bezorgdheid in de rechtse gelederen van VVD en CDA nog meer zal hebben aangewakkerd. Druk genoeg dus op de VVD om de discussies eindelijk open te stellen en wellicht nog velen met deze thematiek tot stemmen op de VVD over te halen.

De CD is niet rouwig om het besloten nationale minderhedendebat. Dat zal de CD geen windeieren leggen. Het lijkt erop, dat er een trouwe aanhang van de partij is, die zich in het geheel niet van de wijs laat brengen. Gelukkig blijkt er best het besef te leven, dat de VVD deze hele discussie alleen maar begonnen is voor eigen gewin, om stemmen binnen te halen, en niet om principiële redenen, niet om echte bezorgdheid.

Het authentieke, originele antwoord werd allang door de voormalige Centrumpartij gegeven, en dat antwoord weet de burger voortgezet bij de CD.

Het halfslachtige politieke alternatief, dat de VVD lijkt te willen spelen, zal niet werken bij mensen, die echt zorgen hebben om de toekomst van Nederland. De VVD is hierin in het verleden onbetrouwbaar gebleken. De VVD heeft ook nauwelijks antwoorden behalve het bekende integratie-verhaal. Met dat antwoord schiet Nederland niets op. Dat integratie-verhaal, waarmee ook de zich om opportunistische redenen tegenwoordig "vrije democraten" noemende vlaamse Volksunie kwam, is die partij duur komen te staan bij de verkiezingen in Belgie van november vorig jaar. Die partij, vroeger getypeerd als vlaamse volksnationale 'zweeppartij', heeft gevoelig moeten inleveren voor het Vlaams Blok. In paniek is daar een nieuwe partijvoorzitter met bijpassend radicaal nationaal geluid gevonden, die het mag opnemen met de heer Filip Dewinter van het Vlaams Blok.

Ook de rechtsen in Frankrijk zijn door het succes van het Front National van J-M. le Pen gealarmeerd. Oud-president Valery Giscard d'Estaing had de moed te gaan pleiten voor het droit-du-sang, het bloedrecht.

Bij wet wil hij de "bloedrechten" van autochtone Fransen laten vastleggen om zo het formalistische "droit-du-sol" toch minstens gedeeltelijk om te buigen naar het "droit-du-sang", zoals dat nog in veel landen van Europa van kracht is.

Rechten op grond van afstamming zijn of worden evenwel ook in die landen naar voorbeeld van het anglo-amerikaanse primaat van het territorialiteits-beginsel afgezwakt en zelfs afgeschaft. Vooral in Nederland staat het rechtsgevoel en de wetgeving onder zeer sterke anglo-amerikaanse druk en culturele beďnvloeding.

De nederlandse sociaal-politiek gezaghebbende, opinievormende klasse houdt er nogal zelfvoldane maatschappij-opvattingen op na, gevormd in een klimaat van eenzijdige bewondering van de amerikaanse levensstijl en dito denkbeelden. Ze is gefixeerd op het 'ideaal' van de multiculturele en multi-etnische samenleving naar amerikaanse makelij.

Stoelend op libertaire, kosmopolitische opvattingen had de voorloper van het multiculturele model, de mythe van het land van de open grenzen en onbeperkte mogelijkheden wellicht zin en nut om het dunbevolkte Amerika in vorige eeuwen middels toevloed van mensen te ontginnen.

Het territorialiteitsbeginsel is dan een bruikbaar, doeltreffend middel om snel rechten, bijvoorbeeld op bezitsvorming en grondverwerving voor immigranten te waarborgen. Het paste bij de mentaliteit van de kolonisten en in de "new frontiers" visie. Overigens was de praktijk er een van forse assimilatie van de nieuwkomers aan de dominante angelsaksische groep.

Het is de vraag of door andere machtsverhoudingen in Europa en de wereld nog enige wijziging op zal treden. De denktrant is tientallen jaren zo doordrenkt van libertair anglo-amerikaanse ideeën, dat het moeilijk zal zijn voor de gevestigde politieke elite nog eigener beweging een omslag in zulk denken aan te brengen, overtuigd als ze is van de voortreffelijkheid van haar wereldbeeld. Vooruitkijkend naar de ontwikkeling van een multinationale Europese bondsstaat of liever statenbond zou er best wel eens heel veel te zeggen kunnen zijn voor een omslag in het denken ook over zulke wezenlijke zaken als het nationaliteitsbegrip.

In Nederland is van de VVD echter nauwelijks een oprechte keuze te verwachten voor nationale zelfbeschikking en afstamming. Die partij heeft zich hiervan veel te veel vervreemd om nog geloofwaardig over te komen, als ze zich hier wel toe zou bekeren. Ze zou bovendien groot kiezersverlies van links-liberalen riskeren. Of dit zou opwegen tegen de electorale winst elders valt te bezien.

Liberale europarlementariers van VVD en D66 noemden de vermelde gedachte, dat nationaliteit ook een bloedrecht zou kunnen zijn, verwerpelijk. En dat tekent weer hun denktrant, waarin onvoldoende tot geen ruimte is voor nederlandsgezinde belangenbehartiging en zonodig wet- en regelgeving.

Dit laatste geldt ook voor het kabinet Lubbers III van CDA en PvdA, dat met het verdrag van Maastricht de 'afbraak' van de eigen nationale overheid en de eigen souvereiniteit weer een stap dichterbij blijken te hebben gebracht. Dit lijkt op een gedrag om de politieke verantwoordelijkheden te ontlopen door die af te schuiven: naar omlaag door decentralisatie van rijkstaken naar bijvoorbeeld stadsgewesten en naar omhoog door overdracht van bevoegdheden naar Europese instellingen.

De zeggenschap over de eigen Nederlandse zaken wordt uit handen gegeven zonder dat het Nederlandse publiek hier ook maar enigszins in gekend wordt, te vergelijken met de situatie destijds rond het onafhankelijk worden van Suriname. Anders dan in Frankrijk of Denemarken wordt dit verdrag niet door een referendum aan ons volk ter beoordeling voorgelegd.

Zelfs de culturele autonomie van de lidstaten werd niet vastgelegd in de cultuurparagraaf. Integendeel heeft de Europese Commissie een culturele taak gekregen, met het gevaar dat de Europese bureaucratie cultuurprodukten als boek en film als louter ekonomische produkten beschouwt en behandelt tot schade van de kleinere taal- en cultuurgemeenschappen in Europa, omdat de ekonomische voorwaarden inzake handelsverkeer en mededingingsvoorwaarden niet mogen worden aangetast.

Dat deze zorg om de taal geen onzin is, mag blijken uit een recente uitspraak van het Europese Hof, waarin gesteld werd, dat het voldoende is als op etiketten een "voor de koper te begrijpen taal" wordt gebruikt en dat hoeft niet de landstaal te zijn.

In de concurrentieslag van het Europa na 1992 tussen de diverse grote bedrijven en met de toenemende internationalisering van de ekonomie hoeven we ons geen illusies te maken wie het voor het zeggen gaat krijgen in de lage landen bij de zee. Nederlandse en Belgische ondernemingen vallen nu al ten prooi aan het Duitse en Franse kapitaal. De belangen alhier worden gewoon verkocht en verdeeld over de drie grote buren. Nederland is dan geen baas meer in eigen huis. De Nederlandse taal wordt vervangen door 'polderengels'. Wie Nederland op den duur opgeheven wil hebben, kan voorlopig tevreden zijn.

Doch eerst alleen onder de oppervlakte is er thans gelukkig een krachtige tegenstroom merkbaar.De Centrumdemocraten staat hoe dan ook een boeiende tijd te wachten, waar overal in Europa het nationaal bewustzijn ontwaakt. Men wordt zich weer bewust van de eigen aard en van het goede van eigen land en volk. Men durft er weer voor uit te komen. Vaderlandsliefde is lang een verboden begrip geweest; nu is zij dat niet meer. We mogen openlijk voor onze overtuiging uitkomen en er in huiselijke kring en in het openbaar van blijk geven. De fase van volstrekte vrijheidsonderdrukking lijkt voorgoed voorbij. Toch blijft het steeds nog oppassen voor een terugkeer van de politieke en sociale repressie van voorheen.

 

 

HEEMLAND 03

 

RANDSTAD, PROVINCIES OF LANDSDEEL ?

 

Op 26 maart 1992 vergaderden de statencommissies voor bestuurlijke zaken van Noord- en Zuid-Holland en Utrecht te Haarlem over landsdeelvorming in het algemeen, en bijzonderlijk over het voorstel van het Coördinerend College Randstad over een stappenplan om te geraken tot een fusie van de drie provincies tot een Randstadprovincie of -landsdeel.

In deze vergadering trad als woordvoerder voor de drie CD-fracties drs. M. Giesen op, die een indringend betoog hield tegen voorstellen tot landsdeelvorming, waarbij hij duidelijk stelde, dat verwijzing naar bijvoorbeeld België, waar sprake is van gewestvorming, mank gaat, omdat aldaar andere gronden dan bestuurlijke doelmatigheidsoverwegingen overheersen en dat de zogenoemde regio's in grote landen als Duitsland, Frankrijk en Spanje de schaal hebben van geheel Nederland, en dus niet vergelijkbaar zijn. Regio's, als Nedersaksen, Normandië en Catalonië kun je niet vergelijken met de Randstad. Nederland, een klein land als het is, is ook niet gebaat bij een opdeling in drieën of vieren.

Met de kleine christelijke fracties waren de Centrumdemocraten de meest kritische fracties op deze vergadering. Het voorgestelde onderzoek naar de mogelijkheden om te komen tot een Randstadprovincie is, deze kleine oppositie ten spijt, natuurlijk wel aangenomen, en is inmiddels uitgevoerd.

Na discussies en evaluaties zal vermoedelijk medio 1993 een beslissing over verdere vormen van samenwerking in Randstadverband door de staten van de drie provincies genomen worden.

Het uitgebrachte rapport geeft als aanbeveling mee, dat een gehaaste fusie ontraden wordt, maar intensivering van de samenwerking bepleit wordt. Aan deze uitkomst is de vraagstelling van de opdrachtgevers, die wel degelijk zo'n fusie op korte termijn voor ogen hadden, niet vreemd. Het siert de onderzoekers, dat ze van die opzet voldoende afstand hebben kunnen nemen.

Het voortbestaan van het vertrouwde overheidsbestel van Nederland van rijk, provincies en gemeenten wordt door de bedrijvers van de hobby van plannenmakerij inzake bestuurlijke reorganisaties, ook wel ‘bestuurlijke vernieuwing’ genoemd, ondermijnd. Hun lobby mag niet onderschat worden; hun bedoelingen zijn waarschijnlijk meer van partijpolitieke dan van bestuurlijke aard. De burgers vragen alleen maar om een goed bestuur door de bestaande overheidsinstellingen en voelen op hun klompen aan, dat, als steeds weer de gehele bestuursorganisatie ter discussie gesteld wordt, dit niet in hun belang is, maar zelfs tot een geldverslindende staatshervorming kan leiden, waarbij de burger voor de kosten mag opdraaien.

 

(Vanwege het belang van het vraagstuk hebben we in Heemland 3 destijds de gedeelten van het betoog van de CD afgedrukt.)

 

 

HEEMLAND 04 (januari 1993)

 

TEN GELEIDE

 

Geachte lezer,

Voor U ligt het tijdschrift Heemland, dat voorziet in een blad voor allen, die met ons van overtuiging zijn, dat elk land een eigen tehuis, een eigen heem dient te bieden voor zijn inheemse bevolking, ook in het oude werelddeel Europa.

Wij vinden, dat Nederland er in de eerste plaats is voor ons, Nederlanders, dat Nederland ons heemland is en niet zomaar een woonland voor verschillende volken en groepen, die hier neer willen strijken.

In dit blad schenken we aandacht aan het streven van stromingen in de lage landen bij de zee, die zich inzetten voor herstel en behoud, versterking en ontplooiing van de Nederlandse identiteit en integriteit. Voor Nederland is zo'n toonaangevende stroming de politieke partij Centrumdemocraten.

Het vaderlandslievende gedachtengoed wordt door de gevestigde elites opzettelijk verkeerd opgevat en dan verdraaid. Indien het al zijdelings besproken wordt, wordt het valselijk weergegeven door steeds te beweren, dat het om vreemdelingenhaat en racisme zou gaan. Bestrijding vindt vervolgens plaats op grond van vermeende vooroordelen en discriminatie bij nationaalbewuste burgers. Schuld- en schaamtegevoelens om meteen voor "racist" uitgemaakt te worden doen verder de rest. Tot een zinnige, open dialoog, waarbij men elkaar de ruimte laat en niet in de hoek zet, komt het derhalve niet.

Waarschijnlijk is deze tactiek de enige manier waarop bestrijding door hen mogelijk is, daar anders een heel ander beeld van ons gedachtengoed zou ontstaan bij een breder publiek. De taboes worden erdoor in stand gehouden. Zo worden hiervoor gevoelige mensen ervan weerhouden zelfs maar te luisteren.

Ook in andere Europese landen is dit gebruik. In de rubriek "Beschouwingen" gaan we hierop in vanwege de recente verheviging van de hetze. De politieke elite in Europa heeft weinig begrip voor de wezenlijke belangen van hun naties en lijkt blind voor een andere, nationaalgezinde maatschappelijke ordening.

De rubriek "Persspiegel" bevat een interessant artikel over de Balkan. Verspreid treft U nog enige korte krantenknipsels aan.

De rubriek "Uit de provincie" bevat toelichtingen op de statenvergaderingen van Zuid-Holland over de periode van september 1992 tot eind december 1992. De bijdragen van de CD-fractie staan in de rubriek "Notulen provinciale staten".

De redactie.

 

 

HEEMLAND 04 (januari 1993)

 

BESCHOUWINGEN

 

Tegenstanders, die fel tegen een ommekeer in denken in meer vaderlandslievende geest zijn, lijken zo'n wending enigszins te kunnen tegenhouden. De opiniërende kaders bij gevestigde instituties, ruim beschikkend over allerlei kanalen om hun opvattingen en denkwijze in te prenten bij het grote publiek, zijn een tegenoffensief tegen de afbrokkeling van hun morele gezag begonnen. Veel mensen worden bang gemaakt en belerend vermaand; makkelijk beďnvloedbare jeugdigen krijgen een stortvloed van eenzijdige en misleidende informatie op school en over de buis. Geschrokken van het tanen van hun gezag, wordt iedereen indringend voorgehouden hoe gedacht zou moeten worden. Hierbij wordt gesteld, dat je anders fout, slecht of dom bent en je verdiende straf wel zult krijgen. Psychologisch zit deze manipulatie geraffineerd in elkaar.

