HEEMLAND 30
'Discrimineren is een mensenrecht'
De Vlaamse hoogleraar Matthias Storme staat op
de bres voor de persoonlijke vrijheid. Paradoxaal genoeg vindt hij daarin het
mensenrechtenactivisme tegenover zich. Storme verwijt hun simplisme en een
gebrek aan historisch inzicht. Op 27 januari krijgt de rechtsgeleerde de Prijs
voor de Vrijheid uitgereikt.
"Juridisch
worden wij meer en meer opgekweekt om simplistisch te denken. We zijn een
cultuur aan het creëren waarin de nuances, finesses en subtiliteiten van het
recht vervangen worden door een paar absolute principes 'waar toch niemand
tegen kan zijn?'. Want wie is er nu tegen antidiscriminatie, wie tegen
mensenrechten?" Matthias Storme (45) mag op 27 januari in Antwerpen de
Prijs voor de Vrijheid in ontvangst nemen. Daarmee treedt de Vlaamse
rechtsgeleerde in de voetstappen van Ayaan Hirsi Ali, die hem vorig jaar kreeg
uitgereikt. Het is een prijs voor mensen "die zich bijzonder
verdienstelijk hebben gemaakt voor de verdediging van de persoonlijke
vrijheid". Storme krijgt hem voor "zijn intellectuele moed" bij
het bestrijden van het "politiek-correcte conformisme in Vlaamse
intellectuele kringen en zijn vasthoudendheid in het bestrijden van wetgeving
die de vrijheid van meningsuiting ondermijnt", aldus de uitreikende
instantie, de klassiek-liberale club Nova Civitas.
De Antwerpse
hoogleraar en advocaat vestigde de aandacht op zich door de vergaande
Belgische antidiscriminatiewet aan te vechten wegens schending van het
grondwettelijke recht op vrije meningsuiting.
Storme: "Ik
heb een procedure opgestart bij het Belgisch Grondwettelijk Hof tegen de antidiscriminatiewet
en heb daarmee gedeeltelijk succes behaald. Ik was natuurlijk liever verder
gekomen, maar het is toch in ieder geval een stap vooruit dat de meest
verregaande punten van die wet door het Hof zijn afgevlakt. Overigens vind ik
het geen goede zaak dat je zo'n Hof nodig hebt om de politici op hun plaats te
zetten. De democratie zou gezond genoeg moeten zijn om dat zelf te doen."
Maar meer nog
viel Storme op door zijn vierkante veroordeling van het Vlaams Blok-arrest,
waarmee de Belgische rechter die partij tot een verboden organisatie maakte.
Vanuit de hoek van de gevestigde politiek kwam hem dat op veel kritiek te
staan.
Storme, laconiek:
"Die reacties zeggen natuurlijk minstens zoveel over degenen die ze
zeggen, als over mij."
Maar hij geeft wel toe dat hij zijn eigen kritiek op het Vlaams Blok-arrest ook stevig heeft verwoord: "Soms moet je een beetje uitdrukkelijker en scherper zijn dan intrinsiek noodzakelijk om gehoord te worden."
Europese
Grondwet
We spreken met
Storme op de Universiteit Antwerpen, op de dag dat het Europarlement met veel
fanfare de nieuwe 'Europese grondwet' aanneemt. Een nieuwe overwinning voor
het mensenrechten-simplisme?
Storme ziet weinig verschil meer tussen de theocratie in Iran en die van de
mensenrechten in West-Europa:
"In de Europese grondwet begint dit gevaarlijke vormen aan te nemen. In
het Handvest van de Rechten en Vrijheden staan gevaarlijke bepalingen, die nog
verder reiken dan gelijkaardige bepalingen uit het Europees Verdrag voor de
rechten van de Mens die nu reeds door het Europees Hof van de Rechten van de
Mens in Straatsburg misbruikt worden."
Een voorbeeld van
zo'n bepaling?
