HEEMLAND 25 (kerst 2002)

 

BESCHOUWINGEN: NIEUWE POLITIEK

Nieuwe politiek werd opgeblazen

Over de mislukkingen in de start van de zogenoemde ‘nieuwe politiek’ is in onze berichtgeving op internet al veel geschreven. In "Twijfels over de LPF" en "Regeren is geen negeren", te bereiken langs onze webstek, is erop gewezen dat de LPF-fractie zich heeft laten inpakken door de rechtse gelederen der gevestigde orde, parlementair vertegenwoordigd door CDA en VVD, die geen enkele echte zin hadden om de leefomstandigheden en keuzemogelijkheden voor gewone burgers met middelmatige inkomens en kleine vermogens te verbeteren. Het gaat deze zaakwaarnemers van rechtse belangen vooral om het veilig stellen van de eigen maatschappelijke posities en privileges.

Zelf waren de leden van de fractie van nieuwlichters ook niet voorbereid. Ze hebben niet eens ingezien doorwie ze nou eigenlijk gekozen zijn; die 1,6 miljoen mensen komen grotendeels heus niet uit de gegoede standen. Omdat de fractieleden zelf geselecteerd waren op poen, ondernemerschap en bravour, misten ze het wezenlijke gevoel voor wat er in bredere kringen die massaal LPF stemden, leeft. Ze wisten zelfs niet hoe met elkaar om te gaan en samen te werken in dit prille, broze politieke begin, wat met een nog levende Pim wellicht net gelukt was.

Voor de geöefende mededingers van VVD-zijde was het hierdoor een koud kunstje om op zwakke momenten te stoken, valse raad te geven en de zaak op platte wijze op te blazen. De VVD gaat hierin niet vrijuit, ook al beweren Zalm en Remkes met uitgestreken gezichten er geen weet van te hebben.

Politieke verschuivingen nader bekeken

De grote massa kiezers van 15 mei die een andere, ‘nieuwe’ politiek voorstaat, komt niet uit de lucht vallen. Het maatschappelijke ongenoegen is niet onverwachts gekomen maar was nadat het heel lang, mede door hevige demonisering van centrumdemocraten, te onderdrukken viel, opnieuw volop zichtbaar bij peilingen over kiesgedrag met de voorspelde winst voor Leefbaar Nederland. Wie partijpolitiek aanstalte maakten om het mogelijke gewin binnen te halen, die maakten nogal eens grove fouten door óf voor zeer linkse óf voor hard rechtse standpunten te kiezen in materiële en/of cultureel-geestelijke kwesties, zoals Leefbaar Nederland bij vermeende discriminatie van de zijde van Fortuyn, en de CD van Janmaat bij de WAO-kwestie. Pim Fortuyn nu, wist verschillende groepen ontevredenen te boeien met een mengeling van zowel typisch ‘links’ genoemde standpunten als ‘rechtse’, en van zowel conservatieve als liberale. De wassende aanhang van kiezers voor zijn nieuwe politiek wist hij na zijn uitstoting uit Leefbaar Nederland vrijwel volledig van deze club naar zijn LPF over te hevelen.

Die populistische aanhang is er bij velen onder alle rangen en standen van het verloochende, besmade en al dan niet beroofde, belaagde en nog al eens achtergestelde oorspronkelijke volk nog steeds. Bij de gevestigde partijen die de verzuilde belangen behartigen, vonden zij geen gehoor, maar vermaan en straf. Dit laatste was regel bij opstandigheid tegen de opgedrongen en afgedwongen multiculturalisering van het land. Deze partijen zijn heel bewust bezig geweest met het bereiken van een soort van 'collectieve nederlandse amnesie' (Schoo) door het volk om te doen vormen tot "een aggregaat van producenten en consumenten".