Elke gebeurtenis, die even negatief geduid zou kunnen worden, wordt aangegrepen om er nadrukkelijk een moreel waardeoordeel aan te verbinden en zo hun invloed op de publieke opinie te hervestigen en versterken. Of het nu gaat om excessen bij acties van Duitse jongeren, die de asielpolitiek van hun regering beu zijn, of om de merkwaardig goed gelegen komende beschadiging van een Auschwitz-monument in Amsterdam.

Handig wordt ingespeeld op gevoelens van angst en afschuw voor oorlogsgruwelen. Niemand is immers meer vrij van die vrees, nu er een zeer gewelddadige oorlog op de Europese Balkan woedt, waar dagelijks over bericht wordt.

Redelijk nadenken over wat zich allemaal voordoet in West- en Oost-Europa en over de achtergronden, wordt achterwege gelaten. Ze koesteren zich in het eigen morele gelijk zonder te hoeven luisteren naar een ander.

Neem Oost-Europa. Dat het ineenstorten van het communistische stelsel heel wat teweeg zou brengen, was voorspelbaar. De Oost-Europese wereld blijkt anders in elkaar te steken, dan sommigen kennelijk gehoopt hadden. De afwijzende houding, die door veel West-Europese politici, als de heren v.d. Broek en Kinkel, ingenomen wordt, zegt meer over hun eigendunk, dan dat oplossingen ermee dichterbij gebracht werden. Met oorlogsophitserij in het Westen door zeer eenzijdige, anti-Servische propaganda om militair te laten ingrijpen in voormalig Joegoslavië door wat tegenwoordig zo mooi "de internationale gemeenschap" genoemd wordt, zijn de mensen daar niet gediend. Wie houdt van Amerikaans militair stuntwerk mag verwezen worden naar de belabberde situatie van de diverse bevolkingsgroepen in Irak, die er niets mee zijn opgeschoten.

De vraag is ook of zo'n toestaan van al dan niet door de VN gesanctioneerde acties van geallieerde troepen niet de weg opent naar verdergaand eigenmachtig militair handelen van de VS met internationale legitimering vooraf of achteraf.

Reeds nu is vast te stellen, dat zo'n legitimering een wassen neus is om Amerika op grond van schending van mensenrechten ergens, waar dan ook te laten ingrijpen. Bij conflicten en oorlogen worden immers bijna altijd mensenrechten geschonden. De Amerikaanse president dreigt daarmee uit te gaan maken welke en wiens mensenrechten dan verdedigd gaan worden. De heer Clinton lijkt dat pad van straffende moraalridder nog niet op te willen gaan.

De Nederlandse regering wil wel helpen bij vredesoperaties; dat moet zelfs hoofdtaak van onze defensie worden. Daarbij wordt eraan voorbijgegaan, dat dit in het geheel geen grondwettelijke taak is van onze krijgsmacht. Artikel 98 lid 1 van de grondwet luidt: "Tot bescherming der belangen van de staat is er een krijgsmacht, bestaande uit vrijwillig dienenden en uit dienstplichtigen." Dat is wat anders dan je als militair door modieuze politiek te moeten laten sturen naar brandhaarden, waar Nederland geen directe partij bij is, met de kans te kunnen sneuvelen in locale oorlogen van vreemde krijgsheren. Hierbij wordt de militairen aangezegd, dat wie niet bereid is mee te gaan in de nieuwe taken van een vredesmacht, ontslagen zal worden.

Ook tegen handelsembargo's, zoals nu tegen klein Joegoslavië, is wel het nodige in te brengen.

Het Joegoslavisch communisme met een menselijk gezicht ligt aan duigen ; het land is uiteengevallen. De regering van een der delen, geheten Bosnië had volstrekt onvoldoende daadwerkelijke controle over het eigen grondgebied; bovendien herbergt dit gebied drie verschillende bevolkingsgroepen met elk een zeker recht op zelfbeschikking. Desondanks werd Bosnië door de VN als staat erkend, terwijl de Serviërs steeds hadden laten blijken niet te zullen instemmen met een Bosnische eenheidsstaat, waar de moslims de dienst zouden uitmaken. De absurde volkenrechtelijke erkenning van Bosnië was vragen om een nieuwe brandhaard.

Het oude verlangen naar de Servische natie-staat was herboren; en het Westen reageerde met volslagen onbegrip. Gelukkig voor de Serven begint er enig verweer tegen Westerse selectieve verontwaardiging en bemoeizucht te komen vanuit Rusland.

Overigens is een en ander tekenend voor het heersende denken onder West-Europese politici, die helemaal geen gevoel meer hebben voor nationale entiteiten. Politiek wordt niet meer bedreven vanuit verantwoordelijkheidsbesef voor de eigen nationale gemeenschap, meest worden slechts deelbelangen van bijvoorbeeld bedrijfsleven, boeren of kerk behartigd.

De natuurlijke wensen van burgers naar behoud van vertrouwde nationale stelsels, cultureel, monetair en politiek, waren ook bij de opstelling van het verdrag van Maastricht ver uit het zicht. Ambtenaren en politici, als de heer Delors vonden, dat ze wel wisten wat ekonomisch goed voor hun onderdanen was. Alleen jammer, dat het her en der even mis dreigde te gaan, waar een referendum gehouden werd.

Recht op nationale zelfbeschikking en behoud van nationale souvereiniteit, dus recht op nationale zelfverdediging, collectieve mensenrechten bij uitstek, staan bizonder laag op de agenda van de gevestigde elites, geinteresseerd als deze in de allereerste plaats zijn in consolidatie van hun macht. Die machtsposities kunnen afhankelijk zijn van internationaal georiënteerde ondernemingen, welke weinig tot geen belang hebben bij handhaving van nationale staatsverbanden en verschillende talen en munten maar belemmerend vinden voor hun open markt.

Mobiliteit, de onbeperkte verplaatsing naar en vestiging in welk land ook, schijnt hogelijk gewenst te worden. Migratie, mobiliteit en flexibiliteit van personen ongeacht nationaliteit wordt vergemakkelijkt door een proces van ongekende denationalisatie in wet- en regelgeving. Voor een soepele inzetbaarheid en vervangbaarheid, in enige arbeid in enig land. Het gevolg is, dat welzijn en geluk voor het eigen volk helemaal niet meer voorop staan in de heersende politiek.

Dat daarmee onzedelijk gehandeld wordt tegen de eigen burgers van een land, die zich in zo'n soort maatschappij niet thuis voelen ,die daar ook allerminst om gevraagd hebben, of die niet voldoende weerbaar zijn, is kennelijk van geen enkel belang. Het lijkt bij de heersende elites zelfs niet opgekomen te zijn, dat er weerstand tegen zou kunnen zijn. De afbraak van het nationaal huis is voor Nederland in volle gang.

Het mag dan geen verwondering wekken, dat gezagsdragers die met zo'n ontmanteling van eigen nationaal huis voor eigen volk bezig zijn, al helemaal geen begrip willen en kunnen opbrengen voor tegengestelde bewegingen in Europa. Behalve, toen het ijzeren gordijn nog moest wegvallen en de vrijheidsdrang van Midden- en Oost-Europese volkeren nog met vreugde begroet werd. Dankzij de vastberadenheid en de zelfbeheersing van nationalistische stromingen, als Sajudis onder leiding van de politiek behoedzame Landsbergis konden de Oostbloklanden enige vrijheid en souvereiniteit herkrijgen, en dat zelfs tegen alle verwachting in zonder veel bloedvergieten.

Voorlopig brengt het politieke primaat van onbelemmerde internationale ekonomische concurrentie in een Europa zonder grenzen veel Nederlandse burgers geen welvaart, maar wel onzekerheid en onveiligheid, kommer en kwel en wellicht zelfs ordinaire armoede voor mensen die afhankelijk zijn. Want ook het Nederlands bedrijfsleven blijkt te moeten saneren en reorganiseren. Massa-ontslagen zijn maandelijks nieuws.

Zolang de meeste Nederlanders niet ekonomisch geraakt worden, mogen ze zich in de valse hoop koesteren, dat de bevolkingsdruk door massale migraties en de internationalisering van de maatschappij met alle zorgen, lasten en kosten en alle schaarste aan hen voorbij zal gaan. Velen hebben er nog geen echte last van, behalve bij het betalen van hun inkomstenbelasting en premieheffing, waar veel weerzin tegen is.

Problemen zijn soms nog ver uit hun buurt, er valt nog wel mee te leven. Het geklaag van anderen hoef je niet serieus te nemen. Als iedereen zich maar een beetje schikt en aanpast, komt het wel goed; mensen zijn mensen.

In die onverschilligheid voor het algemeen belang en in die laatdunkendheid voor de eigenwaarde van de nederlandse gemeenschap en haar cultuur wordt de burger gestijft door de gevestigde politiek, de media en de commercie, die hen voortdurend voorhouden, dat dit een rijk land is, waar je alleen aan jezelf hoeft te denken, aan je individuele en materiele eigenbelang, aan je rechten en carričre zonder bekommernis om je buur en je land. Als er al aan anderen gedacht moet worden, dan aan de Derde Wereld en aan die buitenlander in ons land, want dat is pas echte naastenliefde, opoffering, jezelf wegcijferen voor de vreemdeling. Die stomme Nederlanders die klagen, moesten zich schamen.

Zolang zo geleefd en gedacht wordt, zit D66 in de lift. Je wordt nog netjes en zeer beschaafd gevonden ook en je hoeft niet echt te kiezen. Je bent in de mode bij zo'n ruimdenkende, kosmopolitische, links-liberale partij en je wordt fatsoenlijk gevonden, want je stemt tenminste niet op wat verguisd extreemrechts genoemd wordt. Dat er vooral voor de immigranten 500.000 woningen in de Randstad bijgebouwd moeten worden, terwijl de autochtone nederlandse bevolking eerder daalt dan groeit, zal jou een zorg zijn. Geen zorgen voor morgen.

Zulke redeneringen om je erbuiten te houden en hopelijk buiten schot te blijven doen het nog steeds goed. Zolang die hooghartige houding van zorgeloze neerbuigendheid blijft en kortzichtigheid om het particuliere belang en het persoonlijke gewin hoogtij viert, zullen spraakmakers bij media, kerken en andere maatschappelijke instellingen veel burgers nog gemakkelijk kunnen bewegen om de straat op te gaan om van de eigen "superieure" moraal te getuigen in optochten met fakkels , als een soort publieke aflaat, een soort boetedoening tegen veronderstelde discriminatie en racisme bij de andere "foute" medeburgers.

Het geborneerde geweten moet gesust en opgepoetst worden om niet verder te hoeven nadenken. En wie er toch anders over gaat denken, wordt meteen als onfatsoenlijk, slecht en fout bestempeld of als belachelijk en dom voorgesteld.

Maatregelen worden gevraagd : niet om de gigantische problemen te helpen voorkomen, niet om de regeringen op hun wanbeleid terug te fluiten. Neen, maatregelen worden gevraagd om de andersdenkenden, gemakshalve aangeduid als rechtsradicalen de mond te snoeren, om die hun rechten en vrijheden te ontnemen. Het eigen elitaire gelijk moet hoe dan ook in stand blijven, wat er ook gebeurt.

De strategie van de gevestigde instituties lijkt tot nu toe min of meer geslaagd, hier en elders. In Oostenrijk werd fel geageerd tegen het volkspetitionnement van de nationaalbewuste liberaal Jörg Haider.

Dat moest met inzet van alle soort verdachtmakingen bestreden worden. De straat werd daarbij niet geschuwd om volgens de beste tradities van volksbeďnvloeding met bekende fakkeloptochten de geesten te masseren om toch vooral niet de moed en durf op te brengen om de petitie te ondersteunen door een gang naar het stemlokaal.

Over het resultaat van hun agitaties kunnen de heersende gezagsdragers van links tot clericaal tevreden zijn. Slechts ruim 400.000 Oostenrijkers durfden zich met hun naam en handtekening te bekennen tot een betere aanpak van de immigratie. Het twaalfpuntenplan van de heer Haider was overigens buitengewoon soepel en humaan voor buitenlanders, in tegenstelling tot wat ook hier te lande gesuggereerd is.

Veel bekende personen blijken betweters, of het nu tv.-commentatoren of politici zijn, of zelfs artiesten. Er zijn er nogal wat, die zich uitsloven om liefst dagelijks af te geven op vermeend racisme en veronderstelde vreemdelingenhaat. De bedoelingen van hen zijn duidelijk: het levend houden van misverstand en onbegrip en het inspelen op gevoelens van angst, schuld en schaamte, hoe onterecht zulke gevoelens ook zijn. Maar deze steeds weer herhaalde, kwetsende aantijgingen en verdachtmakingen naar medeburgers van het volk, waartoe ze zelf behoren, werken niet meer zo goed als vroeger. Het zijn botte wapenen aan het worden daar, waar vaderlandslievende stromingen in Europa op willen komen voor de eigen mensen die in de verdrukking raken, en voor de eigen nationale toekomst en cultuur.

Die vaderlandslievende keuze zou je nationalistisch of etnocentrisch kunnen noemen, en natuurlijk heeft iedereen het recht het daarmee eens of oneens te zijn. Dat zou een open dialoog tussen voor- en tegenstanders kunnen opleveren, maar dat vergt wel een heel andere benaderingswijze door de tegenstanders dan tot nu toe gebruikelijk is.

Dit past echter allerminst bij hun tactiek, die kritiek verwerpt en smoort. Het risico voor hen kan zijn, dat hun wereldbeeld, dat niet vrij is van vooroordeel en vooringenomenheid getuige hun taboes, niet onomstreden zou blijken, of in ieder geval niet het enig juiste en beste, het alleenzaligmakende. Dat willen ze niet. Ze willen niet, dat meer mensen wel goed gaan luisteren en zich kunnen bezinnen.

Overigens is het zeer de vraag, of burgers zich blijvend de les laten lezen bij verkiezingen. Alle tekenen wijzen op het tegendeel. De vermanende vinger en het anti-racistische lied helpen niet echt meer. Voor velen is de maat goed vol. Men is de multiculturele "samenleving" en alles wat daaraan vastzit, zat. Hopelijk zal men dat laten blijken. Door een politieke verschuiving komt de bezinning misschien nog zo op tijd, dat op demokratische wijze verdere ellende afgewend kan worden.

De burger heeft er recht op zich weer thuis te kunnen gaan voelen in het eigen land. Ieder land allereerst voor het eigen volk.