"Ik doel
natuurlijk niet op de eigenlijke fundamentele vrijheden, maar op algemene
bepalingen zoals het algemeen discriminatieverbod en de
anti-misbruikbepaling. Die bepalingen in het handvest kunnen nog meer schade
berokkenen dan de gelijkaardige bepalingen uit het EVRM (art. 17 EVRM), omdat
het handvest nog veel meer zogenaamde mensenrechten erkent.
Hoe meer rechten,
hoe minder ze waard zijn. Ieder recht perkt immers alle andere in. Dus hoe
meer rechten je toevoegt, hoe meer je de werkelijke basisrechten hebt
ingeperkt.
Allerlei rechten
hebben de status van mensenrecht gekregen: van het recht op betaalde vakantie
tot het recht op de toegang tot nutsvoorzieningen. De echt fundamentele
vrijheden worden daardoor ingeperkt.
Daarbovenop
komen dan bepalingen zoals die anti-misbruikbepaling die stelt geen van de
rechten en vrijheden gebruikt mogen worden om ook maar één van de rechten en
vrijheden af te schaffen of te beperken. Als dit op hetzelfde recht betrekking
heeft kan dit zinvol zijn: je mag de vrijheid van meningsuiting niet gebruiken
om diezelfde vrijheid af te schaffen.
Maar zoals het er
nu staat mag de vrijheid van meningsuiting zelfs niet gebruikt worden om het
recht op betaalde vakantie in te perken! Wat is dat dan voor een
vrijheid?"
Gruwelijk
Matthias Storme
vindt zijn eigen positie als verdediger van fundamentele vrijheden paradoxaal.
"Ik moet die verdedigen tegen hen die zich op die zogenaamde
mensenrechten beroepen om de fundamentele vrijheden te fnuiken."
Hij ziet grote
gevaren voor de persoonlijke vrijheid. "Ik vind de hele antidiscriminatiewetgeving
toegepast op private personen gewoon fout als juridisch uitgangspunt. Het is
een fundamenteel gebrek aan onderscheid tussen privaat en publiek, tussen
overheid en niet-overheid. Het verdwijnen daarvan is het kenmerk van de
totalitaire staat.
Men zegt immers:
het gebruik van de vrijheid moet gerechtvaardigd worden, terwijl het juist het
ingrijpen in de vrijheid van de kant van de overheid is, dat telkens opnieuw
gerechtvaardigd moet worden. Anders kom je op totalitaire redeneringen uit.
De grenzen die
men stelt aan de vrijheid van handelen, moeten gebaseerd zijn op objectieve
rechtsnormen, en niet daarop of men erin slaagt om elk onderscheid dat men
maakt ook in de ogen van de rechter waarvoor men gedagvaard wordt redelijk te
verantwoorden.
Bepaalde soorten
gedragingen aanvaarden wij als zodanig niet in de samenleving, ongeacht
tegenover wie. Diefstal is strafbaar omdat het diefstal is, en niet omdat je
daarmee de bestolene discrimineert tegenover andere mensen.
Maar volgens
sommige
vandaag is discriminatie veel erger dan een ander misdrijf (zie verder mijn
commentaar bij het Vlaams Blok arrest), en krijg je dus dit soort kromme
redeneringen om strafbaarstellingen te rechtvaardigen. Nog vaker vind je dat
bij strafverzwaringsgronden.
Ik vind het bijvoorbeeld gruwelijk dat in ons strafwetboek de straf voor een moord, verwonding, diefstal en dergelijke verschilt, naargelang de motieven voor die moord. Als het moordmotief racistisch is, wordt je strenger gestraft, dan iemand die uit willekeur moordt. Dat betekent dat iemand die zonder reden vermoord wordt, minder beschermd wordt dan iemand die vermoord wordt om zijn godsdienst, huidskleur of politieke overtuiging. Zo ver zijn we al doorgeslagen."