De geest gaat niet terug in de fles

Partijpolitiek mogen de LPF en de opduikende nieuwelingen weinig meer gaan voorstellen, maar de geest van een vrijer te beleven natuurlijk nederlanderschap, van verlossing van linkse dictaten, de hoop op lotsverbetering, op meer rechtvaardigheid en billijkheid, de roep om veiligheid en beschutting, de vraag om erkenning van nederlandse eigenheid, de vraag om de macht van poen en markt, van graaien en snaaien in te tomen en om dit land aan het eigen volk terug te geven, die verlangens zullen er niet minder om worden.

Een persoon of liever groepering die deze verwachtingen weer politiek vorm weet te geven, heeft een wereld te winnen, zowel hier als elders in West- en Zuid-Europa waar eendere vraagstukken aan de orde van de dag zijn. Voorlopig rolt ‘de politiek’ weer terug in haar oude bedding. De gezeten partijen gaan nu een streng beleid opzetten om de al te nadelige uitwassen van de door hen sterk bevorderde multiculturele, kapitalistische samenleving voor ‘hun soort mensen’ te beteugelen.

Maar ze zullen zeker niet voldoen aan de bovenvermelde verlangens, omdat die ten koste gaan van hun verworven macht, aanzien en bevoorrechte posities in dit nu etnisch, religieus, mentaal en sociaal zeer gespleten, overvolle land, waar zij door zulke verdeling, vulling en gevolgelijke schaarste hun vorstelijke profijten binnen halen.

De stompzinnigheid van ‘rechts’

Wil een nieuwe politiek daadwerkelijk kans van slagen krijgen dan zullen - anders dan thans - de opzetters van zo’n beweging doordrongen moeten zijn van wat er de afgelopen decennia in Nederland en in Europa in het algemeen mis is gegaan door toedoen van de grote wijzigingen in het sociaal-economische bestel. De burgerlijke woede is niet uitsluitend het gevolg van de bedreiging van europese entiteiten door een nietsontziend massief ‘immigratiebeleid' van overheden, maar is evenzeer toe te rekenen aan de omarming van de anglo-amerikaanse leer van de ‘vrije markt’, ook bij de overheid zelf. Sociaal-economisch zien (neo)liberalen dit niet of ze willen het niet wijzigen, omdat het strijdig is aan hun denkwijze en directe materiële belangen, hun gewin. In vorige nummers van Heemland heeft de redactie deze leemte bij liberaal-rechts inzake de nadelen en uitwassen van het denken in termen van algemene toepasbaarheid van het vrijemarktbeginsel op het gehele maatschappelijk-economische verkeer al ettelijke malen besproken en gehekeld.

Van de LPF waar Pim Fortuyn bij leven het stellige voornemen had de plaats van de monopoloïde nutssectoren opnieuw te gaan bekijken of deze niet weer onder de overheid zouden moeten vallen, is niets zinnigs vernomen. Op de meesten van ‘rechts’ (liberalen, nationalisten en conservatieven; van CDA via LPF tot NNP) hebben de kritische vertogen geen uitwerking gehad. In het regeerakkoord zult U er te vergeefs naar zoeken. Er wordt dus allerminst naar geluisterd, het wordt niet aandachtig gelezen en waarschijnlijk niet bevat.

Oog voor de bedreigden

Wie soms wel het gevaar van dit doorgedreven neoliberale denken in de gaten hebben, zijn zij die zich ongerust maken over de groei van het populisme, dat is dus de politiek andere kant die het populisme een kwaad hart toedraagt en terug wil krijgen in de beruchte fles. Die erkennen wel dat burgers die op de LPF stemden, zich naast cultureel ook economisch bedreigd weten. "Sinds 1929 zijn de inkomens- en vermogensverschillen in het Westen nog nooit zo groot geweest. De sociale en economische onzekerheden gaan gepaard met geestelijke verwarring en verlorenheid.", aldus vrij geciteerd Ben Knapen in de NRC van 26 october. In Trouw schrijft Marcel ten Hooven dat de Nederlandse kiezers zich in hun basale veiligheid bedreigd voelen in meer dan één opzicht: fysiek, materieel en cultureel. De roep om veiligheid gaat niet slechts over vrees voor criminaliteit en vraag om strengheid, maar strekt zich veel verder uit. Het verhaal van Ten Hooven in "Waarheen vlucht de ongeduldige burger?" geeft ook maar een klein gedeelte van het grote ongenoegen en de ondergrondse woede weer.