 

 

HEEMLAND 05 (zomer 1993)

 

TEN GELEIDE

Geachte lezer,

Voor U ligt het tijdschrift Heemland, dat voorziet in een blad voor allen, die met ons van overtuiging zijn, dat elk land een eigen tehuis, een eigen heem dient te bieden voor zijn inheemse bevolking, ook in het oude werelddeel Europa.

Wij vinden, dat Nederland er in de eerste plaats is voor ons, Nederlanders, dat Nederland ons heemland is en niet zomaar een woonland voor verschillende volken en groepen, die hier neer willen strijken.

Het nederlandse volk wordt meer en meer gedrukt op de kwalijke gevolgen van het ruim twintig jaar gevoerde regeringsbeleid, dat de minder weerbaren in de gemeenschap hard raakt zonder hen een uitzicht op betere tijden te willen bieden. Het sociaal zekerheidsstelsel bood soelaas aan hen, die meestal buiten hun wil geen betaalde arbeid meer verrichten. Velen van hen zullen zich steeds ernstiger bekneld weten door alle maatregelen, die over hun uitkeringen genomen worden. Elke groep van uitkeringsgerechtigden blijkt om beurten doelwit van bezuinigingsvoorstellen te worden. In het zoeken naar middelen tot financiering van het overheidsbeleid deinst de regering er niet voor terug over te gaan tot verlagingen en beperkingen in het gehele stelsel van werknemers- en volksverzekeringen met inbegrip van de oudedagsvoorzieningen. Verdrietig is, dat de maatschappelijk zwakste nederlanders hierdoor het zwaarst slachtoffer worden van falend overheidshandelen.

Ware het zo geweest, dat zulks dan nog "ten goede zou komen aan vitale belangen van Nederland en aan lotsverbetering van de betrokkenen in de naaste toekomst, dan zou er wellicht nog enig begrip voor op te brengen zijn. Tegelijkertijd stijgen echter veel overheidsuitgaven voor zaken, die allerminst de lasten en zorgen van Nederland zullen verlichten, maar integendeel tot een verdere verslechtering van het nederlandse leefklimaat zullen leiden. Het regeringsbeleid kan bepaaldelijk vijandig genoemd worden tegenover het eigen volk. In de rubriek "Beschouwingen" gaan we dieper in op dat wanbeleid.

Van het statencommissiewerk komt weinig in de pers. In de rubriek "Uit de provincie", welke in dit nummer de periode van januari tot juni 1993 beslaat, doen we ondermeer verslag van de behandeling van het onderwerp 'positieve actie'. De CD-bijdragen in de statenvergaderingen treft U aan in de rubriek "Notulen provinciale staten". Persspiegel bevat enige krantenknipsels, die aansluiten bij de inhoud van dit nummer. Ook is er een "Boekbespreking" van een boek over de toestand in Zuid-Afrika opgenomen.

De redactie.

 

 

HEEMLAND 05 (zomer 1993)

 

BESCHOUWINGEN

 

Is de Nederlandse regering kwaadaardig geworden ? Als we zien hoe de bewindslieden, vooral die van socialistische huize, optreden, moet je dat wel denken. Geen enkel Nederlands belang of recht behoeft kennelijk ontzien te worden. De opvang van vele tienduizenden asielzoekers en andere vreemdelingen gaat vóór. Nederland lijkt er in de allereerste plaats voor het buitenland en de buitenlanders te zijn. Kosten en lasten stijgen enorm. Woningnood, werkloosheid en armoe verbreiden zich veel sneller dan verwacht.

Steeds harder worden tezelfdertijd Nederlanders die afhankelijk raken van uitkeringen als profiteurs gebrandmerkt en worden van links tot rechts voorstellen gedaan die uitkeringen maar gewoon te minimaliseren. Eerst zijn in de werkloosheids- en ziektewetten de duur en de hoogte verlaagd en is het begrip passende arbeid, als arbeid die aansluit bij arbeidsverleden, opleiding en leeftijd vervangen door het begrip gangbare arbeid. Gevolg is, dat iemand zonder baan binnen korte tijd gedegradeerd wordt tot persoon voor ongeschoold werk, als het haar of hem niet lukt weer snel werk te vinden. Tegelijk hebben we de vertoning rond de arbeidsongeschiktheidswetten meegemaakt, die eveneens in de hiervoor vermelde zin zijn verslechterd. Als iemand, verpleegkundige, leraar, directeur of wat dan ook, het ongeluk heeft arbeidsongeschikt te raken, is het binnen luttele jaren maatschappelijk afgelopen met haar of hem. Ook financieel wordt iedere zekerheid afgenomen. Snel naar de bijstand omlaag gebracht, mag de persoon helemaal van onderop 'starten'. Van enige reële kans op terugkeer in het vroegere of in vergelijkbaar werk is geen sprake, na bijvoorbeeld een herkeuring na vijf jaar met afschatting. Wettelijk is daartoe geen enkele garantie ingebouwd.

Een collectief probleem, een overmatig gebruik van sociale zekerheid, ontstond door grote verschillen bij de uitvoering vanwege subjectieve, onderling afwijkende taakopvattingen van de uitvoerders. Niet zelden werden soepele normen gehanteerd op wens van de betrokken partijen. Een strengere opstelling van de keurder werd voorheen maar matig gewaardeerd door deze partijen.

Schrijnend is, dat thans dit collectieve probleem gereduceerd wordt tot een individuëel probleem van de afgekeurde, de zwakste schakel in het geheel, die alle last en schuld voor een falende uitvoering mag dragen met vrijwaring van de andere betrokken partijen. De voormalige werkgever en de bedrijfsvereniging blijven volledig buiten schot.

Sluitstuk in het WAO-drama was het politieke schertsdebat in de Eerste Kamer rond het probleem der chronisch zieken met de heer Wallage.

Waren de afgekeurden merendeels buitenlanders geweest, dan zou Nederland bol hebben gestaan van verontwaardiging over deze hele handelwijze betreffende de wijziging van de WAO !

Na de uitholling van de rechtszekerheid van werklozen en arbeidsongeschikten, laten regering en politieke leiding nu hun begerig oog vallen op de uitkeringen van andere afhankelijken. De vervroegd uitgetredenen en gepensioneerden zijn aan de beurt.

Onbetaalbaar zouden die regelingen worden nu de vergrijzing toeneemt. Alsof de overheid de lastenverzwaring rond de vergrijzing niet reeds tientallen jaren had kunnen zien aankomen? Alsof de ouderdomsuitkering, welke de AOW is, niet reeds tien jaar nagenoeg bevroren werd en verlaagd werd voor alleenstaanden en samenwonenden? Alsof vervroegde uittreding niet gebruikt is om de arbeidproductiviteit te verhogen door versnelde invoering van automatisering, daarmee tevens de arbeidskosten drukkend? Het bedrijfsleven en de overheid moesten van te duur geworden oudere werknemers af, waarbij voor de betrokkenen het vernederende ontslag met beroep op een werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsregeling vermeden kon worden.

De voorstellen zijn, dat het recht op algemene pensionering nu vlug verschoven moet worden naar een oudere leeftijd dan 65 jaar. Ook zou het aanvullend pensioen afgeroomd moeten worden door er volksverzekeringspremies over te gaan heffen en voorzieningen inkomensafhankelijk te maken.

Alles wat een uitkeringsgerechtigde ongeacht leeftijd meer heeft dan minimaal, blijkt in beginsel jachtterrein voor de overheid en haar socialistische en christelijke politieke leiders om de overheidstekorten te dekken.

Het probleem voor alle uitkeringsafhankelijken zelf is, dat ze geen enkele vuist kunnen maken. De vakbeweging komt nauwelijks voor hun belangen op, omdat ze eigenlijk geen werknemers zijn, en de politieke partijen mikken vooral op de kiezersgunst der werkenden, die hun stem kunnen verheffen door stakingen.

Nadat in de tachtiger jaren moedwillig de arbeidsparticipatie van werknemers van middelbare en oudere leeftijd fors omlaag gebracht is door allerlei soorten maatregelen, wordt nu ineens geklaagd over die geringe deelneming aan betaalde arbeid door ouderen. Nederland zou nadelig afsteken tegenover het buitenland. Maar dat heeft het bedrijfsleven wel zelf gedaan met goedvinden van de overheid. Eerst werden ouderen overbodig gevonden en afgeschreven; nu moeten ze ineens bijdragen vanwege het betaalbaar houden van oudedagsvoorzieningen. Kortzichtig en bedrieglijk kun je zulke wisselingen in opvattingen en beleid wel noemen. Het verhaal over de weinige werkende ouderen rammelt aan alle kanten.

Hoe wil men deze mensen die vaak al jaren uit het arbeidsproces zijn, daar weer in terug voeren in zinnig en geschikt werk? Weet men niet dat veel mensen in die leeftijdsgroep best wel gebreken en kwalen hebben? Hoe denkt men dat het staat met hun flexibiliteit en vitaliteit en met het vermogen kennis en vaardigheden weer op een werkbaar niveau te krijgen door her-, om- en bijscholing?

Tenslotte, niet het onbelangrijkst, zullen er dan ook nog de banen moeten zijn! Heeft men nagedacht over het te bieden perspectief en over de financiële en emotionele gevolgen voor de mensen, die met zulke voorstellen geconfronteerd worden? Maatschappelijk zullen velen zich zwaar gepakt voelen.

De enige ouderen die gebaat zijn met verlenging van het arbeidsleven in loondienst, zijn de krasse, vitale ouderen, die die hun baan nog hebben en hun werk als zinvol ervaren en gewaardeerd weten. Waar de eene groep grof benadeeld is door voortijdige uitstoting uit het arbeidsproces en de andere groep reikhalzend uitziet naar het eigen pensioen, mogen van de groep die toch wil doorwerken, ook offers gevraagd worden. Ze hebben veelal al alles mee gehad in hun arbeidsleven.

Veel eerder dan de vreemde voorstellen waarmee men nu komt op advies van de WRR, de wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid, zou men erover kunnen denken de algemene leeftijd voor pensionering in overeenstemming te brengen met de gegroeide praktijk. Verwijzingen naar het buitenland zijn mal; in het economisch sterke Duitsland ligt de pensioengerechtigde leeftijd al sinds het eind van de oorlog op 60 jaar. Zou het geen aanbeveling verdienen dat systeem te bestuderen en na te volgen? Voor de bevoorrechte groep, die toch persé na het bereiken van de 60-jarige leeftijd door wil werken in het eigen werk kan het recht op AOW opgeschoven worden naar later, met tegelijk, geheel conform hun leeftijdgenoten, ontheffing van de premieplicht voor de AOW, maar zonder verdere pensioenopbouwfaciliteiten middels de werkgever.

Voordeel is, dat de kosten van allerlei verschillende regelingen als VUT, WAO, WW, bijstand enzovoorts, welke nu doorlopen tot het 65-ste jaar, stoppen met het 60-ste jaar. Financiële middelen komen zo vrij om deze vervroegde algemene pensionering, privaat en publiek, door te voeren.

Het opleggen van een geforceerde arbeidsparticipatieplicht aan groepen ouderen die tussen wal en schip zijn gekomen of dreigen te komen, wordt daarmee voorkomen. Tegelijk kunnen ouderen individueel doorwerken, onder voorbehoud van instemming van hun werkgever, bijvoorbeeld tot hun 65-ste jaar of nog later. Zo'n ouderenbeleid lijkt rechtvaardiger en realistischer dan wat tot dusver werd voorgesteld.

We kijken nog eens naar twintig jaar regeringspolitiek. Wat dan opvalt zijn een aantal zaken.

Allereerst is daar, ondanks of juist dankzij onafgebroken christelijk politieke deelname in regering en aanwezigheid alom van christenpolitieke geestverwanten in het ambtelijk apparaat, een opmerkelijke kortzichtigheid, zich uitend in gebrek aan interesse en beleid op de lange termijn. Dit blijkt uit de gevoerde politiek van ruimtelijke ordening, natuur en milieu, waterstaat, sociale zaken, onderwijs en natuurlijk bevolkingspolitiek. Te herinneren vallen nietsontziende dijkverzwaringen, infrastructurele werken en herverkavelingen. De Bijlmermeer als wanstaltig toonbeeld van een grootstedelijke nederzetting midden in de polder en dergelijke.

De bouwwereld is weinig in de weg gelegd om het uiterlijk van Nederland drastisch te wijzigen. Ook heden lijken daar geen wezenlijke beperkingen van esthetische, landschappelijke en maatschappelijke aard aan gesteld te kunnen worden. Dat daarmee de leefbaarheid van veel steden en streken nogal achteruitgegaan is, is duidelijk.

Het verleden overziend zou verwacht mogen worden, dat uit gemaakte fouten lering getrokken was. Dat lijkt toch nauwelijks het geval te zijn. Elke stad schijnt zich nog steeds metropolitane allures te willen aanmeten, waarbij voor sloop en nieuwbouw alle karakteristiek uit een stad gehaald wordt en het streekeigen gezicht verdwijnt.

Nederland wordt stukje bij beetje volledig op de schop genomen, dit vooral ten dienste van bepaalde ekonomische belanghebbenden, met name die van de bouwwereld. Waarschijnlijk is dit één der hoofdoorzaken waarom ondanks alle bezwaren de immigratie doorgaat. Deze zorgt immers voor voortdurende druk op de huizenmarkt, houdt wonen duur en noodzaakt tot gigantische woningbouw. Voor het grote geld wijkt alles.

De gevoerde politiek is er vaak één van golfbewegingen, van tegengesteldheden geweest. Zo'n soort beleid betreft vooral onderwijs en sociale zaken, bij de overdrachtsuitgaven. Hoeveel onderwijsministers hebben niet gesleuteld aan het onderwijssysteem en de studiefinanciering ?

In plaats van het redelijk goed werkende en goedkope vroegere stelsel, waarbij studiebeurs of voorschot afhankelijk was van studieresultaat en -voortgang, is een onbeheerbare studiefinanciering gekomen. De student zou financieel onafhankelijk van zijn ouders worden; in werkelijkheid is dat zelden gebeurd. Bovendien schijnt de financiering zo kostbaar, dat de ouder weer volledig aangesproken lijkt te gaan worden.

In het omringende buitenland kunnen ouders de studiekosten van hun kinderen als aftrekpost voor de belastingen in mindering brengen op het belastbaar inkomen. Zo'n belastingverlichting is billijk, als de ouders de studiekosten voor hun meerderjarige kinderen moeten opbrengen.

Over de drammerigheid op onderwijsgebied met invoering van de basisschool en thans van de basisvorming bij het middelbaar onderwijs met de bijpassende schaalvergrotingsoperaties, kunnen we kort zijn. Veel verbeteringen van het onderwijs zijn er niet door te verwachten. Het zal verdere nivellering, gelijkschakeling en peilverlaging brengen.