Discrimineren
als mensenrecht
De
antidiscriminatiewetgeving in België heeft een draconische reikwijdte.
"Zodra men de strikte privé-kring uitgaat, dus ook in het café, zijn je
uitlatingen juridisch gecontroleerd en ingeperkt. Alles is onderworpen aan het
discriminatieverbod. Dat klinkt allemaal heel mooi, maar het betekent dat de
rechtsorde kan verlangen dat de burger ieder woord mag rechtvaardigen dat hij
in een maatschappelijk omgeving uitspreekt.
Discriminatie is
zo ruim gedefinieerd, dat daaronder elke ongelijke behandeling valt, op
welke grond dan ook. Nou ja, wat je ook doet in je leven, je zult mensen
altijd ongelijk behandelen, en meestal zonder kwade opzet.
Om het scherp te
stellen heb ik provocerend maar heel bewust gesteld dat het recht om te
discrimineren een fundamenteel mensenrecht is. Dan zeggen mensen: 'Je bedoelt
zeker het recht om bepaalde gerechtvaardigde keuzes te maken?'
Nee! Ik bedoel
juist het recht om keuzes te maken zonder die te hoeven rechtvaardigen.
Het is essentieel
voor een democratische samenleving dat het recht je niet kan verplichten
alles wat je doet, objectief te rechtvaardigen en te laten toetsen door een
rechter aan de hand van weet ik veel welke ideologische opvattingen of
heersende moraal."
Dubbelzinnig
en hypocriet
"Juist om
deugden als verantwoordelijkheid, trouw, solidariteit en dergelijke een kans
te geven, moet je mensen de vrijheid geven. Die deugden passen niet in een
juridische logica. Een werkgever die sollicitanten beoordeelt, kan juridisch
alleen maar die persoon in dienst nemen die volgens de normen van de
rechtsorde het meest geschikt is. Dat betekent dat je als werkgever niet meer
kunt doen, wat mijn overgrootvader deed. Namelijk de vraag stellen: wie van de
sollicitanten heeft dit werk het hardste nodig? Wie heeft er bijvoorbeeld een
groot gezin?
Er zijn dus
allerlei vormen van zinvolle solidariteit die onmogelijk worden in samenlevingen
die, net als Nederland, in hun Grondwet als artikel 1 het antidiscriminatiebeginsel
plaatsen. En die het niet alleen toepassen op de overheid, waar het op zijn
plaats is, maar ook op private verhoudingen.
Want nooit heb ik
aangevochten dat de overheid verplicht is tot gelijke behandeling. Daar is het
namelijk de keerzijde van haar monopoliepositie. Het antidiscriminatiebeginsel
moet dus evenzeer gelden voor grote organisaties die een monopoliepositie
bezitten.
Ik vind het
echter een onding, zodra het ook toegepast wordt op het handelen van privé-personen
zonder zo'n monopoliepositie."
Eigen
legitimiteit
"De vrijheid
van de burgerlijke samenleving is de essentie van scheiding van kerk en staat:
dat de staat niet één religie of moraal mag opleggen, dat er een onderscheid
is tussen recht en fatsoen. Het is een heel oud principe uit het Romeinse
tijd. Toen al stelde men dat er twee orden zijn die elk hun eigen legitimiteit
hebben. De juridische orde heeft een eigen legitimiteit; die kan niet worden
teruggebracht tot zijn overeenstemming met de morele orde.
Omgekeerd gelden
er in de morele orde aanspraken en verantwoordelijkheden die niet
teruggebracht kunnen worden tot de rechtsorde. Simplistische geesten noemen
dat hypocriet. Het wordt niet meer begrepen.
Men beschouwt dat
als dubbelzinnig, terwijl het essentieel is voor een pluralistische maatschappij.
Het recht is in necessariis unitas: als het absoluut noodzakelijk is dat
regels voor iedereen geldig zijn, moet je die maken, maar in dubiis libertas:
de moraliteit vereist een vrijheid om moreel te kunnen handelen.
