HEEMLAND  31 (zomer 2006)

 

 

ROME TOEN EN NU

 

Zo'n 15 jaar geleden probeerde de PvdA de Amsterdamse burgers gerust te stellen door te zeggen, dat de allochtonen nooit de meerderheid van de Amsterdamse bevolking zouden uitmaken. Uit het rapport van de WRR uit 2005 Sociale herovering in Amsterdam en Rotterdam blijkt, dat in 2017 de meerderheid in Rotterdam uit allochtonen bestaat. Daarbij moet bedacht worden, dat de WRR voor de afbakening van het begrip allochtoon uitgaat van de definitie van het CBS. Die definitie houdt in de praktijk in, dat bijvoorbeeld een kind van twee in Nederland geboren Turkse ouders in de statistieken wordt meegeteld als autochtoon. De Nederlanders rekenen hen echter tot de allochtonen. Uitgaande van de opvatting van de Nederlanders zal in Rotterdam veel eerder dan 2017 de meerderheid uit allochtonen bestaan. En meerderheden laten zich niet integreren. Dat geldt al helemaal, als moslims een belangrijk deel van die meerderheden uitmaken. Ergo, bij ongewijzigd beleid ligt een rampscenario in het verschiet.

In Noord-Holland en de IJsselmeerpolders kom je honderdduizenden ex-Amsterdammers tegen, die naast argumenten op het gebied van huisvesting en dergelijke praktisch allemaal verhalen hebben, die aangeven dat ze de stad zijn ontvlucht vanwege de aantasting van het leefklimaat als gevolg van de immigratie. Dat proces zal bij ongewijzigd beleid voorlopig niet stoppen en met een vergroting van de machtspositie van de allochtonen nog een extra impuls krijgen.

Degenen, die zelfs na de megarellen in Frankrijk, de moord op Fortuyn die zonder de gespannen verhoudingen in de samenleving niet had plaatsgevonden, en de moord op Van Gogh, nog altijd doen alsof er betrekkelijk weinig aan de hand is, doen denken aan degenen, die zo enthousiast waren over Khomeiny, toen die in Parijs in ballingschap verkeerde. Geheel links intellectueel Nederland en een deel van de rechtse intellectuelen liep toen met hem weg. Niet toevallig het deel van het politieke spectrum, wat voor een belangrijk deel nu nog steeds geen wezenlijke problemen ziet, als het gaat om de islam. Moslims mogen om strategische redenen niet-moslims een rad voor de ogen draaien. Dat begrip heet taqiya en Khomeiny maakte er dankbaar gebruik van. Ook met de vroegere Refahpartij, waarvan de huidige Turkse premier Erdogan een vooraanstaand lid was en namens welke partij de huidige vicepremier en tevens minister van buitenlandse zaken Gül in de regering zat, werd die strategie benut, al baatte het daar uiteindelijk voorlopig niet. De partij werd verboden. In Turkije kennen ze hun pappenheimers. Expremier Erbakan, mentor van Erdogan en leider van die Refahpartij, die als grootste partij werd verboden, omdat gepoogd werd met geweld een islamitische staat te stichten en de sjaria in te voeren, zei, dat de islam Rome (Europa) zal veroveren.

Ondanks plenty gelegenheden daartoe, heeft de islam zich op een enkele uitzondering na niet ontvankelijk getoond voor westerse verlichtingsidealen.

Het percentage moslims is nog relatief klein. Maar de vruchtbaarheid is groter, de leeftijd van de moslims ook jonger en voor het aangaan van huwelijken worden in veel gevallen partners uit de islamitische landen gehaald. En de niet-moslims onder de betreffende etnische groeperingen zullen zich, naarmate de positie van de islam sterker wordt, onder druk van de islam meer en meer richten op de door de islamitische broeders en zusters gewenste lijn. Een goed voorbeeld van de druk van de islam vormt ook hier Turkije. In 1923 bedroeg het percentage christenen in Turkije bij de stichting van de republiek nog 23 %. Inmiddels is dat teruggebracht tot een schamele 0,3 % en is 99 % moslim.