Met een minister Ritzen, die verengelsing van het hoger onderwijs voorstaat, en met een heer Wallage, die vindt dat de school vooral kennis en begrip van vreemde religies en culturen moet bijbrengen, kan een "kwaliteitsimpuls" niet verwacht worden. Laat staan dat men zou terugkeren naar oude onderwijsdoelen, zoals bijvoorbeeld voldoende kennis van vaderlandse geschiedenis en aardrijkskunde, en goede reken- en taalvaardigheid met inbegrip van spelling.

Legt men z'n oor te luisteren bij het universitair en hoger onderwijs, dan is ook daar veel ten kwade overhoop gehaald.

In het begin van dit artikel hebben we al een schets gegeven van de afbraak van het sociale zekerheidsstelsel, dat als voorbeeldig in de gehele wereld gold. Thans wordt van dat stelsel slechts een schamel sociaal vangnet overgelaten. Voor een aanzuigende werking van zo'n stelsel op andere Europeanen hoeft straks niemand meer beducht te zijn. Maar van een echte sociaal- en christen-democratische regering had een wezenlijk andere opstelling terzake verwacht mogen worden.

Samengevat blonk en blinkt de regeringspolitiek uit door korte termijn werk en grove kortzichtigheid, door wispelturig en berekenend zigzag beleid en door veronachtzaming van de belangen van het eigen volk, vooral van degenen die van uitkeringen afhankelijk raken door werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of ouderdom.

Helemaal bitter voor deze Nederlanders is, dat ze door de gevestigde politiek tegenwoordig veelal op één lijn gesteld worden met geïmmigreerde buitenlanders als zogeheten "kansarme aandachtsgroepen in een multiculturele, pluriforme samenleving". Dankzij de te bieden overheidsbemoeienis mogen ze nu blij zijn, als ze door "positieve actie" nog kansen krijgen.

Waar het de ouderen betreft, is het absurd, dat ze straks het gelag van financieel wanbeheer van hun overheid mogen betalen. Jarenlang dragen de meeste burgers forse premies af middels omslagstelsels. Of ze zelf wel verzekerd zijn, is maar de vraag. Een particulier verzekeraar zou zich zo'n handelwijze niet kunnen veroorloven.

Het overheidshandelen behoort rechtvaardig en zorgvuldig te geschieden, in de allereerste plaats tegenover de eigen Nederlandse burgers. Juist in betrouwbaarheid en bescherming van algemeen Nederlandse belangen laat de overheid verstek gaan. Haar optreden kan daarentegen gekenschetst worden als grillig, schraperig, verkwistend, en zelfs bedrieglijk en mogelijk vijandig tegenover de eigen mensen.

 

De redactie

 


HEEMLAND 05 (zomer 1993)

 

UIT DE PROVINCIE


Vele tonnen aan subsidies worden door het provinciebestuur weggegeven in het kader van positieve actie, emancipatiebeleid en sociale vernieuwing aan allerlei projecten en instellingen ten dienste en ten gunste van allochtonen. In de statencommissie culturele en sociale zaken wordt daarover nogal vaak beraadslaagd. Naar de mening en de argumenten van CD-statenlid Mart Giesen wordt waarschijnlijk wel geluisterd, maar er wordt hooguit zijdelings een opmerking over gemaakt. Het gevolg is, dat een gevoel van vruchteloze getuigenis-aflegging zonder veel weerklank blijft hangen. Vermeldenswaard is een vreemd voorval. In de commissie was een levendige discussie gevoerd over het beleid van het college van GS inzake positieve actie. Dit wil sterke druk leggen op de van provinciewege gesubsidiëerde instellingen om te voldoen aan quota voor de werkgelegenheid van allochtonen. Het college werd hierover in de commissie door de eigen coalitiegenoot, de VVD, zwaar onder vuur genomen, hetgeen nieuw was naast de kritiek van de CD. Het onderwerp werd evenwel op de statenvergadering van 15 april verpakt onder de rubriek ‘mededelingen’, die gewoonlijk voor kennisgeving zijn aan te nemen, in plaats van onder de rubriek ‘voorstellen’. De eerder kritische VVD-fractie bleek niet bereid om van deze vreemde gang van zaken een discussiepunt te maken. Zekerheidshalve liet de CD-fractie aantekenen tegen de mededelingen of voorstellen inzake positieve actie te zijn. Waartoe modellen van positieve actie leiden, is genoegzaam bekend: als ‘blanke’man’ hoef je niet meer te solliciteren op diverse banen bij de overheid. Alsof dat geen vorm van negatieve discriminatie is? Gezien de gebleken jounalistieke boycot in de regionale dagbladpers over deze omstreden onderwerpen bij behandelingen in de statencommissie had het weinig zin er in de statenvergadering nog ’s over te spreken. In de commissie worden best behartenswaardige opmerkingen gemaakt. Op 22 october 1992 werd bijvoorbeeld ook vergaderd over positieve actie en gesubsidiëerde instellingen.

Voor het voeren van positieve actie bestaat in wezen geen maatschappelijk draagvlak. Zo er nog enig draagvlak is, dan neemt dit af. Er zijn daarentegen andere breedgedragen maatschappelijke opvattingen, te weten, dat Nederland Nederlands moet blijven, en dat Nederland er in de de allereerste plaats voor de Nederlanders is.
De CD-fractie vindt, dat van overheidswege opgelegd positieve-actie-beleid leidt tot aantasting van het recht van bedrijven en instellingen om een eigen personeelsbeleid te voeren. Zogenaamd sociaal emancipatoire doelstellingen van evenredige arbeidsdeelname van groepen kunnen haaks staan op doelstellingen als behoud van de eigen bedrijfscultuur en –identiteit en behoud van de nederlandse aard van organisaties, en ze staan haaks op de vrijheid van de ondernemer of de instelling om er andere maatschappelijk opvattingen op na te mogen houden.

Een terughoudende opstelling van de overheid ligt zeker voor de hand in deze kwestie, niet in het minst omdat de overheid zich anders op een hellend vlak begeeft. Oplegging door de overheid als zedenmeester van bepaalde normen en waarden, die strijdig zijn met natuurlijk rechtsgevoel en met klassiek vrijheidsrechten, worden ervaren als dwang en zelfs als een uitingsvorm van een totalitaire staat.
Maatregelen van positieve actie met zulk een omstreden normatief karakter op immaterieel, geestelijk gebied zijn anti-emancipatoir tegenover de eigen bevolking. Ze zijn geestelijk onderdrukkend, naast materieel achterstellend.

Willen allochtonen zich emanciperen, dan is daar opzich niets tegen, maar dan niet ten koste van Nederlandse belangen. Bovendien behoeven allochtonen zich niet pas hier , maar liefst in hun eigen land te emanciperen. Vooral zich emanciperende allochtone vrouwen kunnen een mooie taak in het herkomstland vervullen.

Het op één hoop gooien van allochtonen, vrouwen en gehandicapten bij overheidsbeleid is verkeerd. Bij de werkgelegenheidsbevordering van vrouwen en allochtonen wordt onderscheid gemaakt naar groepskenmerken, die als zodanig niets met de geschiktheid of bekwaamheid voor bepaald werk te maken behoeven te hebben. Zulk een beleid geeft een voorkeurs- of voorrangsbehandeling aan leden van deze groepen, te weten vrouwen en allochtonen, ten koste van leden van andere groepen en is dus in essentie negatieve discriminatie.

Aangaande de werkgelegenheidsbevordering van gehandicapten, maar ook die van langdurig werklozen, is er inderdaad sprake van een onderscheid naar een persoonlijke situatie, die verband houdt met een vermindering van geschiktheid of bekwaamheid tot werk. Hier is wel een duidelijke objectieve relatie tussen kenmerk en verminderde kans op arbeid en is overheidshandelen verdedigbaar en zelfs wenselijk . Iedereen, man of vrouw, blank of bruin kan arbeidsongeschikt raken of langdurig werkloos worden. Speciale wettelijke maatregelen kunnen arbeidsreïntegratie mogelijk maken en niemand zal zich hierdoor gediscrimineerd achten.
Inzake vrouwen-emancipatie wordt vrij algemeen gevonden, dat die emancipatie volledig voltooid is, enkele verstokte feministes daargelaten. De CD ziet dan ook niets in een bevoordeling van overheidswege van vrouwen op de arbeidsmarkt.

Verhalen met bovengaande strekking heeft statenlid Giesen meermalen tijdens vergaderingen gehouden, zonder dat er enige weerklank bij andere fracties ontmoet werd. Alleen de fractie van de VVD blijkt gevoelig . Zozeer zelfs dat in de commissievergadering van 24 juni 1993 over het onderwerp sociale vernieuwing de kritische woordvoerder van die fractie, de heer R. Haze Winkelman fel door PvdA, GroenLinks en D66 werd aangevallen. Gedeputeerde Pool (d66) toonde zich over het gezegde van VVD-zijde onaangenaam verrast.

Op de statenvergadering van 15 april is de CD uitvoerig ingegaan op het thema vrouwen-emancipatie. In diezelfde vergadering waren nog twee belangrijke vraagstukken van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting aan de orde: de nota ‘Parkstad op de rails?’ handelend over verstedelijking van het "tussengebied" tussen Rotterdam en Den Haag met het voorstel rond Pijnacker nog zeker 40.000 woningen neer te zetten en de tweede gedeeltelijke herziening Streekplan Zuid-Holland West, een herziening eveneens ten behoeve van voortgaande verstedelijking.

De CD-fractie is zeer gekant tegen de ingezette verstedelijking, waarbij het provinciebestuur nog voorop loopt ook in die heilloze wens Zuid Holland vol te bouwen. Telkens wordt door Centrumdemocraten gewezen op de zeer nadelige en ingrijpende gevolgen voor ruimte, natuur en miljeu, landschap en waardvolle stedelijke architectuur. Tevens wordt dan gewezen op de hoofdoorzaak, namelijk de voortgaande immigraties. Dit laatste ergerde GroenLinkser Erik Meijer kennelijk zo erg dat hij reageerde en interrumpeerde met de vraag of Giesen het woonrecht ontzegde aan reeds hier verblijvende immigranten, en met de stelling dat Giesen slechts toekomstverkenningen hield. Net alsof die omstreden voldongen-feiten-politiek de stilzwijgende instemming behoeft van een ieder, zelfs van hen die het er volstrekt mee oneens waren.
"Ze hebben reeds een dak boven hun hoofd", zo was ongeveer zijn antwoord. De woningen hebben ze hier snel gekregen. Centrumdemocraat Giesen voelde zich allerminst geroepen om zich over enig opeisbaar woonrecht voor buitenlanders in ons land uit te laten, zeker gezien de wijze waarop dit het Nederlandse volk opgelegd is en wordt.

Al met al zal de provincie het Westen van Zuid Holland, conform de wensen van de minister neergelegd in de Vierde nota extra (VINEX), op grote schaal laten bebouwen met woningen, niet in de laatste plaats ten behoeve van de bevolkingsaanwas door gezinsvorming, gezinshereniging, komst van illegalen en asielzoekers en hoge geboortecijfers van allochtonen. De uitheemse, allochtone aanwas per jaar beloopt thans 4,4 %, dat is tienmaal zoveel als die van de inheemse, autochtone bevolking, welke slechts 0,44 % bedraagt.

Volgens de laatste "trendbrief" van de minister Alders moeten er nog extra 71.000 woningen bijkomen, waarvan wederom uitgerekend het provinciebestuur van Zuid Holland een flink aandeel van maar liefst 21.000 wil laten bouwen in haar provincie. Ook daarbovenop zullen wel weer extra woningbehoefte-ramingen komen, zeker als collega-minister Pronk z’n zin krijgt met z’n lust tot "verrijking van de samenleving’ door stimulering van nog veel meer immigratie.

Linda Gouderak 

 

 

HEEMLAND 06 (1994)

 

TEN GELEIDE

 

Geachte lezer,

De ontwikkelingen in Europa zijn na het wegvallen van het IJzeren Gordijn minder voorspoedig geweest , dan aanvankelijk verwacht werd. Veel heeft te maken met visie- en cultuurverschillen en belangentegenstellingen, die voorheen toegedekt waren ten gevolge van de allesoverheersende patstelling tussen de nucleaire mogendheden. In de rubriek Beschouwingen gaan we dieper in op deze tegenstellingen en op de herbezinning, die in Europa noodzakelijkerwijs zal moeten geschieden.

In vergelijking met buurlanden is het bevolkingsbeleid van de Nederlandse overheid ronduit slecht tot vijandig te noemen tegenover de zittende, inheemse Nederlandse bevolking. Het forse beroep op asiel steekt schril af tegen dat in de buurlanden, die de komst van asielzoekers drastisch weten in te perken en daartoe maatregelen hebben genomen. De centrum-rechtse regering van premier Balladur heeft voorstellen gedaan ondermeer wijzigingen in de nationaliteitstoekenning, die in lijn liggen met de voorstellen, zoals die bij de nederlandse Centrumdemocraten in hun jongste partijprogram staan.

Anders dan in Frankrijk wordt dit in Nederland de CD buitengewoon kwalijk genomen. In Nederland mag een centrumdemocraat in wezen nauwelijks wat zeggen. De media zijn centrumdemocraten buitengewoon vijandig gezind en proberen bijna alles wat zij te berde brengen, in een kwaad daglicht te plaatsen. Spijtig genoeg voor de Nederlandse regering en de gedienstige pers zijn door het jarenlange foutieve regeringsbeleid veel zaken dermate ernstig in de vernieling aan het raken, dat menigeen zich ,- ondanks alle vals moralistische geweeklaag van opiniemakers, kerken, vakbonden en gevestigde politiek -, wendt tot de nationaalgezinde Centrumdemocraten. Dat het wanbeleid van de Nederlandse regering onverminderd doorgaat, blijkt uit woonlastenstijgingen, woningnoodperikelen, aantasting van ouderdomsvoorzieningen en positieve acties voor allochtonen.

Mediagigant Elsevier trachtte politiek leider Hans Janmaat te vloeren met een verkeerd weergegeven interview. In de krantenknipsels vindt U een neerslag van de onthutsende verguizing die hem ten deel viel. Wat opvalt is, dat er slechte één regionaal dagblad, de Haagsche Courant was, dat het voorval rechtzette. De landelijke pers nam niet de betamelijke moeite om op de eerdere valse commentaren terug te komen. Bepaald huichelachtig is de opstelling van het dagblad de Telegraaf, welk blad zich als een soort partijorgaan voor de VVD en het CDA doet kennen en Janmaat voor immoreel verslijt. Dit keer presenteren wij U daarom een wat uitgebreidere Persspiegel, zodat U zelf de rol van de pers kunt nagaan.