De vrijheid van
meningsuiting is per definitie de vrijheid om een afwijkende mening te uiten,
dus een mening die mogelijk vanuit een andere moraliteit als immoreel worden
beschouwd.
Eén van de
grootste negentiende-eeuwse juristen, Friedrich Carl von Savigny, heeft dat
schitterend uitgedrukt: 'het recht dient de moraliteit niet door haar gebod op
te leggen maar door de mensen een ruimte van vrijheid te geven, een ruimte
zonder dewelke hij niet moreel kán handelen'1.
Ik vind dat een grondslag van onze rechtsorde, die zwaar onder druk is komen
te staan."
Homofoob
"Ik ben
ervan overtuigd dat antidiscriminatiewetgeving zeer nadelig is voor
een open samenleving. Het zet er een domper op.
Wie dat kan, zal
zijn activiteiten zoveel mogelijk van de samenleving gaan afschermen en strikt
privé houden, als men de bemoeizucht van de overheid niet wenst. Een
voorbeeld: wanneer ik publiekelijk een appartement wil verhuren, kan ik door
om het even welke gefrustreerde kandidaat-huurder voor de rechter gesleept
worden en verplicht worden te rechtvaardigen waarom een ander het gekregen
heeft.
Als ik dan
toegeef dat ik iemand de huur gegund heb, omdat ik hem aardiger vind of omdat
hij het harder nodig heeft, riskeer ik het voor de rechter te verliezen.
Slechts als ik er een zuivere winstlogica op na hou, win ik het voor de
rechter probleemloos. Alleen dáár is juridisch niets tegen in te brengen. Is
dat soms wat het antidiscriminatie-activisme wil?
Intussen zal ik
er wel voor oppassen mijn appartement nog openlijk aan te bieden. En dat
betekent weer dat wie niet in mijn netwerk zit, geen kans krijgt. De
uiteindelijke slachtoffers van de antidiscriminatiewet zijn precies die
zwakken, voor wie hij officieel gemaakt is."
Volgens Storme
spinnen wel de goed georganiseerde minderheidsgroepen garen bij de
antidiscriminatie-wetgeving.
"Via de antidiscriminatiewetgeving bouwen die hun machtspositie
in de samenleving uit. Zo kunnen zij belangrijke overheidsposities in handen
krijgen en aan cliëntelisme doen. Hoewel ik met geen woord van hen gerept
had, hebben de homo-organisaties mij hierop zwaar aangepakt. Vanwege die
uitspraak, voelden zij zich blijkbaar zo betrapt, dat zij mij genomineerd
hebben als 'homofoob' van het jaar."
Voorkeursbehandeling
"Ik heb een
Franstalige collega, die op sommige vlakken heel andere denkbeelden heeft,
duidelijk aan de linkerzijde van de politiek. Een heel integer man, Philippe
van Parijs. Hij heeft eveneens problemen met de antidiscriminatie, omdat hij
vindt dat het meritocratie bevestigt: het geeft aan wie al heeft.
Als je steeds de
meest geschikte persoon een functie moet geven, is het diegene die al het
meest heeft die nog méér krijgt. Dan kun je wel weer zeggen dat je positief
kunt discrimineren, maar ten eerste is er aangetoond dat positieve
discriminatie opleggen achtergestelde groepen uiteindelijk niet helpt.
Bovendien geraak
je moreel volledig in interne contradicties verstrikt: je kan niet de (non)discriminatie
opleggen en tegelijk aan zogezegde positieve discriminatie doen. Positieve
discriminatie houdt in dat iemand bevoordeeld wordt, niet omwille van zijn
persoonlijke noden, maar omdat hij tot een achtergestelde groep behoort
(eufemistisch wordt dit ook doelgroepenbeleid genoemd).
