HEEMLAND 22 (kerst2001)

 

Elf september

 

Op 11 september even na drie uur Nederlandse tijd gebeurde het onvoorstelbare. Niemand had gedacht dat krankzinnige filmische fantasieverhalen werkelijkheid konden worden. Na de eerste televisiebeelden kon nog gedacht worden dat het trucage-opnamen waren of een absurd ongeluk. Toen het tweede toestel nauwkeurig invloog in de andere toren, bleek de fictie echt plaats te vinden: Amerikaanse wereldmacht-symbolen, staaltjes van hemeluitdagend vernuft werden aangevallen en vernietigd door vooralsnog onbekenden. Menigeen zullen metafysische gedachten bekropen hebben dat dit de toorn was van God, verontwaardigd over zoveel opeengestapelde hebzucht en onrechtvaardigheid. Het leek op beelden van het Armageddon, van de ondergang van een overhoogmoedige wereld die zijn symbolen als torens van Babel zag instorten en een dek van witgrijze stapelwolken van fijn gruis over het Manhattan in New York zag leggen.


Machtssymbolen van Amerika werden vernietigd door eenvoudige verkeersvliegtuigen; het toonde de buitengewone kwetsbaarheid aan van de bereikte moderne infrastuctuur en kunde die het goed functioneren van de technisch hoogontwikkelde samenleving van vandaag in stand moeten houden. Iedereen werd keihard op de broosheid van deze moderne wereld gedrukt. En op de duizenden tot honderdduizenden onschuldige doden die aanslagen van fanatiekelingen met hun haat kunnen aanrichten op plaatsen waarook ter wereld, ook alhier in Nederland: door bommen te gooien op de zwakke zeekust en de opslagvelden van tanks vol brandstoffen en chemicaliën bij Rotterdam.

Uit machteloze verbittering kunnen fanatisme en in het verlengde ervan terrorisme overal en in elke richting ontstaan; het zit - hoe erg men het ook mag vinden – als het ware zielsmatig ingebakken in de menselijke natuur. Dat zulke humanitaire rampen voor de onschuldige slachtoffers en hun naasten nooit vergoelijkt kunnen worden vanwege welk onrecht anderen aangedaan danook, wordt door de bezeten daders niet betracht of ingevoeld, en voorkomt zulke aanslagen niet !

Ontzetting heerste in Amerika, verbijstering was er overal. Dagenlang beheersten de gloeiende ‘twin towers’ en de witte nevels ons blikveld. Er was vooral ongeloof en een soort verdoving. Kort na de aanslagen barstte een ware geestelijke hysterie bij westerse media, leiders en massa los. Er werd heel zwartwit tekeer gegaan over vermeende verdachten en hun mogelijke achtergrond en motieven.
Aanslagen die waarschijnlijk primair symbolisch bedoeld waren, werden gezien als louter bestemd voor vernietiging van onschuldige burgers. En als er al een symbolische betekenis aan toegekend werd, dan waren het - zo werd gezegd - aanslagen op de westerse waarden, op vrede, veiligheid en vrijheid, die Amerika zou belichamen. Wie niet zondermeer voor Amerika waren, werden gebrandmerkt en zouden behandeld worden als vijanden van Amerika, als handlangers van ‘de terroristen’, wie ze ook waren. Roep om wraak zette de toon. Het moest op z’n oudtestamentisch: oog om oog, tand om tand.

Amerika, het land dat bij monde van president Bush voor wiens regering ‘mensenlevens tellen’, zegt zo vriendelijk en barmhartig voor de wereld te zijnen dat het de wereld slechts gaat redden uit de handen van het ‘kwaad van het terrorisme’, als zou terrorisme zelf een soort ideologie, een ideëel gedachtengoed behelzen en uitgebreide netwerken van aanhangers omvatten ! Met name ging de publieke verdenking uit naar terroristen met een fundamentalistisch-islamitische achtergrond.
Het is in deze sfeer van geestelijke hitserigheid en broeierigheid, opgeroepen door pro-Amerikaanse westerse media dat er her en der - maar met name in Nederland - schofferingen plaats vonden van allochtonen en hun gebouwen, wat prompt door de media hekelend ‘extreem-rechts’ genoemd werd in plaats van uitingen van banale wraakgevoelend, waartoe veel media met hun ‘extreemrechtse’ want anti-islamitische bericht- en commentaargeving, - zoniet hetze -, zelf hadden aangezet.

Terreurdaden zijn zelden doel opzichzelf maar een uiterste methode om een hevig begeerde omwenteling te bereiken, dusdoende oorlogvoerend, van anti- of niet-goevernementele politieke of religieuze organisaties die nauwelijks andere middelen ter beschikking staan, en dan uit machteloze woede en haat hiernaar grijpen. De ‘bron’ van terrorisme is hoe spijtig afzonderlijke staten en getroffen burgers dat ook vinden, een psychosociale ‘condition humaine’ om als schrijnend ervaren onrecht te weerstaan. Terrorisme is in z’n algemeenheid niet uit te roeien en is niet te objectiveren als een absoluut kwaad. Ook Greenpeace heeft zich wel van zeer gewelddadige acties bediend. Zouden het goevernementeel-erkende organisaties zijn, dan heten zulke daden: ‘oorlogshandelingen’, ‘verzet’, ‘bevrijdingsacties’ of soms zelfs (indien gepleegd door machtige staten): ‘vredesoperaties’. Vandaar ook het cynische commentaar van bevraagde mensen in Palestina, Bosnië (weggevaagd servisch Krajina), Servië, en Irak. De meeste huidige staten zijn al te vaak zelf verrezen en ontstaan uit terreur tegen vroegere instellingen van gezag en gehate machthebbers.