De redactie

 

 

HEEMLAND 06 (1994)

 

UIT DE PROVINCIE

 

Op 17 juni 1993 besprak het provinciebestuur in zijn statenvergadering de financiële vooruitzichten voor dit overheidsorgaan. Waren deze in vorige jaren nog redelijk rooskleurig, dan valt het toekomstbeeld nu steeds somberder uit. Door overmatige ambities en vrijgevigheid met subsidies lijken tekorten te ontstaan, waar weinig bezuinigingen tegenover gesteld worden, anders dan inkrimping van personeel. Ook worstelt het college van gedeputeerde staten met de naderende gevolgen van een ingezette provinciale bestuurlijke reorganisatie; Zuid-Holland zal gesplitst gaan worden in één of mogelijk twee kleine stadsprovincies rond Rotterdam, onderscheidenlijk Den Haag en het overblijvende restgebied.

Deze slitsing heeft onloochenbaar een verlammend effect op het eigen functioneren met bijbehorend zelfbeeld van het provinciebestuur. Wat ook steeds meer opvalt is, dat het CDA, de partij die met een motie de aanzet tot de splitsing heeft gegeven, hierin nauwelijks een constructieve rol vervult en ook geen opmerkelijke bestuurlijke visie ontvouwt. De bestuurlijke brokken blijken door andere zo goed mogelijk opgeruimd te moeten worden.

Waar de Centrumdemocraten telkens voor gewaarschuwd hebben wordt steeds duidelijker: de meerkosten zullen erg groot zijn. De reorganisatie zal zeer veel extra financiële middelen vergen, waarvoor burgers en bedrijven het gelag zullen moeten betalen. Bedragen van 150 miljoen gulden incidenteel en jaarlijks 70 miljoen gulden structureel worden genoemd aan extra bestuurskosten per provincie-nieuwe-stijl. De burger zal er voorlopig niets wijzer van worden.

De CD-fractie is derhalve vastbesloten stelling te nemen tegen afsplitsing van een nieuwe stadsprovincie Haaglanden. Ze zal daarin naar verwachting slechts de kleine christelijke fracties aan haar zijde vinden. Aan een onthoofde restprovincie van Zuid-Holland bestaat geen behoefte bij de bevolking. De perikelen van veel gemeenten worden niet door dit soort operaties opgelost.

De voortgang naar de nieuwe stadsprovincie Rotterdam blijkt onomkeerbaar. De gemeente Rotterdam zelf wordt daartoe versnipperd in 12 kleine gemeenten. Of dat tot bestuurlijke vooruitgang leidt, is zeer twijfelachtig.

Ondertussen weten de gemeenten op het eiland Goeree-Overflakkee niet tot welke provincie ze zich het beste kunnen wenden bij deze provinciale herschikking. De fractie van D66 kwam met een initiatiefvoorstel voor een consultatief referendum onder de inwoners van het eiland. Op zich was dit geen slechte gedachte, nu de eiland-gemeenten in niemandsland dreigen te vallen of te worden tot een soort overloopgebied van het stedelijke Rotterdamse. Spijtig dat het voorstel op 16 september 1993 in de staten slechts de volle steun kreeg van D66 en de CD en daarmee van de baan was. De laatste berichten duiden er evenwel op, dat de gemeenten eieren voor hun geld gaan kiezen.

Goeree-Overflakkee wil in meerderheid aansluiten bij de provincie Zeeland. Gezien historie, cultuur, aard en ligging is dit natuurlijk de beste keus, waarop de CD steeds heeft gewezen. Aardig is, dat dit het herstel zou betekenen van de middeleeuwse grens tussen Holland en Zeeland langs Hollands Diep en Haringvliet.

In diezelfde statenvergadering op 16 september kreeg het landjepik door de gemeente Den Haag van een stuk grond van Wateringen z'n voltooiing. Er wordt beslag op gelegd ten behoeve van "Haagse" woningbehoefte. De instroom en de gezinsuitbreiding van allochtonen in Den Haag is groot. De CD-fractie was de enige, die tegen de grenscorrectie stemde. Nogmaals refereerde zij daarbij aan de hoofdoorzaak van de verstedelijkingsbehoefte, te weten de massale immigratie.

De heilloze verstedelijkings-wens was voor het college van GS een belangrijke reden om aan de minister van Verkeer en Waterstaat negatief te adviseren omtrent de aanleg van een nieuwe Rotterdamse luchthaven in de polder Schieveen in de statenvergadering van 17 september. Voor de CD-fractie was het een moeilijke afweging, daar niet voorbijgegaan kan worden aan de toch wel zeer beperkte ruimte in dit reeds sterk verstedelijkte gebied, met alle risico's voor veiligheid en schade aan het leefmilieu vandien. In vergelijking met vertrek vanaf het dichtbijgelegen Schiphol speelt tijdwinst voor het passagiersverkeer nauwelijks een rol, zeker niet na aanleg van de hogesnelheidslijn HSL langs Rotterdam.

Bovendien vroeg de minister een advies over een luchthaven met forse inperking van de gebruiksmogeljkheden, namelijk zonder het toestaan van nachtvluchten. Zo'n beperking maakt de luchthaven nagenoeg onrendabel. Onder zulke omstandigheden lijkt aanleg van een geheel nieuw vliegveld aldaar niet aan te bevelen.

Het inwinnen van het advies bij de provincie door minister Maij-Weggen was overigens meer ingegeven met het oogmerk om zelf haar beslissing te kunnen uitstellen, dan om werkelijk de meningen te peilen.

Linda Gouderak

 

 

HEEMLAND 06 (januari 1994)

 

BESCHOUWINGEN

 

Het afgelopen jaar 1993 kan gekenschetst worden als een jaar, waarin zich grote wijzigingen in de politieke vooruitzichten hebben voorgedaan. De ongeïnteresseerde, lijdzame opstelling van de westelijke mogendheden bij de grote maatschappelijke wanorde en onzekerheid en bij de oorlogen, zoals die in landen van Midden en Oost Europa optreden, zal alles te maken hebben met onzekerheid en onwelbevinden in de landen van West Europa en Amerka zelf. Alleen voor de Bosnische kwestie is een uitzondering gemaakt.

Op zich is de houding van de Amerikaanse regering onder Clinton, zich richtend op het op orde brengen van binnen-amerikaanse aangelegenheden een zeer verstandige politiek, die zeker niet af te keuren is.

De haviken in het Westen kunnen merkwaardig genoeg juist gevonden worden onder de linkse, linksclericale en pacifistische lieden, die in de tijd van de Koude Oorlog niet nalieten voor ontwapening te pleiten en veelal sympathiseerden met het virulente communisme. In Nederland staan de heren Jan Pronk en Mient-Jan Faber voorop om vanuit hun verkeerde visies zich met Bosnië te willen bemoeien.

Valutacrises en economische recessies in de hele wereld lijken uitingen van herschikking in de diverse werelddelen na het wegvallen van militaire en politieke stabiliserende factoren, die het gevolg waren van de verdeling van de wereld in twee grote, duidelijke invloedssferen van Amerika en de voormalige Sovjet-Unie. Met het wegvallen van de overzichtelijke verdeling en de afschrikwekkende wederzijdse dreiging blijkt alles veel complexer te zijn. Dat was het natuurlijk voorheen reeds.

Voor Europa wordt het uiteindelijk geratificeerde Verdrag van Maastricht thans door velen gezien als veel te vergaand, onrealistisch en zelfs ongewenst. Dit besef van onwenselijkheid, dat nu ook rijpt bij degenen, die er zonder veel nadenken in meegegaan zijn, stelt de tegenstanders van dit verdrag, dat moet leiden tot een monetaire en politieke bondsstaat van een klein, rijk West Europa, veel eerder in het gelijk , dan deze in 1992 ooit hadden durven verwachten.

In Duitsland is door het Constitutionele Hof van Karlsruhe uitgesproken, dat de Europese wet- en regelgeving niet prevaleert boven het Duitse recht. Deze worden nevenschikkend aan elkaar geacht. Wellicht zal deze uitspraak, die door de Duitse bondslanden, welke terecht bezorgd waren over hun regionale autonomie, leiden tot een grondige herbezinning, zowel in Duitsland als in de andere staten van de Europese Gemeenschap. De verdere gang van zaken met betrekking tot overdracht van taken en bevoegdheden naar de centrale Europese organen raakt gelukkig steeds meer omstreden. Men mag zich afvragen, of zo'n vergaande integratie en supranationalisatie wel in het belang is van de volkeren van Europa.

In plaats van versnelling en verdieping van Europese eenwording, wel te verstaan van klein West Europa, zou het voor de politieke, militaire en economische stabiliteit van heel Europa wel eens veel belangrijker kunnen zijn om te streven naar verbreding en naar geleidelijke vorming van een confederatie van Europese staten in een statenbond met behoud van grote nationale souvereiniteit der afzonderlijke landen. Die ene munt, die ene richtlijn, die ene handelscultuur, die ene voertaal in het Europese maatschappelijke verkeer zijn beslist niet na te streven ten koste van de nationale eigenheden der volkeren en hun zelfbeschikking. De moeite die het nu al vergde, om het gebruik van de Nederlandse taal veilig te stellen in het Europese verkeer, mag ons te denken geven, hoe het verder zal gaan, als de eurocraten nog meer te vertellen krijgen.

De kwetsbaarheid, ook in West Europa zelf, van het maatschappelijk bestel is dit voorbije jaar scherp naar voren gekomen. We leven niet meer zo veilig en zeker als voorheen. Oorlogen, zelfs vlakbij in voormalig Joegoslavië, zijn het bewijs van zeer fundamentele tegenstellingen. In vele gebieden, waar een vroegere centrale regering aan gezag heeft ingeboet of wegvalt, treden conflicten op. De tegenstellingen zijn nogal eens cultureel en etnisch bepaald. Verwonderlijk is dit allerminst. Multiculturele staten zijn nooit wezenlijk stabiel, immer onderhevig aan idealen en belangen, die strijdig met elkaar kunnen worden. Veranderingen van enige aard of omvang kunnen dan aanleiding geven tot een conflict.

Joegoslavië ligt op het snijvlak van drie culturen; de christelijke, de orthodoxe en de islamitische. Het wegvallen van de communistische autoriteit leidde tot wensen van nationale zelf -beschikking van diverse kleine volken als Slowenen, Kroaten en Albanezen. Toen Izetbegovic zijn Bosnische staat met interne moslimheerschappij internationaal erkend kreeg, was het kruitvat compleet. De boedelscheiding wordt beslecht in een jammerlijke oorlog. De etnische ontvlechting van wat eens door Habsburgers en Ottomanen deels door bewuste kolonisaties vanuit andere streken vervlecht was met het doel deze grensgebieden beheersbaar te houden, wordt thans gewelddadig voltooid.

Dat geweld had mogelijk voorkomen kunnen worden door een beter inzicht in en respect voor de historie van deze gebieden. Maar juist voor ordening op etnisch nationale basis was bij de westelijke elites in Europa en Amerika geen interesse. Integendeel, men liet zich aanvankelijk voor het karretje van een Bosnisch multicultureel staatsproeftuintje onder moslimhegemonie spannen en pas toen de Serviërs onder Karadzic dat niet aanvaarden en het slagveld kozen, erkende men de foutieve inschattingen.

Internationaal is de Bosnische kwestie tot speerpunt gemaakt van diverse ideologiën; het Westers-Amerikaans multiculturalisme, de wereld van de Islam en de Slavisch-orthodoxe belangengemeenschap. De dwaalleer van het multiculturalisme werkt averechts voor het bereiken van duurzame, vredige oplossingen. Steeds willen betweters van deze leer een oplossing ten gunste van het Bosnische regiem afdwingen met 'gebruik van internationaal geweld'. Met opgeheven vinger, gespeend van werkelijkheidszin is daartoe opgeroepen. De Bosnische moslimpartij krijgt volop professionele hulp van vechtersbazen uit islamitische landen, waardoor de Kroaten verder moeten wijken. De islamitische wereld kent haar belangen beter, dan de christelijk-europese. Misschien brengt het recente bloedbad op een markt van Sarajevo, mede door de omstredenheid van het daderschap toch nog evenwichtiger internationale reacties teweeg.

Oostelijker, in Rusland en elders blijkt grove verpaupering en verloedering het beeld te bepalen. Zonder in te gaan op het al dan niet bizarre of bedreigende van de uitspraken van Zjirinovski, kan opgemerkt worden, dat de ongekend grote verkiezingswinst van deze grootrussische imperialist geen verrassing behoeft te vormen voor al wie, ook in West Europa open staan voor de wensen van burgers aan bestaanszekerheid, eigenwaarde en geborgenheid. En juist daarin heeft het opportunistische bewind van de antiparlementaire Jeltsin schromelijk gefaald. Aan te tekenen is, dat het Westen ook nauwelijks met daadwerkelijke hulp, een soort Marshall-plan over de brug gekomen is.

Dat de kaarten in de wereld drastisch geschut worden en dat daarbij grote belangen op het spel staan, is onloochenbaar. Grote ondernemers van multinationals zouden zich zorgen maken over de maatschappelijke ontwikkelingen. Er wordt met geveinsde bezorgdheid gewezen op de opkomst van zogenoemde extreemrechtse groeperingen in geheel Europa. Extreemrechts wil in dit geval niet veel anders zeggen dan nationalistisch. Het is echter wel hun maatschappelijk onverantwoorde gedrag met veel te grote uitstoot van arbeidskrachten en het is het slechte, verkeerde beleid van de hen daarbij gedienstige overheden, die leidden tot verlies van vertrouwen tussen gevestigde elites en politiek enerzijds en veel burgers anderzijds, vooral waar die laatsten aan de kant werden geschoven.

De roep om afbraak en drastische versobering van de west-europese verzorgingsstaten wordt luid vernomen uit de mond van werkgevers en politieke partijen, zowel ter rechter- als ter linkerzijde.

De linkerzijde wil ongehinderde immigratie, want dat verzwakt en vernietigt de natie-staten, die hen een gruwel lijken te zijn. Van hen mag wie ook van waar ook ter wereld zijn geluk beproeven in rijkere landen, zich beroepend op zogenaamd wereldburgerschap en op humanitaire argumenten door mensen zich te laten voordoen als asielzoekers. Die "blinde" immigratie kan wellicht het internationale socialisme brengen, waar het communisme faalde.