De
rechtvaardiging daarvan - anders dan van een normaal sociaal beleid ten gunste
van de zwakkeren als personen - wordt dan vaak gevonden in een historische
Wiedergutmachung voor fouten uit het verleden. Zwarten in de VS worden
bevoordeeld, niet omdat ze individueel sociale noden hebben, maar omdat hun
voorouders gediscrimineerd werden en dit dus nu door omgekeerde
discriminatie dient te worden rechtgezet, zelfs al gaat het om afstammelingen
in de vijfde of verdere generatie.
Zoals een
Amerikaanse kennis aantoonde, is dit absurd. Immers, ook vrouwen vormden een
achtergestelde groep; en dus moeten we iedereen die van een vrouw afstamt
positief discrimineren vergeleken met wie daar niet van afstamt ... . De
absurditeit hiervan is iets duidelijker, maar niet groter dan in de andere
gevallen".
Verplichte
moraliteit
"Ik zie nog
een andere schadelijke ontwikkeling. Een bepaalde seculiere moraal, voor een
groot deel anti-religieus, heeft in de open samenleving vanuit democratisch
oogpunt terecht de vrijheid gekregen zich te verbreiden, maar deze is er ook
in geslaagd de wetgeving naar zijn hand te zetten. En daar sta ik wat
genuanceerder tegenover.
Kijk, als iets
met democratische middelen tot stand is gebracht, moet ik dat als democraat
tot op zekere hoogte accepteren. Je kan bijvoorbeeld vinden dat
echtscheiding een kwalijke zaak is, maar dat betekent niet dat als een
democratische meerderheid dat invoert, daarmee de rechtsorde immoreel wordt.
Ook dan aanvaard ik het onderscheid tussen recht en moraliteit.
Wat we vandaag
echter zien - en Buttiglione staat daar voor mij symbool voor - is dat die
antireligieuze moraliteit eerst de wetgeving aan zijn wensen heeft aangepast,
en nu ook een verplichte moraliteit wordt in de samenleving. Dat je een
crimineel wordt, niet omdat je de wet niet respecteert, maar omdat je er een
afwijkende mening op na houdt, die je uitdraagt zonder de wet te overtreden.
Men gaat wetten maken waarin men ook de gedachten en morele opvattingen gaat verbieden of minstens negatief sanctioneren. Zo zie je dat de scheiding van kerk en staat wordt afgeschaft door de staat, die zich meer en meer wil bemoeien met terreinen die volgens traditionele opvattingen niet de zijne zijn, maar die van de burgerlijke samenleving. En met burgerlijke samenleving bedoel ik niet alleen de kerken, maar alle organisaties op grondslag van vrijwilligheid, waar men vrij is toe te treden en uit te treden - dit in tegenstelling tot de staat tegenover wie je niet het recht hebt om eruit te treden en aan wiens regels je onderworpen bent zolang je op diens territorium verblijft."
Islam
"Dat laatste
criterium zou volgens mij ook veel meer op de voorgrond moeten worden gebracht
in het debat met en over de Islam. Want het probleem bij de islam is voor mij
net zomin als bij andere religies welke opvattingen zij hebben over een aantal
persoonlijke en maatschappelijke vraagstukken. Ik vind dat moslims volkomen
het recht hebben om er in onze ogen archaïsche denkbeelden op na te houden,
ook over de verhouding tussen mannen en vrouwen.
Er is echter een
veel fundamentelere eis waaraan we moeten vasthouden ten aanzien van de islam:
aanvaardt men het recht van elke moslim om uit de islam te treden? Als men dit
zonder voorbehoud aanvaardt, moet men ook de vrijheid hebben om welke
opvatting ook te koesteren en te verkondigen. Let wel: ik zeg opvatting. Het
betekent natuurlijk niet dat je je vrouw mag slaan.
Omgekeerd heeft
de staat er zich niét mee te moeien wie door een religie, genootschap of
vereniging
als lid wordt toegelaten of erkend, en wie niet.
