HEEMLAND 18

 

RECHTS IN EUROPA

 

Oppositie tegen gevestigde macht deugt nooit

Mede op aandrang van het bedrijfsleven zoals in Duitstand zijn de belangrijkste politieke partijen in Europa en hun regeringen steeds harder stelling aan het nemen tegen groeperingen die moedwillig "extreemrechts" genoemd worden; met zulk een etikettering is uitsluiting uit het politieke speelveld door middel van een verbod ook makkelijker omdat gesteld wordt dat de burgers aan een partij op een uiterste flank van het politieke spectrum geen behoefte hebben omdat ze keuze genoeg zouden hebben bij de zogenaamde verscheidenheid aan rechtse en linkse partijen. Naast links en rechts zou er geen politieke kleur bestaan, een versimpeling van de werkelijkheid.

Tevens worden door het betitelen van andere partijen als extreem of radicaal deze partijen daarmee ongeschikt, verdacht, verwerpelijk of gevaarlijk verklaard. Door het gebruik van deze diskwalificaties wil het conglomeraat van gevestigde oude partijen, verbonden media en belangengroepen hun posities in het openbare leven beschermen en anderen kansloos maken of liefst vlug uitschakelen. Je kunt er bijna zondermeer vanuit gaan dat zodra er tegen een nieuwe groepering geen diskwalificaties ingezet worden, zo’n groepering of niet als een echte bedreiging gezien wordt of een instrument is ten dienste van de gevestigde clubs om mogelijke protesten of daadwerkelijke oppositie de pas af te snijden met de oprichting van zo’n schijnorganisatie. nuttig als afleidingsmaneuver, smoormiddel of handzame concurrent van een eventuele echte oppositiebeweging.

Voorbeelden van zulke laatste zijn er te over: In Nederland is de door de BVD ter bestrijding van de CPN in het leven geroepen marxistische KEN-ml, de latere SP, een voorbeeld van zo’n organisatie die uit de hand liep doordat het toch een serieuze oppositiepartij werd.

Duitse politieke reacties kenmerkend

In enige nummers van Heemland is uitvoerig stilgestaan bij de Europese boycot tegen Oostenrijk wegens de regeringsdeelname van de FPÖ die het cliëntelisme van de gevestigde partijen van links en rechts aan de kaak stelde. Terwijl de beierse CSU. zusterpartij van de CDU. het in deze kwestie eerder opnam voor de FPÖ. laat uitgerekend CSU-minister Beckstein van Binnenlandse Zaken van Beieren begin augustus weten voor een partijverbod te zijn van de NPD (Nationaldemokratische Partei Deutschlands). De NPD bestaat at heel lang. In de vijftiger jaren deed zij zich kennen als een duits-conservatieve partij die onder leiding van Adolf Von Thadden de verloren gegane "Ost Gebiete" ten oosten van de Oder-Neisse grens terug wenste voor Duitsland en met dit thema veel stemmenwinst behaalde zonder evenwel kans te zien om door de hoge 5 % -drempel heen te breken. Nadien leed de partij jarenlang een sluimerend bestaan tot in de tachtiger jaren een herleving van activiteiten plaatsvindt door het ongenoegen onder grote delen van de Duitse bevolking over de massale instroom van buitenlanders.

In die tijd krijgt de partij concurrentie van de Republikaner, de DVU van krantenuitgever Frey en tal van klein grut. Gezegd moet worden dat veel van deze partijen zichzelf ‘rechts’ noemen en vaak ook op dezelfde thema’ s hameren van criminaliteit en veiligheid als de gevestigde rechtse partijen CDU, CSU en FDP. Bij verkiezingen op het regionale vlak van de Bundesländer en voor het Europarlement waarvoor de kiesdrempel van 5 % niet van toepassing is, worden door Rep, DVU en NPD enige aardige successen geboekt. Toch blijven mede door onderlinge verdeeldheid echte politieke verschuivingen uit, zodat er slijtage plaats vindt. De NPD is aan kadervorming blijven doen, vooral onder jongeren. Met grote regelmaat organiseert ze geweldloze demonstraties met veel pruisisch vlagvertoon en de bekende publiciteit. Momenteel wordt ze beschouwd als de ruggegraat van de nationale beweging in Duitstand in tegenstelling tot leiderschapspartijen als Rep en DVU waar het meeste staat of valt met de leider. De standvastigheid die de aanhangers wordt toegeschreven, komt ook niet vanzelf aangewaaid en vereist een grote zelfdiscipline vanwege de permanente massapsychologische druk van buitenaf. Gezien de naïef idealistische instelling van veel jongeren van de NPD, is het onzin de gewelddadigheden tegen buitenlanders in hun schoenen te willen schuiven wat de pers steeds probeert.