De hele geschiedenis staat bol van afgrijselijke wandaden der mensheid, ook die van het nu zo beangstigde Amerika dat na eeuwen vrijwaring van binnenlandse oorlogen opschrok van deze interne aanvallen. Zelfs president Bush vluchtte aanvankelijk, uit vrees voor hoogverraad in eigen land ? Naar buiten toe is Amerika in de recente geschiedenis van de laatste eeuw helemaal niet die vredelievende mogendheid geweest zoals het zichzelf en andere voorspiegelt; het is weliswaar niet territoriaal expansief maar destemeer militair, economisch en ideëel imperatief. Met extreme ‘collateral damage’ heeft de VS in de Tweede Wereldoorlog Japan pas op de knieën gekregen door het uitvoeren van atoombomaanvallen op Hiroshima en Nagasaki, en samen met Engeland met het aanleggen van intense grootstedelijke vuurzeeën (Hamburg, Dresden) uiteindelijk Duitsland bedwongen. Met zulk een soort oorlogvoering vanuit de lucht is de VS naderhand ook elders op kleinere schaal opgetreden waar deze mogendheid meende te moeten ingrijpen. De VS kent zich terzake een goddelijke roeping onder de leus "God bless America" toe om dit zonder kritiek te mogen doen uit naam van haar interpretatie van ‘vrijheid’. Tegen andersdenkenden kent de leiding van Amerika meestal geen enkele genade of barmhartigheid; de Amerikaanse leiding weet uit ervaring dat onwelgevallig gedachtengoed zich slechts laat uitroeien door de dragers ervan op te sporen, uit te roken en te elimineren zoals bij de afloop van de oorlog in Duitsland.

Nu wordt dat gedaan onder de slogan "het terrorisme", - een buitenstaatse vorm van beraamd, gewelddadig, onverhoeds vechten met bereidheid van de plegers tot zelfopoffering -, te willen vernietigen, terwijl het in werkelijkheid om zaken gaat om zaken als geopolitieke machtsversterking en het uitroeien van haarden van islamitisch of ander verzet tegen de Amerikaanse hegemonie.

Bush had het dus meteen over ‘uitroken’, en koos even later de Taliban als vijand uit, eerder door diezelfde VS - gelijk voorheen de mujahedin - nog bewapend en gesteund als bruikbare - want felle - bestrijders van het communisme, maar nu verworpen als uit te roeien ideologische ‘schurken’. Even vergetend dat de Afghaanse Noordelijke alliantie, zelf nog een overblijfsel van de mujahedin, die nu wederom versterkt worden, voorheen geenszins gematigder waren. Deze alliantie van feodalen die geen aanhang heeft bij de Pathanen en anderen in het Zuiden, boekt uit eigen kracht geen militaire winst. Maar met megabommen van de VS is het met de linies der Taliban snel gebeurd.

Koortsachtig wordt in Amerika thans alles uitgekamd op mogelijke extremistische vijanden van buitenaf met een islamitische achtergrond. De daders bleken afkomstig te zijn van een soort los netwerk van Saoedische en Egyptische intelligente, qua gedrag moderne jongelui uit welgestelde families met vaak van huis uit een wahabietische achtergrond, daarin overeenkomend met het netwerk Al Qa’ida (de basis) van Osama bin Laden. Naar deze man, van wiens zeer vermogende familie een groot gedeelte – merendeels genaturaliseerd en wel - zich in Amerika bevindt, waren de Amerikaanse inlichtingendiensten al ruim drie jaar naarstig op zoek, maar zonder resultaten. Het militair-politieke polarisatie-offensief van Amerika en Groot-Brittannië van de eerste weken leidde tot de steun der NAVO-partners en de vorming van een zogeheten ‘internationale’ militaire coalitie die het uitgekozen strijdtoneel Afganistan ging bestoken met als reden dat het Taliban-regiem Bin Laden niet uitlevert. Maar zelfs moordcommando’s die zonder twijfel zijn ingezet, wellicht allang voor deze oorlogsoperatie, slagen maar niet in de opsporing ondanks de chronische nierziekte waarvoor hij afhankelijk is van goede medische hulp.

De aangespannen oorlog die ‘volgens het boekje’ van vorige Amerikaanse aanvallen zoals de Golfoorlog verloopt, dreigt ondertussen contraproductief te gaan werken, moeizamer dan de pro-amerikaanse coalitie met haar propaganda-offensief zich gedacht had. De openbare steun in staten in de islamitische wereld is gering en is er met het doorgaan van de massale bombardementen op Afghaanse doelen niet beter op geworden. Naar Pakistan zijn vele honderdduizenden Pathanen gevlucht. Pakistaanse logistieke hulp is bij het regiem van president Musharraf ingekocht middels economische steun ten bedrage van minstens $ 1 miljard US-dollar.