Deze
onthoudingsplicht van de staat als keerzijde van de grondslag van
vrijwilligheid van verenigingen in de burgerlijke samenleving is het fundament
van de scheiding van kerk en staat. En dat staat nu zwaar onder druk, ja
eigenlijk is die scheiding door de antidiscriminatiewet van staatswege
afgeschaft."
Krankzinnig
arrest inzake het Vlaams Blok
"U vraagt
wat ik onaanvaardbaar vond aan het Vlaams Blok-arrest en of het de taak niet
is van de rechter om de wet toe te passen?
Welnu, de
antiracisme- en antidiscriminatiewetgeving is schandelijk, en de eerste
verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de politici die ze gemaakt hebben, of
te laf waren ze tegen te houden. Maar het is de plicht van de rechter om die
schandelijke wetgeving zoveel mogelijk terzijde te schuiven, in plaats van ze
nog uit te breiden buiten de letter van de wet en zo op een nog schandelijker
manier toe te passen.
In de Vlaams
Blok-zaak hebben twee rechtscolleges beslist dat het een politiek proces was
dat niet in een rechtbank thuishoorde. Tenslotte heeft men een derde
rechtscollege gevonden dat op 21 april 2004 een van haat vervuld arrest
heeft geveld dat strijdig is met de meest fundamentele vrijheden.
Volgens dat
arrest is het loutere feit van het in het openbaar een pleidooi houden voor
een wetswijziging die een niet gerechtvaardigd onderscheid maakt op basis
van nationaliteit (dus nog niet eens ras of etnische afkomst) - ongeacht of
dit in hatelijke bewoordingen gebeurt of niet - voldoende om veroordeeld te
worden wegens aanzetten tot racisme, is een vereniging die dit herhaaldelijk
doet een criminele racistische organisatie en is iedereen die zo'n
organisatie ondersteunt, ongeacht op welke wijze, dus ook zonder aan die
discriminerende voorstellen te hebben meegewerkt, een misdadiger. Dat is dus
krankzinnig.
Er is dus zelfs
geen medeplichtigheid aan het zogezegde misdrijf vereist om zelf als crimineel
te worden veroordeeld. Bij moord of diefstal moet medeplichtigheid worden
aangetoond vooraleer je strafbaar bent, maar wanneer het om politiek
incorrecte voorstellen gaat, dan ben je al een crimineel door op welke wijze
ook met de vereniging mee te werken.
“In naam van de
vrouw, de homo en de allochtoon”, luidde een boek van Bart Croughs2,
en inderdaad, zij hebben de positie van God ingenomen: hun majesteit schenden
is blijkbaar erger dan moord, diefstal en corruptie, allemaal misdrijven
waarvoor leden van andere politieke partijen in België zijn veroordeeld.
Ik vind het een
grote schande dat zo'n uitspraak niet alleen gedaan wordt door een kamer van
een gerechtshof, maar ook nog door het hoogste burgerlijk rechtscollege, het
Hof van Cassatie, bevestigd wordt3.
Ongehoord, zeker
als je de kromme redenering ziet waarmee dat Hof zich onttrekt aan de
wettelijke verplichting om daarover het Grondwettelijk Hof te raadplegen, dat
gelijkaardige wetgeving kort voordien strijdig had verklaard met de grondwet
en de fundamentele vrijheden.
In elk geval, de
definitie van racisme is zo ruim geworden en de ruimte voor subjectieve
interpretatie zo groot, dat iedereen met de racismeknuppel kan worden
neergeslagen als je maar de juiste rechter vindt.
En dat concept
van strafbare medewerking, een soort stalinistische Sippenhaft, komt erop neer
dat wanneer je een vervolgde vereniging steunt door hun vrijheid van
meningsuiting te verdedigen, je daardoor alleen al zelf een racist bent. Wat
een vervuiling van het debat!
Ik heb de indruk
dat in Nederland het tij op dat punt wel gekeerd is en er weer een grotere
openheid van debat is. Niet dat alles even zindelijk is wat er gezegd wordt,
maar het loden gordijn dat nog over België ligt, is bij jullie
opgeruimd".