Als geweldplegers al zeggen iets met de partij uitstaande te hebben, lijkt dat een voorwendsel, een uitvlucht om zichzelf daarmee vrij te pleiten, om een partij de schuld te kunnen geven van eigen wangedrag. De gretigheid waarmee dit soort kul dan weer door de media misbruikt wordt tegen deze partij is een geschenk voor potitieke concurrenten die deels op soortgelijke thema’ s hameren, zoals een CSU, een partij die in eigen land geen last heeft van de oostenrijkse FPÖ, maar wel van een redelijk georganiseerde duitse NPD.

Duitse socialisten bekeren zich tot neoliberalisme

Bondskanselier Schröder heeft kortgeleden een uitgebreid pakket aan maatregelen en belastingherzieningen door het partement geloodst die niet prettig zijn voor Duitsers die op een uitkering of pensioen aangewezen zijn. Als leider van de SPD heeft hij thans de eerste aanzet gegeven tot de afbouw van tal van evenwichtige sociaal-economische arrangementen die de sociaal-economische ordening in continentaal Europa nu juist onderscheidden van de harde anglo-amerikaanse, neoliberale maatschapptj. Door desertie van een deel van de CDU-parlementariers uit Noord Rijnland-Westfalen onder druk van het bedrijfsteven is het minister Eichel gelukt deze voorstellen in de Bondsdag erdoor te krijgen. Net als in Nederland zijn het weer de sociaal-democraten die het voortouw nemen bij de ombouw van een sociaal solidaire staat naar een kapitalistische met marginale sociale voorzieningen en subsidies voor de maatschappelijke onderkant, het vangnet. Naast het migratievraagstuk waar Duitsland zwaar onder lijdt, is er heel wat aan de hand precies als in Nedertand.

De Duitse en Europese ondernemers willen zo’n radicale ombouw naar het pure kapitalistische stelsel; en de politieke partijen, links voorop en rechts schoorvoetend, volgen. En laat nu uitgerekend de zogenaamd "extreemrechtse" NPD een niet-kapitalistisch sociaal-economisch programna hebben, gericht op blijvende sociale solidariteit voor alle Duitsers, wars van kapitalistische pressie. Onder de economische druk van het bedrijfsleven zouden de rechtse CDU en CSU, in welke partijen de wil van de ondernemers vanouds sterker tot uitdrukking komt dan in de SPD, soortgelijke maatregelen als Schröder genomen hebben; ze konden zich nu echter socialer voordoen dankzij hun huidige oppositierol.

Populisme als concurrent in de politiek

Het aardige van de politieke constellatie is derhalve dat, waar zowel linkse als rechtse partijen zich onder druk van groot kapitaal en immigratiestroom allesbehalve sociaal opstellen naar de eigen europese bevolking toe, het juist de nationaal-populistische groeperingen als FPÖ, NPD en Dansk Folkspartiet kunnen zijn die zich instellen op de oude europese gemeenschapswaarden van solidariteit, soevereiniteit en stabiliteit. Daarmede kunnen zij een krachtige concurrent worden voor zowel politiek links als rechts: ze leggen de accenten meer dan huidig ‘links’ en ‘rechts’ op collectieve waarden. Het paradigma links-rechts is niet van toepassing

en de term ‘extreem’ al evenmin, zeker als ze met communautaire accenten de wensen van de grote middenmoot van de bevolking gaan vertolken, die flink baalt van de uitwassen van het politieke socialisme en liberalisme, de financiële kaalpluk door de staat en door de markt, die wars wordt van het postmodeme libertaire individualisme. De duitse partijpolitieke situatie is kenmerkend voor geheel Europa.

Bewust is hier gekozen voor een neutrale beschrijving van de NPD, waarover in Nederland altijd in negatieve zin journalistiek verslag wordt gedaan (1); gevoeglijk kan aangenomen worden dat dit neutrale beeld meer klopt met de werkelijkheid, vergelijk maar eens de publieke beeldvorming over de vroegere nederlandse Centrumpartij die echt nergens op sloeg. De kiemen voor een politieke middenstroom met communautaire doelstellingen zijn er in beginsel overal, zo’n beweging zat in haar programma protectionistisch zijn.