Na een toetreding van Turkije zullen de verhoudingen zich in Europa dramatisch wijzigen. Het kan er onder meer toe leiden, dat er duizenden Turken naar Amsterdam komen. In plaats van op te komen voor hun positie kiezen de Amsterdammers tot nu toe voor een vlucht naar buiten de stad. In ieder geval zal een toetreding van Turkije een enorme invloed gaan hebben op het sociale, geestelijke, culturele en politieke klimaat in Europa. En de Turken staan dan vanaf het begin in Brussel, waar ze als grootste staat een grote invloed zullen uitoefenen. Die invloed wordt nog vergroot door de al bestaande Turkse populaties binnen de EU en de tientallen miljoenen etnische Turken op de Kaukasus en in Centraal-Azië. Zelfs in China zijn er etnische Turken, de Oejgoeren, die na eeuwen nog niet zijn geassimileerd en een gewapende strijd voeren tegen de Chinese overheid. Etnische Turken kunnen ook gemakkelijk het staatsburgerschap van Turkije verkrijgen.

De politici, die zo kortzichtig waren om zonder nadere overdenking ongebreidelde immigratie toe te staan, kwamen op een bepaald moment met het idee van de integratie op de proppen. Eerst wilde men daarbij het idee van een multiculturele samenleving letterlijk uitvoeren door iedere cultuur zoveel mogelijk zichzelf te laten zijn en niet uit te gaan van een dominante cultuur, die anderen een levenswijze zou moeten voorschrijven. Dat ging natuurlijk niet en toen kwam dan maar het begrip integratie uit de hoge hoed. Daarbij wordt er impliciet vanuit gegaan, dat integratie mogelijk en wenselijk is. En ook wordt er daarbij vanuit gegaan, dat dat geldt voor alle betrokken etnische groepen. De politici, die een opmerkelijk gebrek aan visie hebben getoond in de afgelopen decennia, zullen gezien hun staat van dienst ook nu wel een gebrek aan visie hebben. Het is dan ook maar helemaal de vraag, of integratie mogelijk is en zo ja of dat geldt voor alle etnische groepen. De islam is bijvoorbeeld een systeem, dat weinig inschikkelijkheid kent en de mentaliteit heeft van een koekoeksjong. Als er dan wordt ingezet op integratie zonder dat daar veel vraagtekens bij worden geplaatst, duidt dat eens temeer op een weinig doordachte visie.

De moslims hoeven in Amsterdam geen meerderheid te behalen om een zeer dominante invloed te verkrijgen. Door de totalitaire gezindheid en de kracht van de oemma is er bij moslims sprake van een samengebalde macht. Vele niet-moslims zullen zich bij een groeiende invloed van de moslims uit opportunistische of andere redenen daarop richten. Dit proces wordt nog versterkt, doordat de etnische groeperingen bij de keuze tussen de Nederlanders en de moslims toch vrij vaak geneigd zullen zijn de kant van de mede-allochtonen te kiezen. Bovendien zijn ze uit de landen van herkomst de systemen van dictaturen gewend en zullen ze zich hier dan ook niet al te sterk willen maken voor de democratie, temeer daar de Nederlandse Amsterdammers tot nu toe liever het hazenpad kozen dan zich sterk te maken voor de eigen positie. 

Echt liberale moslims zijn er nauwelijks. Het gros onderschrijft gewoon een systeem, dat duidelijk totalitaire trekken vertoont. Als de Nederlanders daar moeite mee hebben, dan zullen ze van de islam af moeten zien te komen. Gebeurt dan niet, dan wordt daarmee de basis voor een voortgaande verslechtering van het sociale, economische en politieke leefklimaat in Amsterdam gelegd. Geen blijde boodschap, maar het is niet anders.