Maakbare
samenleving
Matthias Storme
vindt het geval Buttiglione zeer veelzeggend: "Hij wilde perfect de wet
naleven. Hij was bereid om zijn gedragingen aan de burgerlijke wet aan te
passen, maar niet om zijn gedachten te laten koloniseren. Finkelkraut spreekt
terecht van een tolerantie die alleen nog zichzelf tolereert4.
Echte tolerantie
wordt zo onmogelijk. Want als je alle opvattingen ter wereld en van onze eigen
geschiedenis op dat Procrustesbed van de antidiscriminatiewetgeving legt,
kun je niet anders dan tot de conclusie komen dat de hele wereld en heel onze
geschiedenis xenofoob, vrouwonvriendelijk, homofoob enzovoort is en dus
crimineel. Je gaat andersdenkenden niet meer zien als mensen met een andere
mening, maar als criminelen.
Geschiedenis
wordt dan een permanente waarschuwing om er toch maar vooral niet meer die
achterlijke denkbeelden uit het verleden op na te houden5.
Een politiek instrument, om de nieuwe mens te creëren voor de maakbare
samenleving die men op het oog heeft."
Rem
op nieuwlichterij
"Nederland
kent geen Grondwettelijk Hof, dat wetten toetst aan de Grondwet. Wel, ik zou
zeggen: hou dat zo! De toetsing van wetten aan de grondwet gaat terug op de
doctrine van Engelse rechters die meenden dat de koning en het parlement niet
bevoegd waren om het traditionele common law te veranderen (sir Edward Coke
als rechter in Dr. Bonham’s case in 1610). In Engeland heeft deze leer
het niet gehaald, en geldt nog steeds de tegenovergestelde doctrine van
Sovereignty of Parliament, maar in Amerika ten dele wel: de Hoven oordeelden
dat de basisbeginselen van de bestaande rechtsorde gevrijwaard waren tegen
wijzigingen door politici6.
Maar zodra men
aanvaardt dat de politici die grondwet zelf kunnen wijzigen en daar allerlei
nieuwe principes en doelstellingen kunnen inschrijven, zoals non-discriminatie
en sociale en culturele grondrechten, wordt het principe geperverteerd in zijn
tegendeel. Nu gaat men omgekeerd eeuwenoude regels en instellingen - zoals
het huwelijk - toetsen aan die recente politieke creaties. En op basis dáárvan
traditionele regels en instellingen vernielen.
Dit is exact het
omgekeerde van wat de judicial review van wetten oorspronkelijk inhield. Van
een rem op nieuwlichterij, hebben ze een instrument tot het vernielen van
tradities gemaakt.
Je ziet nu dat er
eigenlijk geen verschil meer is tussen onze grondwettigheidtoetsing en de
Iraanse republiek, waar elke wet voorgelegd moet worden aan de Raad van
Wachters van de Revolutie. Die moet beoordelen of de nieuwe wet al dan niet in
strijd is met de hoogste beginselen van de staat. Dit is exact hetzelfde
systeem als in Frankrijk. Daar kan een wet pas worden afgekondigd nadat er een
controle heeft plaatsgevonden door de Conseil constitutionnel, een niet
verkozen orgaan. Die toetst nieuwe wetten aan de Grondwet en de mensenrechten,
of liever, aan zijn interpretatie daarvan."
Ottomaanse
Rijk
"Een van de
schandelijke arresten van het Hof voor de Mensenrechten in Straatsburg is het
arrest van 13 februari 2003 inzake de Refah-partij, de vroegere partij van de
huidige Turkse premier Erdogan, die nu alom op handen wordt gedragen als een
groot democraat. Dat is de man wiens vroegere partij verboden is door de
Turkse overheid. Dat verbod is tot tweemaal toe door het Hof van Straatsburg
gebillijkt. Men vond dat Erdogans partij zou hebben opgeroepen tot geweld.