De duitse werkgeversorganisatie BDI vraagt thans om maatregelen tegen het zogenaamde ‘bruine gevaar’ en de CSU pakt het op, want beide hebben er belang bij om een sociaal-economisch hinderlijke en politiek concurrerende groepering uit de weg te ruimen met een verbod. Niet dat er enig verkiezingssucces gloort, maar een verbod voorkomt electorale problemen in de toekomst. Door uitbuiten van het zinloos geweld van onbesuisde jongeren pakt het establishment in dit valse Europa de kans om een tegenstroom die positie inneemt tegen bet neoliberalisme, bijtijds te elimineren, op voorhand verzekerd van instemming vanuit het buitenland met de neteligheden rond Oostenrijk.

Neoliberale keuze betekent afscheid van gemeenschapsdenken

De ‘linkse’ partijen in West Europa, degene in de meest angio-amerikaans georiënteerde landen voorop, hebben - al dan niet onder druk van het kapitaal - de omslag van socialisme naar sociaal-kapitalisme met neoliberale retoriek en onder begraving van hun sociaal-democratische tussenfase soepel doorstaan, nieuw electoraat aankrijgend door de massa-immigraties. De heilzame na-oorlogse tussenfase van nationale verzorgingsstaten in West Europa op basis van een gemengde economie, wellicht slechts mogelijk geweest dankzij het mondiale machtsevenwicht tussen de kapitalistische VS en de communistische SU, was voor sommige hardliners van links misschien een toegeving aan de burgerlijke middenlaag die anders weinig in ‘links’ gezien had. Maar nooit is er in de geschiedenis door sociaal -democraten en christen-democraten tezamen een gunstiger sociaal-economische inriching van de samenleving verwezenlijkt met voorzieningen (vervoer, onderwijs, gezondheidszorg e.d.) en volksverzekeringen, die alle lagen van de bevolking gelijkelijk ten goede kwamen.

Latere (nieuw)linkse voorlieden als Joop den Uyl hebben deze fase kennelijk als een historische vergissing van het socialisme beschouwd. Ze hadden weinig op met de "burgerlijke "periode van vadertje Drees.

Evenzeer blijkt dit achteraf het geval geweest te zijn voor de rechtse kapitalisten onder de confessionelen, zoals Lubbers en Rutten. De ‘rechtse’ partijen zoals britse Tories en Liberals en nederlandse VVD en CDA hadden al voorheen sterke, op Amerika gerichte, liberalistische facties waar deze de aanzet tot de ombouw naar het neoliberalisme gaven onder Thatcher en Lubbers. Benadrukt zij hier dat de termen ‘rechts’ en ‘links’ onderhevig zijn aan betekeniswijzigingen, het politieke spectrum is ook niet bipolair.

De term ‘rechts’, voor de oorlog gereserveerd voor christelijke en conservatieve partijen, dus zonder de liberalen die vroeger tot ‘links’ gerekend werden (want voortgekomen uit de verlichtingsidealen van de Franse revolutie), heeft na de oorlog een ruimere, gewijzigde betekenis gekregen met de insluiting van (rechts)liberale partijen.

De weerzin bij continentaal rechts tegen het liberalisme

Door het huidige economische succes van het neo-liberale kapitalisme, niet gelet op de groepen die moesten inleveren, is tenstotte voldoende werkgelegenheid en huisvesting geschapen voor de talloze immigranten eerst uit voormalige koloniën later van elders. die thans miljoenenpopulaties in Noordwest Europa vormen. Zowel ‘links’ als ‘rechts’ of een politieke combinatie van beide hebben alhier de opvang en de íntegratie' bekostigd uit de wijziging van het maatschappelijke bestel van kostwinnerschapshuishoudens naar tweeverdienerhuishoudens zodat leven en wonen minstens tweemaal zo duur gemaakt konden worden en de economie ‘opleefde’. Die sociale en politieke wijzigingen roepen in de meer continentaal gelegen landen van Europa grotere maatschappelijke weerstand op tegen de Liberale markteconomie die immers lak heeft aan de oude communautaire waarden en tradities. Anders dan in de Angelsaksische wereld is het liberalisme op het Europese vasteland nooit echt populair geweest en hebben de rechtsen, de conservatieven altijd geappelleerd aan de patriottische en religieuze gevoelens van hun aanhangers’ (2). In Duitsland met de herenigde voormalige DDR is door de CDU de keuze uitgesteld die nu wel door de SPD (met de Groenen !) voor de anglo-amerikaanse neoliberale orde gemaakt is. De weerzin ertegen blijkt groot; er zijn danook genoeg baatzuchtige redenen voor premier Schröder om onder het mom van "een stukje politieke hygiëne" eveneens tot een verbod van de NPD op te roepen. In West Europa hebben ‘rechts’ (conservatieven en liberalen) en ‘links’ (socialisten en ultra-linksen) elkaar gevonden in het sociaal-kapitalisme, politiek vertaald als neoliberalisme.

