HEEMLAND 19 (kerst 2000)


BOEKBESPREKING


"De verwarde natie, dwarse notities over immigratie"

Van H.J. Schoo verscheen dit fijnzinnige bovengenoemde boekje, een verzameling artikelen en commentaren uit Elsevier met een voorwoord ‘Hollands drama’, dat begint met: "Deze bundel gaat over een natie die, zonder daar zelf hoegenaamd zeggenschap in te hebben gehad, in weinig jaren ingrijpend van samenstelling is veranderd". Hij raakt hiermee het onrecht van dit drama: de Nederlandse burgers mochten er niets over zeggen.

Middenin zijn bundel bespreekt hij zijn visie op het begrip natie en de Nederlandse natie in het bijzonder. Een natie ziet hij als een lotsgemeenschap met een unieke cultuur, welke cultuur, ‘wat mensen doen’, voor de deelgenoten zo vanzelfsprekend is dat ze hem als natuurlijk ervaren; cultuur is natuur geworden. Zo’n natie bestaat zelden uit een biologisch grotendeels homogene groep, terwijl toch van iemand bij verblijf in het buitenland vrijwel feilloos de nationaliteit voorspeld wordt; een psychologische kneedbaarheid ‘met de paplepel’ vanaf de prille jeugd. Amerikanen herken je van een afstand ongeacht hun genetiek. De natie is nuttig omdat ze sociale cohesie en psychische zekerheid verschaft: je hoort erbij.

De Verlichting liet een dubbele ideële erfenis na: rationalisme en romantiek. Rationalisme sluit in, benadrukt het algemeen menselijke, de gelijkheid van mensen. Romantiek sluit buiten, koestert het unieke en de verscheidenheid. "In de natiestaat, het politiek verband waarmee de Verlichting in de 19de eeuw staat en natie samenbracht en democratie mogelijk maakte, huizen altijd beide zielen:. "Staat en natie hebben elkaar nodig: zonder staat is er weinig geordende democratische samenleving. De democratie veroordeelt hen tot elkaar". Ze hebben elkaar nodig. "Als er geen langdurige relatie is tussen natie en staat of één van beide ontbreekt, ontstaat ‘strijd over wie het volk zijn en van wie de aanwezige staat is’.

De natiestaten zelf zijn een Europese uitvinding als uitvloeisel van de Verlichting. De oude veelal imperiale, supranationale ordening van voorheen werd ermee verdreven; in de 20ste eeuw ook de koloniale rijken overzee. In de tijd van de Republiek was Nederland een protestantse natie met sterke Hollandse dominantie. De grondslag van de huidige Nederlandse natie is in de 19de eeuw gelegd door de eenheidsstaat van het Koninkrijk der Nederlanden inbegrepen staats-Brabant en –Limburg door een proces van natievorming dat eigenlijk pas voltooid werd ná de Tweede Wereldoorlog, in de herdenking van deze oorlog, de opbouw van de verzorgingsstaat en de ontzuiling in de zestiger jaren. De verzorgingsstaat "ontpopte zich als krachtige geestelijke gelijkmaker" los van denominatie, de ontzuiler bij uitnemendheid.

Volgens Schoo is de sociaal-psychologische kern van het huidige natiebesef: non-discriminatie tengevolge van eindeloos herdenken van de Tweede-Wereldoorlog in één uitgelezen duiding. Het is antie-Duits en – hoewel paradoxaal natie-bevestigend – normatief fel antinationaal: afwijzen een eigen natie te zijn, laat staan "nationalistisch" te zijn. Het leidde (althans bij de moraliserende, gezaghebbende bovenlaag/mg) tot het ‘inclusiviteitsbeginsel’ met betrekking tot alwie zich aanmeldt bij de staat, hier aanbelandt.
Maar de verzorgingsstaat zelf kan slechts bestaan dankzij exclusiviteit, alleen bij het buitensluiten van wie niet tot het volk behoort. Onder druk leidt beider combinatie onvermijdelijk tot tegenstrijdigheid en onhoudbaarheid.

Door het buitensporige beroep op de verzorgingsstaat, welke zoals geschetst de sociale en politieke grondslag was van de huidige Nederlandse natie als geheel, is de overheid de sociaal-economische verzorgings-arrangementen, de solidariteit schielijk gaan afbouwen en zich gaan terugtrekken. De staat staat de economie terzijde. En de ‘markt’ is het middenveld aan het vervangen, de sociale en etnische ruimtelijke segregaties zijn voldongen, de culturele verdeling in consumptieven, conservatieven en islamieten gaat snel. Is Nederland nog wel een natie? Waarschijnlijk is er straks geen maatschappij, enkel slechts economie; zo oppert Schoo. "En leiden de segregaties al niet tot onzekerheid en strijd over volk en staat en wie erbij hoort/ mg"?

Aan het eind van zijn voorwoord, komt Schoo tot eendere conclusies als de redactie van Heemland: ‘Nederland schept ruimte’, zogenaamd dan. Nee, in Nederland gaat alles op de schop, om alle nieuwe mensen en bouwsels een plaats te geven. "De propaganda voor de multiculturele samenleving is eigenlijk een dringende oproep om te vergeten, tot collectieve amnesie". Over de onopgeloste kwestie der immigratie wordt politiek in deze hoogconjunctuur thans "niet meer ‘gezeurd’, tot de volgende laagconjunctuur". Uiteindelijk heeft Nederland zich toch te voegen naar de maat van een klein land zoals Denemarken, terwijl zijn elite mateloze ambities heeft! Het schadelijke grootheidsstreven zal in de uitgebreide EU dan als nog gecorrigeerd worden, "wat ons land ten goede zal komen" (Schoo).

Mart Giesen

 


Terug naar Heemland 2001, 19-22

Terug naar Heemland 2000, 15-19

Terug naar Hoofdblad Heemland

Terug naar Heemland 19, Ten geleide

 


Einde van Heemland 19

Naar Heemland 20, Ten geleide

e-post: heemland@heemland.nl