Massale immigratie met behoud van macht bij de gevestigde elites in parlementaire democratieën is slechts te verwezenlijken door de bestaande maatschappelijke arrangementen drastisch te versoberen, de uitkeringen te minimaliseren en de lonen te verlagen, door met vele vormem van positieve actie immigranten bij voorrang woningen, banen en scholing aan te bieden, met tijdelijke of blijvende achterstelling van de zittende inheemse burgers, die voor deze plaats moeten maken, en door de nieuwkomers zo snel mogelijk alle staatsburgerschapsrechten te verlenen om zodoende met de daardoor bij deze te verwerven steun en stem hun politieke en morele macht veilig te stellen.

De rechterzijde vindt dit allemaal prima en wijst nog eens met verontruste nadruk op de moordende economische concurrentie vanuit landen in zuidoost Azië en Amerika, die nauwelijks enig sociaal vangnet kennen. Het komt harde kapitalisten bizonder goed uit, indien er maar zoveel mogelijk winst tegen zo laag mogelijke kosten te behalen valt.

Zolang machthebbers zelf niet getroffen worden, lijkt het hen best; vervelend alleen dat er die opkomst is van nationalistische groeperingen, die steeds moeilijker gemarginaliseerd kunnen worden. Verbanning naar de zelfkant, uitsluiting door vakbonden, een ambtenarenverbod en meer van die fraaie middelen worden beproefd om opkomende nationaalgezinde stromingen in West Europa de pas af te snijden. Ondertussen gaan de verslechteringen voor de eigen inheemse bevolkingen door. Er worden geen maatregelen genomen om de oorzaken ervan weg te nemen en te voorkomen. Slechts de symptomen worden benoemd. De gevestigde elites kunnen ook moeilijk anders, daar ze zelf de aanrichters zijn van de problemen en de eruit voortvloeiende aantasting en afbraak van maatschappelijk verworvenheden van delen van de inheemse bevolking.

Hoe ook het komend jaar zich de toestand in Europa zal ontwikkelen, het falen van de gevestigde politiek in behartiging van belangen en rechten van de eigen inheemse burgers is zonneklaar. De breuk tussen politiek en benadeelde, gekwetste burger zal niet makkelijk te herstellen zijn. De staatsverlating is er, wederzijds. De staat laat haar burgers in de steek en de burgers hun staat.

Maar al diegenen, die terecht verontwaardigd raken over de uitwassen van het gevoerde politieke beleid, dat hen totaal niet dient, kunnen die politiek stoppen door de overstap te maken naar nationaalgezinde centrumpartijen. Die hebben als richtsnoer de idealen van zelfbeschikking en zelfbescherming van solidaire volksgemeenschappen van vrije burgers in Europa. Die idealen vragen om geheel andere antwoorden en oplossingen, dan de noodverbanden ingegeven door antinationaal multiculturalisme en wereldkapitalisme, voorzien van linkse of rechtse sauzen.

Europa zal zichzelf kunnen terugvinden na bijna een halve eeuw verdeeld te zijn geweest, onderhorig en onderdanig aan twee grootmachten, die dit werelddeel in alle opzichten beheersten. De Amerikaanse supermacht trekt zich terug, terwijl het Sovjet-communisme verleden is. Dit is écht een nieuwe tijd. Europa zal moeten ontwaken en zal eigen gezag kunnen ontwikkelen met eerbiediging van de eigen waarden. Als men zich de wezensvreemde geestelijke invloeden en dwalingen bewust wordt en van zich weet te schudden, kan Europa zich weren en in vrijheid de eigen zaken behartigen.

 

 

HEEMLAND 07 (zomer 1994)

 

TEN GELEIDE

 

Geachte lezer,

We werpen een korte terugblik op de Europese verkiezingen. In België wist het Vlaams Blok zich te stabiliseren op hoog niveau. De provincies Limburg en West Vlaanderen, waar voorheen de aanhang geringer was, lieten thans ook scores zien van tegen de tien percent. Voor deze nationalistische partij kan daarmee van een succes gesproken worden. Twee Vlaamsblokkers zullen hun intree doen in het Europese Parlement. Spijtig genoeg zullen ze het aldaar moeten stellen zonder steun van politiek verwante groepen uit Duitsland en Nederland. Voor Nederland waren de Europese verkiezingen de derde in een reeks in enkele maanden tijds. Deze gang ten derde male is door veel kiezers overgeslagen. Nederland, het land, dat volgens kenners zo pro-Europees zou zijn, liet de laagste opkomst van alle landen zien. De politieke partij Centrumdemocraten is gedurende de drie opeenvolgende verkiezingen dermate onder vuur komen te liggen, dat aanvankelijke voorspelde grote successen uitbleven. Zeker wist de CD in tal van gemeenteraden vertegenwoordigers te krijgen, maar de geringe doorbraak bij de Tweede-Kamer-verkiezing op 3 mei stelde teleur. Allerlei verklaringen zijn daarvoor te geven; we willen dat hier niet doen. De neergaande lijn in de interesse van de kiezer voor de Centrumdemocraten zette door en had het bekende gevolg van geen zetel in Europa. Herbezinning in eigen gelederen kan wellicht mede het tij keren.

In dit nummer van Heemland besteden we vooral aandacht aan het werk in Provinciale Staten van Zuid-Holland. Steeds weer staat daarbij de vraag voorop, of we in Zuid Holland door moeten gaan met het volbouwen van onze provincie met woningen. De verstedelijking grijpt verder om zich heen en laat weinig ruimte ongemoeid. Zowel bij de begrotingsbehandeling van vorig jaar, als bij een statendebat over de 'woningnood' op 18 maart ging statenlid Giesen in op de problematiek en betrok daarbij de immigraties, thans vooral van asielzoekers als belangrijke oorzaak, dit tot ongenoegen van andere fracties, het college en de CdK, de heer Patijn. Het is na te lezen in 'Notulen provinciale staten' en de begeleidende rubrieken.

Tot slot willen we U, als belangstellende lezer van ons blad, niet alleen een goede zomer toewensen, maar ook op het hart drukken ons aller doel voor ogen te blijven houden een sterke vaderlandslievende beweging te scheppen, die de Staat wijst op zijn verantwoordelijkheden jegens ons eigen Nederlandse volk.

De redactie

 

 

HEEMLAND 07 (zomer 1994)

 

UIT DE PROVINCIE

 

In het debat van vorig jaar op 21 oktober 1993 over de begroting 1994 stelde statenlid Mart Giesen scherp de verregaande verstedelijking van Zuid-Holland aan de kaak, waarvan toch alom onderkend wordt, dat dit zo niet door kan gaan. Ook haakte hij in op het betoog van Groenlinkser P. de Jong. Die sprak liefkozend over "proeftuinen van de multiculturele samenleving", waar hij het had over de grootstedelijke problematiek van Den Haag en Rotterdam. Het is maar hoe je er tegen aan kijkt ! Wezenlijke oplossingen worden niet gevonden door de immigatie-stromen te geleiden door extra woningbouw te plegen en door drang of zelfs dwang op de zittende bewoners om om maar snel door te stromen naar duurdere woningen. Nederland is geen immigratieland !

Giesen hamerde ook op zuinigheid bij de provinciale overheidsfinanciën en wees op het relatieve gemak waarmee subsidies verstrekt worden en de geringe controlemogelijkheden. Wellicht mede door dit weer aan te kaarten van de zijde van de CD-fractie werd door het college toegezegd om in 1994 een kritisch onderzoek naar het subsidiebeleid te zullen verrichten, zodat meer geld vrij beschikbaar komt voor keuzemogelijkheden van bestedingen en bezuinigingen.

Bij de beantwoording door het college trachtte gedeputeerde v.d. Vlist de Centrumdemocraten van repliek te dienen. In eerste termijn had Giesen namelijk de Groenlinkser E. Meijer afgetroefd. In de pauze had v.d. Vlist die opdracht tot reprimande kennelijk meegekregen, waarschijnlijk zelfs van een nijdige commissaris van de Koningin, de heer Patijn. Er ontspon zich een woordenwisseling over de vraag, waardoor het ruimtebeslag zo aanzienlijk toeneemt in Zuid-Holland. In tweede termijn zette ons statenlid nog eens de puntjes op de 'i', en wees op de forse immigratie van de laatste twintig jaar. Ex-communist Meijer sputterde wat.

De streek rond Rotterdam, Rijnmond wil stadsprovincie worden. Daartoe is door de minister een wetsvoorstel ingediend. De provincie Zuid-Holland kon hierop haar reaktie geven. Nu is deze provinciewording in een onomkeerbaar stadium beland, reden waarom statenlid Giesen zich beperkte tot een negatief oordeel over het provinciale antwoord aan de minister. Hij gaf in de statenvergadering van 21 januari 1994 aan, dat de CD het ontstaan van twee zeer verschillende provincietypen afwijst, terwijl het college dit nu juist bepleitte in zijn antwoord. Ook uitte hij kritiek op het voegen van Goeree-Overflakkee bij de nieuwe stadsprovincie, wat overigens meer fracties deden. Op het laatste punt kwam het college deze fracties en de gemeenten zelf op Goeree-Overflakkee tegemoet door nog tijdens de zitting een nota van wijziging te brengen op de ontwerpregeling inzake de gemeentelijke en provinciale herindeling van het betrokken gebied. Het eiland mag wellicht naar Zeeland overstappen! De CD tekende als enige fractie bezwaar aan tegen de versnippering van Rotterdam in twaalf kleine gemeenten.

 

 

HEEMLAND 07 (zomer 1994)

 

BESCHOUWINGEN

 

Partijpolitiek: de ‘Centrumdemocraten’

Het wordt ons droef te moede, als we de geringe bereidheid van burgers zien om daadwerkelijk de bakens te verzetten. Er is veel onvrede, maar dit vertaalt zich niet in lid worden van of kiezen voor partijen, die vanuit hun politieke standpunten wezenlijke maatschappelijke veranderingen voorstaan. Tientallen jaren eenzijdige, ideologische hersenspoeling hebben hun desastreuze werk gedaan.

Het verloop van de recente verkiezingen in Nederland overziende, is er ook werkelijk alles aan gedaan om de repressie op te voeren en het publiek te vermurwen om toch vooral niet op de CD te stemmen. Door de media is hiertoe niets aan het toeval overgelaten; geen middel was te gortig. De sfeer jegens de Centrumdemocraten is navenant grimmiger geworden.

Als oppositioneel politiek alternatief moest de partij de grond ingeboord worden. Dat is deels gelukt. In plaats van opstandigheid, die zeker te rechtvaardigen is, is het in den lande thans matheid en opportunisme troef geworden.

Toch mag zelfkritiek bij de Centrumdemocraten plaatsvinden, waar een weerbaar en aktief middenkader van voldoende omvang ontbroken heeft om de slag van drie opeenvolgende verkiezingen goed aan te kunnen en om tijdens en na die verkiezingen tegen negatieve publiciteit en druk bestand te blijven.

Bovendien blijkt er rond de top van de partij een machtsvacuüm ontstaan te zijn, waar kwaadwilligen hun slag konden slaan.

Door verbeteringen in de organisatie en van de stijl van besturen zou de partij Centrumdemocraten zich kunnen hervormen om alsnog wervender op te treden.

Er tekent zich nu stagnatie af bij de vorming van een brede, nationaalgezinde politieke beweging. Behalve een redelijk loyale, vaste kiezersaanhang, waarop de partij bij de Tweede Kamer verkiezingen terugviel, zal ze toch bij een groter publiek weerklank moeten vinden.

De kiezersaanhang is thans te beperkt en waarschijnlijk ook maatschappelijk te smal van samenstelling. Voor iedereen, die de Nederlandse zaak ter harte gaat, zou de partij een politiek aanspreekpunt kunnen bieden, waar men met z'n wensen en ideeën terecht kan. Zo'n hervorming van de partij zal kunnen lukken, als er een vrije discussie binnen de geëigende organen tussen de aktieve leden plaats kan vinden over partij-aangelegenheden. Die discussie zonder dictaten en dreigementen moet wel uitmonden in werkbare, praktische voorstellen.

Onderwijl zal iedereen in de partij zich van de taaiheid van het politieke veranderingsproces bewust moeten zijn en zich rekenschap hebben te geven van de verraderlijkheid van de tegenstanders. Niet meer zal bij de eerste de beste wrijving weggelopen mogen worden. Politieke verantwoordelijkheid verdraagt zich immers slecht met het er de brui aan geven en het elkaar betichten van het veroorzaken van de tegenslag.

Doel zal blijven een sterke, vaderlandslievende volksbeweging te scheppen, die het aan het landsbestuur duidelijk maakt, dat onze Nederlandse Staat een hele specifieke opdracht heeft te vervullen jegens ons eigen Nederlandse volk.

 

 

HEEMLAND 07 (zomer 1994)

 

WONINGNOOD

 

Door het CDA was bij monde van statenlid J. Heijkoop voor 18 maart 1994 een gedachtenwisseling aangevraagd over de nijpende woningnood in Zuid-Holland. Deze vroeg om snellere beschikbaarheid van woningen. Dit zo zondermeer stellen is zwichten voor de druk op de woningmarkt zonder de belangrijkste oorzaken van de huidige woningnood erin te betrekken en te trachten die oorzaken weg te nemen.

Er was dus alle reden voor de CD-fractie om meteen aan deze gedachtenwisseling deel te nemen. Statenlid Mart Giesen verzocht danook om in eerste termijn al te spreken. Vreemd was, dat zich verder geen anderen voor de eerste termijn gemeld hadden.

Hij knoopte aan bij de alarmerende berichtgeving in de dagbladpers rond de fors oplopende immigratie van asielzoekers en de onbeheersbaarheid van veel processen.

Het sinds jaar en dag toegeven aan de externe bevolkingsdruk is toch hoofdmoot van de buitensporige vraag naar goedkope woningen en deswege van de krapte op de woningmarkt in alle nog enigszins betaalbare categorieën, zowel in de huursector, als in de koopsector.

Ons statenlid ging het debat met verve aan. Hij beperkte zich wijselijk tot de kwantitatieve en materiële kanten van de woningnoodproblematiek en het ruimtebeslag, die de immigraties meebrengen, en vroeg aandacht voor de aantasting van de leefbaarheid in ons land door het slechte regeringsbeleid. Met een oproep aan provinciale staten om bij het Rijk aan te dringen op remigratiebevordering en immigratiebeperking eindigde hij zijn duidelijke betoog.

Direkt hierna vroeg statenlid Peters (PvdA), die het blijkens een krantenartikel zo moeilijk discussiëren vindt met Giesen, aan de CDA-fractie om te reageren op het verhaal van de CD. Zelf ondernam hij geen enkele poging.