Tegenover geringe islamitische steunbetuiging en soms boude afwijzing neemt dan wel de officiële steun van de grote mogendheden Rusland en China toe, maar hoe opportunistisch is die steun niet ?, met een Rusland dat zich op zijn Zuidflanken in de Kaukasus (Tsjetsjenië) en Centraal Azië doorlopend bedreigd weet door islamitische volken van merendeels turkse origine in staten die nauwelijks enige welvaart en autonome staatstraditie kennen, en met China dat maar al te graag z’n opstandige minderheden zoals de Oeigoeren in Oost Turkestan (Xinkiang) en de Tibettanen als terroristen betitelt en behandelt.

Zelfs in Europa is niet iedereen zo gecharmeerd van de gang van zaken. De onderlinge solidariteit van de NAVO, met beroep op het artikel 5 dat als één land aangevallen wordt, alle deelnemende staten zich aangevallen beschouwen, leidde in de praktijk tot een Angelsaksisch militair en verbaal solo-optreden van Engeland en Amerika, nogal los van West Europa. Voor Nederland hangt onze dominee-premier Wim Kok in Pakistan toch maar even de tulband-clown uit, temidden van allerlei andere vertegenwoordigers die in hun normale kleding verschenen, en beroemde zich op Nederland’s aanzienlijke ‘humanitaire verdiensten’, een vertoning om je voor rot voor te schamen. Kok is er altijd als de kippen bij om een moskee of wat dan ook te bezoeken om maar te tonen hoe zeer hij meeleeft als niet-nederlanders mogelijkerwijs geschaad zouden kunnen worden. Omgekeerd was hij zeer op z’n pik getrapt toen hij niet door Blair werd uitgenodigd voor het weekeinde van 3-4 november jongstleden in Londen voor nader overleg over Afghanistan.

Volstrekt onduidelijk wordt allengs wat nu de ware bedoelingen zijn van de Amerikaanse acties: is het een strijd tegen zich als terroristen gedragende islamisten, of wil men een einde maken aan het bestaan van nog veelmeer niet-statelijke groepen die zich van onwettig geweld bedienen en selectief worden betiteld als terreurgroepen al naar gelang de belangen van Amerika (en Israël ?) of andere grote mogendheden al dan niet hiermee gediend zijn ?
Het schijnt dat er een langlopende geheime agenda afgewerkt gaat worden waarbij onder het mom van de bestrijding van ‘het terrorisme’ en de verdediging der ‘mensenrechten’ de Amerikaanse militair-politiële, economische en ideële hegemonie buiten Europa verstevigd wordt en mogelijke oppositiehaarden hiertegen worden geliquideerd. Binnen Europa is dit al door de VS bedongen door middel van de Balkanoorlogen.

Er zijn zelfs achterdochtige kwaaddenkenden die menen dat de terreuraanslagen op 11 september niet konden plaatsvinden zonder dat op één der allerhoogste niveaus in Amerika hiervoor het groene licht moet zijn gegeven. Gepaste afwachtendheid tegenover de wereldpolitieke leiders, ook jegens die van Amerika, die gebeurtenissen voor eigen doeleinden kunnen misbruiken, moet niet bij voorbaat als ‘slecht’ of ‘laf’ of ‘afzijdig’ verworpen worden zoals de atlantische pro-Amerika lobbies in de Westerse wereld tegenstanders van de aanvallen op Afghanistan willen opspelden.

Natuurlijk heeft Amerika het volste gelijk om de terreurmisdaad waarbij duizenden onschuldige slachtoffers vielen, te willen uitzoeken en berechten. Maar er liggen veel teveel vragen onbeantwoord, - zowel in Amerika zelf als in de islamitische wereld -, om vanuit Europa ergens in die betreffende wereld "oorlog" aan te zeggen.
Het is bovendien voor Europese landen buitengewoon gevaarlijk omdat Europa in de laatste tientallen jaren gekoloniseerd is door miljoenen islamieten, (in de EU verblijven er al ruim 4 miljoen), die het vermogen hebben hier uitgebreide netwerken van "vijfde kolonnes" aan te leggen, vergemakkelijkt vanwege de aanwezigheid van de reeds stevig genestelde allochtone etnisch-religieuze gemeenschappen.

Er zijn voor Europeanen geen redenen om anders dan voorheen aan te kijken tegen deze volksplantingen vanuit buiten-europese landen. Het enige is, dat de grote massa’s van de eigen bevolking zich thans veel meer bewust zijn geworden van de aanwezigheid, de gevolgen en de gevaren van deze kolonisaties (formeel altijd immigraties geheten) voor henzelf. Opzich is dit verhevigde besef niet verkeerd.

Mart Giesen



Terug naar Hoofdbladzijde Heemland

Terug naar Heemland 2001

Naar Heemland 22, Einde van Paars, een evaluatie

 

 

terug naar Heemland 22, Wie zijn de echte terroristen