Wie aan de oude ‘conservatieve’ tradities hecht, staat er politiek buitenspel. Zogenaamd "extreem-rechtse" partijen als de NPD en FPÖ welke laatste partij door de drie Wijzen van Europa niet extreem of radicaal bevonden is, nemen hierdoor ideëel gesproken de positie over van de - voor bet neoliberalisme kiezende - rechtse partijen van voorheen en kunnen "nieuw rechts" genoemd worden; maar kijken we naar hun kritische sociaal-economische stellingneming tegen het neoliberalisme dan zijn ze evenzeer als "links" te typeren.

Rechts klem tussen rechtsliberaal en rechtsconservatief

In de hedendaagse maatschappij waar het neoliberalisme de toon zet, en waar alle gevestigde politieke partijen van links tot rechts een overheidsbeleid voorstaan dat zich slechts aan economische normen van groei toetst, zegt men dat er strijd zou bestaan om het politieke ‘midden’, een of andere variant van het neoliberalisme, dat minder dan ‘links’ en meer dan ‘rechts’ achterstand en armoede wit verhelpen met subsidies, voorrangsbehandelingen en kwijtscheldingen voor laagste inkomensgroepen en minderheden. Slechts over deze soorten overheidsmaatregelen worden tegenwoordig nog felle sociaal-economische discussies tussen rechts en links gevoerd in de parlementen met de verweesde gewone burger als betaler van de uitkomst.

Een sociaal-liberaal politiek midden is heel on-interessant. Als CDA en D66 zich daarin blijven ophouden, veroordelen ze zichzelf. De omvangrijke groepen uit de middenlagen wier belangen niet bij de discussies betrokken worden, zijn er wel maar ze zijn politiek van geen belang zolang als ze alles over zich heen laten gaan en betalen.

In Midden en Oost Europa is de situatie nog niet zover afgegleden als in West: ‘rechts ‘zit daar nog gevangen tussen de dicterende vrije markt en het oude gemeenschapsdenken. Ze ervaren hun patstelling en de keuze als zeer moeilijk want zij kennen er de gevolgen van kiezen voor bet liberale kapitalisme kijkend naar West Europa. In Nederland bijvoorbeeld heeft ‘recbts’ in de oude zin van conservatief-communautair, na de overgang naar neoliberaal rechts, geen natuurlijke aanhang meer onder de niet-kerkelijke burgerij, die bij verkiezingen stemmen op echte liberale partijen als de VVD en de vlaamse VLD, of thuisblijven. Het CDA en de CVP hameren heden uit lijfsbehoud zo vroom op hun religieuze achtergrond om tenminste nog de kerkelijken vast te houden.

Voor ‘links’ wordt het zeer grote verlies bij de nederlandse burgerij na de omslag naar neoliberaal links gecompenseerd door vele honderdduizenden potentiële nieuwe kiezers uit de migranten-populaties. De linkse en liberale partijen kunnen zich goed vinden in de postmoderne sociaal-kapitalistische, individualistische maatschappij, materialistische politieke stromingen als het zijn, ontstaan in de l9de eeuw en toentertijd allebei "links" genoemd, voortkomend uit de ideeën van de Franse revolutie. Na ruim anderhalve eeuw strijd tussen de linkse socialisten en de ‘rechtse’ liberale kapitalisten lijkt de cirkel gesloten: de eersten hebben zich neergelegd bij de bezitsverhoudingen en de gevestigde orde, de laatsten bij de basisvoorzieningen en het vangnet. Me dunkt dat de strijd gewonnen is door de geld-liberalen. Anders is het voor het echt oud-rechtse partijwezen dat hopeloos in de knel zit om weer aantrekkelijk te worden voor de burgerlijke achterban van vroeger waarvoor bij het electoraat geen vervanging is.

Lode van Boonen

 

Geraadpleegde literatuur

  1. W. Wansink "Groot alarm in Berlijn" in Elsevier 10 aug 2000
  2. M. Krót "Rechts in Europa zit gevangen tussen markt en menselijkheid" in NRC 12 feb 2000
  3. J.L. Talmon "The Myth of the Nation and the Vision of Revolution, The Origin of Polarization in the 20the Century" London (1980)

 

terug naar hoofdblad

terug naar Heemland 2000, 15-18

terug naar Heemland 18, Ten geleide 

Naar Heemland 18, Nederland rechtsstaat ?

 

 

Naar Heemland 19, Ten geleide

e-post: heemland@heemland.nl