In tweede termijn verwees Heijkoop, die namens het CDA inging op de uitnodiging van Peters, naar het Verdrag van Genęve, waaraan men zich verplicht voelt, ook al loopt het asielzoeken in de praktijk volledig uit de hand.

Giesen werd in zijn tweede termijn meermaals door statenleden van andere fracties geïnterrumpeerd. Hij pareerde de eerdere stellingen van gedeputeerde, mevrouw Stolker-Nanninga, gedaan in haar beantwoording in eerste termijn, dat Nederland zich vooraan de ellende van vluchtelingen voor geweld en voor armoede aan zou moeten trekken, omdat wij, - als 'gevrijwaarden' van zulke problemen -, bevoorrecht zouden zijn, en dat wij dan hier in Nederland oplossingen voor hen zouden moeten zoeken.

De centrumdemocraat relativeerde deze suggesties sterk door te wijzen op de massaliteit en vaak omstreden aard van het asielzoeken, op het gegeven dat Nederland niet verantwoordelijk is voor de ellende in de gehele wereld, op het wel sterk afgenomen draagvlak voor het asielbeleid door de bizonder zware lasten en op de grote bevolkingsdichtheid en de ruimtenood in ons land. De verschillende interrupties werden door hem met argumenten weerlegd, zodat zijn betoog ook in tweede termijn volledig overeind bleef.

Met vaart liet de Commissaris van de Koningin, S. Patijn vele woordvoerders alsnog toe te spreken over het onderwerp. Verschillenden haalden in hun verhaal uit naar de CD, met name Groenlinkser P. de Jong. Giesen corrigeerde hen, waar dat nodig leek, op gepaste wijze.

Het gehele debat overziende, had ons statenlid een belangrijke bijdrage hieraan geleverd en had hij het debat op vele ingebrachte punten bepaald en in zijn voordeel beslecht.

Dat deze conclusies terecht getrokken mogen worden, blijkt duidelijk uit het slot van deze statenvergadering.

De Commissaris van de Koningin verleende aan zichzelf ineens het woord om in een lange tirade aan het adres van de vertegenwoordiger van de Centrumdemocraten een moraliserende domineespreek af te steken. Regent Patijn liet zich kennen!

Het lag er zo dik boven op, dat Giesen kon volstaan met enige korte kritische opmerkingen, die er niet om logen.

Natuurlijk heeft de schrijvende pers er nauwelijks enige aandacht aan besteed. Door Centrumdemocraten gewonnen debatten verzwijg je immers zoveel mogelijk. Alleen de Haagsche Courant vermeldde de ongewone gang van zaken aan het slot van de vergadering. Wel werd de tirade van Patijn in de pers en in de staten aangehaald om het zogeheten "antiracisme" van de 'bewogen', nieuwe burgemeester Patijn van Amsterdam te benadrukken.

(Om de lezer een goed beeld te geven van het debat lieten we dit debat in "Notulen provinciale staten" voor het grootste deel volgen. De enkele weggelaten passages zijn voor een goed begrip van inhoud en beloop van het debat niet van belang. ) 

P.S. zie ter raadpleging de originele tekstuitgave van Heemland 07

Linda Gouderak

 

 HEEMLAND 08 (lente 1995)

 

TEN GELEIDE

 

Geachte lezer,

Voor U ligt het achtste nummer van het tijdschrift Heemland. Dit tijdschrift is bedoeld voor allen die zich betrokken voelen bij de nationaalgezinde politiek in de lage landen bij de zee, onafhankelijk van de partijpolitieke binding die men heeft.

Behoud en herstel, versterking en ontplooiing van de nederlandse identiteit en integriteit in Europa is de inzet, waaraan de redactie door deze uitgave een bescheiden bijdrage wil leveren.

De uitgave werd tot voor kort bekostigd middels de statenfractie der Centrumdemocraten van Zuid-Holland. Door een wijziging in de samenstelling van de fractie is de voortzetting van de uitgave niet meer vanzelfsprekend en beraadt de redactie zich hierover. De speciale partijpolitieke binding aan de CD is door de wijziging komen te vervallen.

Om een volledig beeld over de gehele statenperiode van 1991 tot 1995 te verschaffen, is opzet, inhoud en uiterlijk van dit nummer in overeenstemming gelaten met de vorige nummers van Heemland. Dit is waarschijnlijk de laatste maal dat het statenwerk besproken wordt in deze uitgebreide vorm. In Zuid-Holland is de heer P. de Jong statenlid M. Giesen opgevolgd, die het veld moest ruimen wegens oplopende bestuurlijke onenigheden met de heer Janmaat, waarbij een kringvergadering door de partijleider zelf belet werd. Voor het Nederlands Blok trok Giesen vervolgens zonder veel kans de lijst.

Namens de CD heeft hij tot zijn vertrek uit de staten de belangen van de centrumdemocratische, nationaalgezinde kiezers vertolkt, na te lezen in de rubrieken 'Uit de provincie' en 'Notulen Provinciale Staten'.

De redactie

 

 


 HEEMLAND 08 (januari 1995)

BESCHOUWINGEN


Op 8 december 1994 vermeldt een landelijk ochtendblad dat het asielzoekersbeleid de komende 4 jaar het lieve bedrag van 20 miljard guldens gaat kosten. Het is het tragisch financieel hoogtepunt van bevolkingsbeleid van de afgelopen decennia. Resultaat van een nationaal onvriendelijke om niet te zeggen nationaal vijandige politiek van de overheid. De geleidelijke demografische verschuiving van de bevolking van nederlands naar buitenlands wordt telkens versneld. Aanvankelijk was er de komst van de mediterrane gastarbeiders, waarvan de terugkeer verondersteld werd vast te staan. Bij de verlening van onafhankelijkheid aan Suriname werd Nederland verrast door de invasie van de helft van haar bevolking. Daarna zorgden minderhedenlobbies waaronder kerken voor de massale legalisaties van illegale mediterranen. Gezinsvorming en gezinshereniging betekenden het definitieve einde van de remigratie belofte en hielden de bestendiging in van omvangrijke etnisch culturele minderheden in ons land. Massale naturalisaties met behoud van de vreemde nationaliteit geven er nog meer een wettelijke basis aan. En thans is er dan de gestage vorming van nieuwe etnische groepen uit de asylanten-populaties, zoals die van Somaliërs met 25.000 zielen.

Deze politiek leidt tot verlies van zeggenschap van nederlanders over hun eigen wijken en dorpen, waar etnische minderheden de dienst gaan uit maken. Uiteindelijk kan het zelfs leiden tot verlies van de hegemonie van het eigen Nederlandse volk over het eigen land, terwijl op de 'Nederlandse Staat' al nauwelijks beroep meer mogelijk is voor behartiging van de specifiek Nederlandse belangen door de Nederlandse ingezetenen. Die staat wordt ons immers als exclusief Nederlandse instelling reeds ontnomen door veel wetgeving in het kader van 'antidiscriminatie'. Artikel 1 van de grondwet spreekt voor zich. Destijds op voorstel van de communist Marcus Bakker aangenomen, is Nederland tot proeftuin van een multiculturele samenleving bevorderd. Nederland als voorbeeldig gidsland, ten dienste van wie eigenlijk? De solidaire, etnisch redelijk homogene samenleving van weleer moet het veld ruimen voor een verzameling van etnisch culturele groepen, die mekaar op velerlei wijzen gaan beconcurreren in een nomadisch kapitalistische vechtmaatschappij naar Amerikaans model met de sociale en raciale jungle in het verschiet. De extremen van links en rechts, van globaal kapitalisme en internationaal socialisme mogen zich met zo'n maatschappij gelukkig prijzen!

Al met al wordt in ieder geval een demografische verschuiving van grote omvang bereikt met paspoort-Nederlanders van vooral Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse origine, die voor de wet als Nederlanders beschouwd moeten worden. Alsof dit nog niet genoeg was wordt de multiculturele component versterkt met asielzoekers. Mensensmokkelaars kunnen zich verrijken en criminelen en avonturiers kunnen hun slag slaan.

Gevolgen zijn er allereerst voor de meest kwetsbare lagen van de Nederlandse bevolking. De overheid blijkt het restant aan gemeenschapszin en onderlinge Nederlandse solidariteit te hebben willen breken. Door enerzijds de instroom van mensen met heel verschillende culturen en anderzijds verlies van werk raakten veel buurten sociaal ontredderd en vormen geen solidaire gemeenschappen meer. Nieuwe, 'multiculturele' gemeenschapszin laat zich niet afdwingen, zeker niet bij nederlanders die zelf tot en met het slachtoffer zijn van het gevoerde overheidsbeleid.

Mensen die in generlei opzicht verwant zijn, zich niet met elkaar verbonden voelen, geen gemeenschappelijke moedertaal, cultuur en achtergrond hebben en wier belangen vaak tegengesteld zijn, vormen geen 'samenleving' meer, maar leven in een strijdperk. Nu nog vragen door de gevestigde politiek om sociale houdbaarheid van de samenleving is echt vals. De politieke elite had lak aan de eigen inheemse nederlandse samenleving in de oude wijken van de grote steden en ze heeft lak aan alle dorps- en wijkgemeenschappen die opgezadeld worden met grote asielzoekersaantallen.

Kwantitatief laat de demografische verschuiving zich illustreren aan de bevolkingsexplosie met 2 miljoen tussen 1970 en 1990 van 12,9 miljoen naar 14,9 miljoen inwoners of met 3 miljoen tussen 1966 en 1992 van 12,2 miljoen naar 15,2 miljoen inwoners. Naast de forse toename door immigratie is er de autonome binnenlandse allochtone bevolkingsgroei. De allochtone bevolking groeit jaarlijks met 4,4 %, wat tien keer zoveel als bij de autochtone bevolking, die een groei van slechts 0,4 % per jaar kent. Afhankelijk van de definiëring van het begrip 'allochtoon' herbergt Nederland minstens 1 miljoen allochtonen van etnisch cultureel welomschreven signatuur, welk aantal oploopt tot ruim 2,2 miljoen bij een ruime omschrijving. Overigens lijkt onduidelijkheid en verdoezeling bij de presentatie van statistische gegevens op dit gebied eerder regel dan uitzondering in overheidspublicaties.

De weg naar de multiculturele maatschappij wordt geëffend op diverse manieren; door massa-immigratie, door multi-etnificatie en door denationalisatie. Tegelijk worden politiek maatschappelijke opvattingen die hiertegen in het geweer komen, tot op het bot bestreden. Voor Nederland als geheel heeft massa-immigratie allereerst vooral kwantitatieve gevolgen voor de eigen bevolking in financieel en materieel opzicht. Het leidt tot een directe materiële aanslag op onze staatshuishouding, ons miljeu en onze leefruimte. Multi-etnificatie werkt vooral kwalitatief door en betekent een culturele aanslag op onze volksgemeenschap, op identiteit en integriteit.

De denationalisatie ondermeer in de wetgeving, welke deze processen begeleidt en afmaakt, moet de oppositie tegen de multiculturele politiek uitschakelen op alle gebieden van het maatschappelijk leven tot in de kleinste details en de verste uithoeken. Ze moet de gedachten en gevoelens van elke burger aan het "multiculturele ideaalbeeld" programmeren en vormt daarmee een totalitair ideële aanslag op ons volk als zodanig.

De Nederlandse staat wordt ondergeschikt gemaakt aan het dienen van het multiculturele ideaal vooralsnog ongeacht de kosten. Ze wordt beschouwd in beginsel omgevormd te zijn tot een etnisch neutrale, afzijdige staat, die niet meer allereerst de zelfbeschikking van ons Nederlandse volk dient.

Dat de staat in al zijn facetten onder druk komt te staan door deze processen lijdt geen twijfel; verzorgingsstaat, rechtsstaat en natie-staat zijn in het gedrang om de woorden van columnist Paul Scheffer aan te halen. RABO-topman Wijffels wijt de hoge stand van de lange rente ondanks een lage inflatie in ons land aan wantrouwen over de financiële mogelijkheden vanwege de risico's van de immigraties. Tal van zaken, die we hier dachten goed geregeld te hebben, zijn opnieuw punt van zorg. De criminaliteitsbestrijding wordt steeds problematischer; de buitenlandse invloeden zijn in discussies een zeer heikel onderwerp. Verwezen mag worden naar de discussies over criminele Antilliaanse jongeren, de snelle opmars van de maffia van Russische en andere origine in oude wijken en de onevenredig hoge criminaliteitscijfers onder allochtonen. De vrouwenemancipatie leek voltooid, maar staat nu nog steeds op de agenda door culturele factoren onder de islamitische immigranten. Onderwijs en gezondheidszorg worden steeds duurder en moeilijker toegankelijk. De afbraak van het sociaal-zekerheidsstelsel gaat gestaag door, waarbij geen enkele uitkering of voorziening gespaard wordt; de bestaansonzekerheid bij de betrokkenen laat zich raden.

Algemeen nemen gevoelens van onzekerheid en onveiligheid toe. Normen en waarden vervagen. Brutaliteit, snoeverij en het snelle graaien en snaaien lijken toonzettend geworden in de omgang. Respect voor andermans eigendom, privaat en publiek verdwijnt, getuige de groei van vandalisme en kleine criminaliteit. De huren rijzen de pan uit; koopprijzen voor woningen blijven stijgen. De woonlasten zijn voor zeer velen bizonder nijpend geworden en de woningnood is er weer, terwijl de eigen inheemse nederlandse bevolking echt nauwelijks groeit. Gemeentelijke en waterschapsheffingen betekenen voor velen het inleveren van halve of hele maandsalarissen. Voor de modale kostwinner neemt de welvaart af en gaat het multiculturele experiment steeds zwaarder op zijn schouders rusten, terwijl hem bij het uiten van ongezouten kritiek door wetten en veranderde regels het zwijgen wordt opgelegd.

Kritiek op het multiculturalisatiebeleid van de overheid wordt al helemaal niet geduld; de overheid is immers een etnisch afzijdige instantie geworden. Oprispingen van beroep op echt Nederlanderschap worden resoluut als "fout" bestempeld. Bijna iedereen hier in Nederland is Nederlands staatsburger en dus "Nederlander" of kan het binnen de kortste keren worden zonder iets te hoeven inleveren van de eigen cultuur en nationaliteit Vereisten worden nauwelijks gesteld, zoals inzake afstamming, culturele verbondenheid en verblijf gedurende meerdere generaties in ons land. De echte Nederlander is dan toch zijn exclusieve etniciteit en nationaliteit zeker in de wetgeving ontnomen.

Behalve de inheemse Nederlander mag ieder ander zich beschouwen als behorend tot een unieke groep of een uniek volk soms zelfs met de originele nationaliteit erbij en zich binnen dit land op non-discriminatie beroepen.