Gedurende het afgelopen lange ‘paarse’ tijdperk van het neoliberalisme vanaf 1982 (met het aantreden van Lubbers) tot op heden, heeft de overheid zich stelselmatig teruggetrokken uit de publieke sectoren, daarmee ruim baan gevend aan private marktpartijen die de aantrekkelijke bedrijven en diensten die ze voor spotprijzen opkochten, maar al te graag voor privaat gewin zijn gaan uitbaten en de dienstverlening vaak lieten versloffen, tot schade van afhankelijke burgers. Argeloze beleggers zijn door bedrieglijke praatjes van banken en verzekeraars beentje gelicht onder toezien van een onoplettende, zelfvoldane regering. Zogenaamde ‘markt’, economische oververhitting, lastenverzwarende overheden, massieve immigratie en kunstmatige schaarste (bij de woongelegenheid) hebben het leven voor veel burgers in Nederland - met de buiten de officiële cijfers gehouden superinflatie - erg duur en naar gemaakt. En zij kunnen geen kant meer op; dat is even wat anders dan bij de goedgefortuneerden.

De vrije rijders van de nieuwe politiek

Deze goedboerende burgers vragen de overheid vooral om streng toezicht en harde straffen. Bij hen gaat het inderdaad voornamelijk om hun angst voor fysiek geweld, diefstal en dergelijke. Voor de rest ontbreekt het hen aan weinig, mits ze zich niets aantrekken van het verderstrekkende, veel algemenere gevoel van culturele en materiële onveiligheid in Nederland, van de ideële, etnisch-collectieve zelfverloochening onder druk van de toplaag van kerkse, linkse én rechtse elites bij overheid, wetenschap en bedrijfsleven; zolang deze redelijk welgestelden blijven vinden dat alles best is als zijzelf er maar geen last van hebben, zolang ze individualistisch, hedonistisch erop los kunnen leven zoals zij dat willen. Dit type moderne, carrièremakende rechtse mensen heeft veelal LPF gestemd.

De fractie en de gevonden ministersploeg bestonden ook voornamelijk uit zulke mensen. Door wat naar buiten gebracht werd aan standpunten middels de fractie, bepaalden zij goeddeels het beeld van ‘de nieuwe politiek’. Daarin was tot dusverre weinig oorspronkelijkheid te vinden. De geleverde visies van de meesten waren beperkt en smal van opzet. Een enkeling als Nawijn over zijn beleidsterrein niet te na gesproken. In de LNP met Heinsbroek-Wijnschenk hebben ze een nieuwe club. Maar straks stemmen deze mensen ook weer moeiteloos op de klassiek rechtse partijen van VVD en CDA, wat Harry Mens meteen al na de moord op Pim aan hen vroeg. Uit de opiniepeilingen blijkt deze wending naar rechts nu plaats te vinden.

Rechts gaat niet luisteren

Het gesprek bij ‘rechts’ beperkt zich tot vragen omtrent de allochtonie en alles wat daarmee te maken heeft aan platte overlast, die burgers hiervan rechtstreeks ondervinden. Puur reactief beleid dat voor boven- en benedenlagen de grootste ergernissen wil wegnemen, maar geen enkele poging in zich bergt om het ‘paarse’ onrecht (van Lubbers tot Kok toe) dat de nederlandse gemeenschap, de autochtonie is overkomen, recht te zetten. Het publieke verhaal van tegenwoordig gaat al tientallen jaren alleen maar over de zegeningen van de zogenaamde vrije markt en over de allochtonie met alles daar omheen, maar níét over de eigen gemeenschap. Wil die gemeenschap echter nog een heuse toekomst hebben, dan zal het gesprek van het gezag weer moeten gaan over haar en met haar. Dat is tientallen jaren niet gebeurd en het is er nog steeds niet.