Omdat ik voor de bestendiging van de Europese beschaving ben en al helemaal in Nederland en in de hoofdstad van Nederland, ben ik voor een ontvlechting van de islamitische en de westerse wereld, waarna de westerse wereld haar contacten met de islamitische wereld zou moeten beperken tot strikt noodzakelijke economische activiteiten, waarbij die activiteiten op een zodanige wijze zouden dienen te geschieden, dat de moslims die niet als een bedreiging voor hun levenswijze ervaren. Daaraan gekoppeld zou dan een daadwerkelijk effectief remigratiebeleid gevoerd moeten worden, waardoor de moslimpopulaties weer in de islamitische wereld belanden. In dit verband spreken over deportatie zou misplaatst zijn. In dat laatste geval gaat het om het overbrengen van een populatie naar een godverlaten plek, waar ze nooit verbleven heeft, terwijl het in het geval van de moslims juist gaat om het overbrengen, repatriëren van de populaties naar de eigen moslimlanden, waar Allah de scepter zwaait. Bij een verstandig beleid aan beide kanten moet het mogelijk zijn om over deze materie verdragen te sluiten tussen de westerse en islamitische landen. Als bron van inspiratie kan bijvoorbeeld het Lausanne Verdrag uit de twintiger jaren dienen, waarbij er 1.200.000 Turkse moslims vanuit Griekenland naar Turkije gingen en 500.000 Grieken vanuit Turkije naar Griekenland. Voorzover er nationale en internationale wetgeving bestaat, die daarbij een probleem vormt, zou eraan gewerkt moeten worden om die wetgeving aan te passen aan de moderne tijd, waardoor de problematiek kan worden opgelost.

Het argument, dat ze hier al vele jaren verblijven, doet geen opgeld. Vaak blijkt, dat ze bijvoorbeeld primair Marokkaan zijn en geen Nederlander. Daarmee onderstrepen ze, dat ze buitenlanders zijn. Verder hadden ze hier sowieso niet moeten zijn. Ze zouden na gedane arbeid teruggaan, dat was de opzet. Tegen de wil van de bevolking in is dat niet doorgegaan. Gezien de enorme impact op de Nederlandse samenleving dient alsnog rekening gehouden te worden met de wil van het volk. Geen enkel land met volk hoeft zomaar tegen zijn wil in toe te staan, dat het leefklimaat door invloeden van buitenaf grondig gewijzigd wordt, de beleving van de eigen identiteit wezenlijk wordt bedreigd en het leefgebied voor een aanzienlijk deel wordt ingenomen. 

Het argument, dat ze de Nederlandse nationaliteit bezitten via een Nederlands paspoort, zou ook niet moeten kunnen opgaan. Het paspoort was destijds voorafgaand aan de massale migratiestroom een uitdrukking van de nationaliteit en identiteit. Sinds de migratie is het primair een reis- en identificatiedocument. Het paspoort is dus gewoon nog niet aangepast aan de omstandigheden sinds de migratie. Dat zal gezien het belang met terugwerkende kracht alsnog moeten gebeuren, waardoor het weer de echte primaire betekenis krijgt en het dus primair de functie heeft om de nationaliteit en identiteit mee aan te geven. In beginsel zouden dan alleen Nederlanders met een duidelijk Nederlandse identiteit in aanmerking moeten komen voor een Nederlands paspoort.

Het wezenlijk veranderen van de samenleving tegen de wil van de bevolking, hoewel gelegitimeerd door de politici, is naar mijn mening te vergelijken met een proces van een sluipende vorm van verovering. Als Turkije lid zou worden van de EU zou dat proces nog eens een extra impuls kunnen krijgen.

Met de uitspraak van de Turkse expremier Erbakan, dat de islam Rome (Europa) gaat veroveren, lijkt hij voorlopig wel het gelijk aan zijn zijde te hebben. Zal ik dan maar als reactie hierop in navolging van de Romeinse staatsman, redenaar, wetenschapper en veldheer Cato de volgende uitspraak doen:

"Ceterum censeo Ankarem (Carthagonem) delendam esse".

In het geval van Cato heeft het mogelijk een vroegtijdig einde van het Romeinse rijk voorkomen.

Ik bedoel hierbij nu niet een letterlijke 'delendam' maar wel een tegengaan van de dreiging, die uitgaat van de woorden van Erbakan.

En is Amsterdam niet mede met andere steden zoals onder meer Parijs, Berlijn, Madrid, Londen, Brussel en Rome het Rome van deze tijd.

 

Mr. drs. J.J. v.d. Gulik

 

 

 

terug naar thuisblad van Heemland

naar Heemland 30, Turkije is niet Europees

terug naar Heemland 31, Het racistische spook

naar Heemland 31, Was de regering-Bush betrokken bij 9/11?


 

naar Heemland 31, Wat de regering Bush betrokken bij  9/11 ?