Nu kan men het vorenstaande wel een puur theoretisch verhaal vinden en zeggen dat je er individueel voor jezelf in de praktijk weinig last van zult hebben. Dat zal echter snel een illusie blijken. De anti-discriminatie wetten, regels en codes reiken ver. Ze zijn niet in het minst bedoeld voor het dagelijkse leven en ze worden juist van stal gehaald bij onenigheid, conflicten en overlast. Dan blijkt de gekrenkte Nederlander een heel scala aan verweersmoglijkheden vanuit de eigen culturele achtergrond te moeten ontberen, terwijl de ander juist volop gebruik kan maken van zijn etniciteit. Het juridische repressieapparaat van de overheid zelf staat hem ter beschikking middels de anti-discriminatie en positieve actie bepalingen. De term racisme wordt vaak zodanig verruimd uitgelegd als slaande op elke vorm van opkomen voor inheems nationalisme of culturele eigenheid, los van de oorspronkelijke betekenis van superioriteitsideeën op grond van biologische raskenmerken, dat een ieder zich al snel in de verdachtenbank geplaatst ziet. Het begrip racisme is zodoende moedwillig vervuild om het makkelijk te kunnen toepassen op andersdenkenden. Ook mag de sociaal morele repressie niet onderschat worden. Voor je het weet, wordt je door je omgeving gebrandmerkt als "fout", en zie dat stigma dan nog maar eens kwijt te raken! Menig Nederlander is dat al overkomen; zelfs de heer P. Ego, voorzitter van het OSL, die zich graag distantieert van bijvoorbeeld centrumdemocraten. Hij werd veroordeeld voor discriminatie en weet nu dat het ook hem niet bespaard blijft. Na dit vonnis had hij het terecht over "Gedankenpolizei", toen hij over de rechtelijke macht in dit land sprak.

Voor nationaalgezinden is er niets verwerpelijks of verachtelijks aan discriminatie als zodanig, mits op goede gronden. Discrimineren betekent niets anders dan onderscheiden. Een goede grond voor het maken van onderscheid is nationaliteit en ook etniciteit. Nationaalgezinden vinden dat de Nederlandse Staat in dienst behoort te staan van het Nederlandse volk en tot taken heeft de bescherming en behartiging van de belangen, de cultuur, de taal, de rechten en de vrijheden van Nederlanders en van het Nederlandse volk als geheel. De Nederlandse overheid is moreel verplicht voor die taken te discrimineren tussen Nederlanders en niet-Nederlanders in de nationaalbewuste politieke visie, zulks ter verdediging van ons zelfbeschikkingsrecht als volk. Een wezenlijker legitimatie heeft deze staat niet. Maar zonder verwerving van politieke macht ziet de toekomst er somber uit voor wie zo denkt.

De maatschappelijke elite heeft de Nederlandse natie-staat al afgezworen en blijkt uit op verdere afbraak van gevoelens van volksverbondenheid. Ze denkt in een etnisch neutrale staat met een verdeelde bevolking van multiculturele, liefst multi-etnische samenstelling haar gezag te kunnen behouden.

 


HEEMLAND 08 (lente 1995)

 

TERUGBLIK

 

In België wist het Vlaams Blok de winst behaald bij de Europese verkiezingen vorig jaar vast te houden en uit te bouwen volgens de uitslagen van zondag 21 mei 1995. Een gemiddelde van 12 percent in het Vlaamse landsdeel mag een uitstekend resultaat genoemd worden, ondanks hoger gestelde verwachtingen.

Nog steeds is het resultaat voor de nationaalgezinde partijen in Nederland bedroevend veel lager, zoals onlangs op 8 maart bij de provinciale statenverkiezingen. Versnipperd optreden was er nauwelijks oorzaak van; wel de schijn-nationale oprispingen van de heer Bolkestein, waardoor veel kiezers zich keer op keer in de maling laten nemen. Dit conservatieve heerschap in liberale gelederen bond meteen schielijk in, nadat de buit aan stemmen binnen was. Met 35.000 asielzoekers per jaar mag Nederland van de VVD niet meer mopperen. België schijnt er overigens jaarlijks maar 4.000 te hoeven verwerken. En liberaal minister Dijkstal van Binnenlandse Zaken wil alsnog het bedrijfsleven tot de tewerkstelling van allochtonen bij wet verplichten middels registratie op straffe van sancties.

Zoals eerder opgemerkt maakt de vaderlandslievende stroming moeilijke tijden door. In hoger beroep werden op 28 maart de partijleiding van de CD en de partij zelf veroordeeld voor "belediging of discriminatie". Ook OSL-voorzitter P. Ego werd op 16 maart veroordeeld voor "discriminatie" als hoofdredacteur voor de inhoud van artikelen in het blad "Stavast". Op 1 mei werd de leiding van de CP'86 veroordeeld wegens "leiding geven aan een criminele organisatie". Voor CP'86 lijkt daarmee de weg open naar een totaal verbod van deze partij. Dat de rechterlijke macht in ons land niet objectief is, is evident. Het zijn politieke vonnissen, die met het strafrecht weinig van doen hebben. Wat wel duidelijk is, is dat de klassieke grondrechten van vrijheid van meningsuiting, drukpers, vereniging, vergadering en betoging bij de bejegening van nationaalgezinden zonder veel omhaal met voeten getreden worden, als het de gevestigde politiek zo uitkomt of goeddunkt. Van die vrijheidsrechten komt bitter weinig meer terecht, als bijvoorbeeld demonstraties aan de lopende band verboden worden met een vals beroep op mogelijke verstoring van de openbare orde. Vraag is, tot hoever dit juridisch-politieke steekspel gaat ?

Tot dusver komt van een wezenlijke bezinning in de centrumstroming en bij nationalisten weinig terecht. Men zoekt het in consolidatie in besloten verbanden en wil van meer inbreng en medezeggenschap van leden en organen niet weten. De autoritaire verbanden werken verlammend op verdere uitbouw. Bovendien belemmeren centralistische besturen het oppakken van eigen verantwoordelijkheid van lagere partijorganen. Er wordt dan enkel maar afgewacht. Zelfstandig werken van afdelingen en kringen wordt ontmoedigd, als ze al mogen worden opgericht. En bij onenigheid is het slikken of vertrekken. Met zulk soort bestuur komt er nergens een brede nationale volkspartij.

 


 

(zomer 1996)

 

MULTICULTURELE ZEGENINGEN


Al vaker is er in periodieken van de nationaalgezinde stroming op gewezen dat de 'antidiscriminatie'-wetgeving ingrijpende en verreikende gevolgen kan hebben voor de persoonlijke levenssfeer en de beroepsuitoefening van Nederlanders. Sinds begin dit jaar is deze waarschuwende opmerking alweer diverse keren bevestigd.

De Amsterdamse huisarts van der Linden was verbijsterd door de beschuldigingen van zijn assistente die hoe dan ook een hoofddoek wilde dragen vanwege haar islamitische cultuur in zijn huisarts-praktijk. Hij werd onder druk genoodzaakt tot betaling van f 10.000,- aan schadevergoeding door het kantongerecht in Amsterdam, dat terwijl hij slechts het neutrale karakter van zijn praktijk niet in gevaar gebracht wilde hebben door het demonstratieve moslim-gedrag van zijn assistente.

De bekende restaurateur Joop Braakhekke zag zijn établissement "Le Garage" bezocht door de televisieploeg van deadliner Jaap Jongbloed samen met een uitgedoste Turkse familie die bezig waren "discriminatie" uit te lokken en hun slachtoffers, hopelijk op heterdaad betrapt, op beeld vast te leggen en aan de multiculturele schandpaal te nagelen. Het Landelijk Bureau ter Bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR) wil vervolging van Braakhekke.

Directeur mr M. Zwamborn van het LBR wil natuurlijk ook dat de overheid snel overgaat tot het verbieden van zogenaamde "extreem-rechtse" politieke partijen met terzijdestelling van de klassieke grondwettelijke vrijheidsrechten. Zo'n verbod wordt ook bepleit door de politici de Graaf (D66) en Rehwinkel (PvdA).

Het Haags gerechtshof wees op 21 februari 1996 het hoger beroep van OSL-voorzitter Prosper Ego af tegen zijn veroordeling wegens discriminatie; zoook de Hoge Raad op 16 april het hoger beroep van CD-voorzitter Hans Janmaat.

Het makelaarskantoor Otten en Vermaas uit Hoogeveen, ook geconfronteerd met een multiculturele provocateur uit Colombia, mag gaan boeten met f 5.000,- aan de heer Gomez en f 2.500,- aan het organiserende antidiscriminatiebureau uit Assen. Ook financieel loont het de moeite.

Dreigen met rechtszaken door jagers op discriminatie is vaak al voldoende om in het nauw gebrachte Nederlanders te laten zwichten. De in Nederland werkzame 'Gedankenpolizei' kan dankzij de denationaliserende wetgeving en de begeleidende antidiscriminatie-bepalingen en -codes onbelemmerd gaan jagen op wie zich verzet tegen haar multiculturele idealen. En wie niet luisteren wil, zal het voelen in zijn beroepsuitoefening, in zijn persoonlijk leven en in zijn grondwettelijke vrijheden.

Bij de rechterlijke macht, die corrigerend zou behoren op te treden, hoeft niet op enig begrip voor het aangedane anti-Nederlandse onrecht gerekend te worden. Het zelfrecruterende benoemingsbeleid heeft ertoe geleid dat de rechtbanken volzitten met linksliberale figuren van het type de Graaf, Sorgdrager en Dittrich. De maatschappij-beschouwing van de Staat als etnisch neutrale, cultureel afzijdige overheid, die de totstandkoming van een multiculturele samenleving heeft te bevorderen en ondersteunen, wordt door hen volledig en zonder enige reserve onderschreven. Aan de uitvoering zullen ze onverdroten en met overgave meewerken, hoezeer hun eigen Nederlandse medeburgers daar ook de dupe van worden en ertegen in het verweer komen.

Het is jammer dat de Nederlandse burger zich in het algemeen zo weinig bewust is, hoezeer hij in zijn diepste overtuiging en zijn maatschappelijke opvattingen geraakt, beknot en tegengewerkt wordt door zijn eigen overheid, en aangeklaagd en vervolgd kan worden. Pas als hij het zelf aan den lijve ondervonden heeft, wanneer hij in aanvaring komt met allochtone belangengroepen en hun handlangers, zaakbehartigers en wegbereiders, kan hij ervan meepraten. Pas dan voelt hij zich gepakt. Ondertussen loopt hij evenwel een grote kans dat hij ook nog eens door zijn directe omgeving verguisd wordt om z'n zogenaamd foute gedachten en verkeerde gedrag.

Dat merkte het bovengenoemde makelaarsechtpaar, dat door het plaatselijke gemeentebestuur in de verdomhoek gezet werd.

Alleen als je zo bekend en geliefd bent als Pim Fortuyn, Frits Bolkestein of Joop Braakhekke, weet je die dans mogelijk te ontspringen; dan wil het ochtendblad 'de Telegraaf' het wel vvor je opnemen. Het omgekeerde gebeurt trouwens ook; als je als allochtoon tot de geliefdste voetballers van dit land behoort, kan je je heel wat veroorloven. Allerlei vergoeilijkende omstandigheden worden uitvoerig naar voren gehaald, zelfs bij voorvallen met dodelijke afloop. Met het recht en zeker met rechtvaardigheid is het in dit land droevig gesteld.

Het doorsnee-egoisme van de burger, vaak nog verkocht als tolerantie, dat tot uitdrukking wordt gebracht met het gezegde; "je heb er toch geen last van", leidt ertoe dat er tot op heden weinig zuiver geoordeeld wordt en billijk gehandeld wordt. Meehuilen, en brullen dat anderen zo racistisch zijn en discrimineren, is gewoon 'bon ton', tot men zelf geschaad wordt. Dan is Leiden in last.

Vooralsnog bezocht op 1 mei, de dag van de arbeid, PvdA-voorman Jacques Wallage de moskee in plaats van zijn socialistische achterban, dit om z'n bekommernis met andere, niet-europese culturen te benadrukken. Hij is een waarlijk opvolger van Joop den Uyl, die er prat op ging de Surinaamse onafhankelijkheid "zo voortreffelijk" te hebben afgewikkeld. De afloop daarvan ervaren we in Nederland nog steeds.

Of het nog niet genoeg was dat socialistische voorlieden een knieval maken voor de multiculturele omvorming, kwam kardinaal Simonis op 7 mei met het voorstel om 350 moskeeën in ons land te gaan subsidiëren. Hij deed dat nota bene op een ontmoetingsdag van rooms-katholieke kerkleiders met CDA-prominenten. De overheid zou zelfs aan de bouw van nieuwe moskeeën moeten bijdragen, want: "de bijna 600.000 moslims in ons land verkeren in zo'n slechte maatschappelijke positie, dat de staat verplicht is een situatie te scheppen, waarin moslims kunnen functioneren". Met de grondwettelijke scheiding tussen kerk en staat blijkt de kardinaal weinig op te hebben. Dat hij de staat wil verplichten financieel aan de moslimcultuur bij te dragen zal islamieten welkomer zijn dan katholieken. Weet hij niet hoe in Nederland tot het christendom bekeerde moslims behandeld worden en hoe in islamitische landen als Koeweit de rechtsspraak dienstig gesteld wordt aan de islam? Daar kan het een vrijbrief tot moord inhouden iemand afvallig te verklaren. Openlijke bekering tot het christendom is er daarom zeer zeldzaam.

En minister Sorgdrager vindt het vooralsnog helemaal geen zorg om echtscheiding volgens islamitisch recht in ons land te gaan erkennen. Als Nederland maar multicultureel wordt.

Verantwoordelijkheid jegens eigen cultuur en volk blijkt bij de gezaghebbende leiders in ons land ver te zoeken. Het komt Nederland duur te staan !

 

Mart Giesen

 



dit is het einde van Heemland 1991: 
lopend vanaf lente 1991 tot en met lente 1995
met als ondertitel 'tijdschrift voor centrumdemocratische politiek'

als blad van de Zuid-Hollandse statenfractie
der Centrumdemocraten

 

 


 

voortzetting van Heemland vond plaats in 1997

als partij-onafhankelijk blad van de stichting Heem

onder  ‘tijdschrift voor nederlandse politiek’ 

 

naar Heemland 09, Ten geleide

 





Naar de hoofdbladzijde van Heemland

of naar het Heemland Archief

of naar Heemland 1997, 09-10

                                 
                                                       





terug naar boven



 

      

e-post: heemland@heemland.nl

 

webbeheerder M. Giesen

webblad opgemaakt 20 maart 2002