Het gezag is ondanks de ruime ontkerkelijking en de aanzienlijke ontzuiling die haar beslag kreeg door het - nadien onder ‘paars’ bewind ijlings afgebroken - stelsel van de verzorgingsstaat met zijn krachtige materiële gelijkberechtiging in de vijftiger en zestiger jaren (de verzorgingsstaat die volgens Schoo middels deze afbraak van schotten als dé grote geestelijke gelijkmaker eigenlijk toen pas de nederlandse natie in de zin van één lotsgemeenschap voltooide), dat gezag is politiek blijven denken en handelen in termen van ‘polderen’ tussen zuilen, belangengroepen en standen. Die 'politiek' is vies van vormen van rechtstreekse democratie, behalve op weinig betekenend lokaal nivo, zoals burgemeesterverkiezingen: de doekjes voor het bloeden. Balkenende en de VVD zweren bij hun geroemde ‘representatieve’ democratie, lees het regentendom: alleen daarin zouden ‘juiste’ afwegingen gemaakt kunnen worden. Liever worden hoge kiesdrempels voorgesteld uit angst van het gezag voor de wispelturige kiezer, en sneuvelt het evenredigheidsbeginsel.

Geen maatschappelijke hervinding

De nieuwe strengheid komt eraan. De allochtonie zal het weten, alsnog moeten de allochtonen zich gaan aanpassen. Bijna een half miljoen onwilligen die het verdomden Nederlands te leren, zullen verplicht worden tot ‘integratie’. Integratie en beveiliging mogen van een strenge regering wat gaan kosten. Deze krijgt het parlementair gemakkelijk met behulp van de LPF van Nawijn en de LPN van Heinsbroek die beide, net als ‘rechts’, geen zin hebben om de materiële en culturele veiligheid van het gewone nederlandse volk wezenlijk te gaan helen, noch hierop gerichte sociaal-economische en -culturele plannen ontvouwen.

Tevens wordt zo vlotjes voorbijgegaan aan het stellen en oplossen van de grote vraagstukken van deze tijd in Europa. Hoe om te gaan met en hoe antwoorden te formuleren op het terecht ontstane diepe wantrouwen van de oorspronkelijke bevolking in de eigen (nationale) staat en het kapitalistische stelsel van de ‘vrije markt’, in de zogeheten ‘liberale democratie’, een gerei ter beheersing van ‘open multiculturele, pluralistische samenlevingen’ ? In die zogenaamde democratie is geen plaats voor zelfbeschikkende volkeren maar draait alles slechts om een vage ‘Europese’ economie, verstrengeld met de Amerikaanse.

Geen groepering schijnt zich echter druk te maken om het materiële en culturele verval dat veel nederlanders ervaren, hun besef door het eigen gezag in de vergetelheid gedrukt te zijn. De nood is wel hoog en soms laait woede op. Doch veel Nederlanders sparen zichzelf maar door er niet dagelijks aan te willen denken.

 

De redactie, 4 november 2002

 

Nageslagen literatuur:

H.J. Schoo "De verwarde natie, dwarse notities over immigratie" (2000) citaten blz 38, 101, 109

Kees Kraaijeveld "Links lullen, maar rechts vullen" in Volkskrant van 22 juni 2002

Marcel ten Hooven "Waarheen vlucht de ongeduldige burger" in Trouw van 19 october 2002

Ben Knapen "Op zoek naar regie in zorgelijke tijden" in NRC van 26 october 2002

 

 

terug naar Hoofdblad Heemland

terug naar Heemland 25, Ten geleide

 

naar Heemland 25, De VN in Johannesburg, duurzame taboes