Maar het bewijs
daarvoor was bijzonder mager. Men citeerde toespraken van de toenmalige
partijleiders die het over Jihad hadden. Dat vond men voldoende bewijs.
Terwijl bij ons alle politiek-correcte commentaren diets maken dat Jihad ook
gewoon inspanning kan betekenen en niet noodzakelijk heilige oorlog.
Nog veel erger
vind ik dat het feit dat deze partij verboden werd omdat ze voorstander was
van het herinvoeren van afzonderlijk regels inzake personen- en
familierecht, al naar gelang de groep waartoe men behoort. Dus: islamitisch
recht voor de moslims, christelijk voor de christenen, joods voor de joden.
Dat is het fameuze Milletler-systeem van het Ottomaanse rijk, dat door een
aantal van mijn collega's zo geroemd wordt als een model van grote tolerantie.
Dat die partij
dit systeem opnieuw wilde invoeren en dus verschillende regels wilde doen
toepassen voor verschillende mensen, die soms ook onderscheid maakten tussen
mannen en vrouwen, was voldoende om die partij te mogen verbieden.
En tegelijk wordt
Erdogan twee jaar later in Straatsburg met grote sier binnengehaald. Dat kan
er bij mij niet in. Het binnenhalen van Turkije in de EU vind ik een complete
miskleun.
Maar omgekeerd
vind ik het arrest waarbij de partij van diezelfde man verboden wordt,
eveneens een miskleun, minstens in de motivering. Daar zie je weer zo'n
wonderlijke tegenspraak in het moderne 'verlichte' denken.
Enerzijds houdt
men ons het islamitische tolerantiemodel, zoals het bijvoorbeeld in het
moorse Spanje heeft bestaan, ter bewondering voor. Anderzijds is precies dat
model door het Europese Hof in Straatsburg in radicale termen veroordeeld,
toen een partij dit maar durfde voorstellen. Waarna de Europese politici de
leider van die intussen onder een andere naam heropgerichte partij, inmiddels
premier van Turkije, als groot democraat Europa binnenhaalt."
Zinvolle
indeling
"Het
politiek complot - niet in de betekenis van bewuste samenzwering - dat ik
vandaag zie domineren drukt zich uitstekend uit in het woord 'paars'.
Liberalen en socialisten hebben elkaar gevonden in hun tegenpolen.
De klassiek
liberaal democratische samenleving ging uit van een vierdeling van
maatschappelijk sferen: namelijk familie, overheid, markt en de burgerlijke
samenleving. Die laatste had een bepaalde taak te vervullen door vrijheid
van vereniging, van meningsuiting en drukpers.
Eén van de
belangrijkste taken van het recht was niet uit te maken wat er binnen die
sferen gebeurde, maar om ze van elkaar af te bakenen en ervoor te zorgen dat
elk op zijn eigen terrein bleef. Bijvoorbeeld om te voorkomen dat de
economische logica de staat ging overheersen, of de burgerlijke samenleving.
Om te voorkomen dat de menselijke verhoudingen niet vermarkt en
gemonetariseerd zouden worden.
Natuurlijk heeft
dat nooit perfect gefunctioneerd, maar het is nog altijd een zeer zinvolle
indeling."
Paars
complot
"Een
bepaalde versie van 'Paars' heeft aan dit verlichte liberale denken een einde
gemaakt. De huidige logica is: versterk de staat en versterk de markt ten
koste van de burgerlijke samenleving. Want de staatslogica is
antidiscriminatielogica. De logica van de markt is die van de winst, en
die heeft geen moeite met gelijkheid, voor zover die meritocratisch is.
Ik zat vorig jaar
in een debat voor de Europese verkiezingen. De gang van dat debat was heel
voorspelbaar. De socialiste zei: wij willen meer staat, en de liberaal: wij
willen meer markt.
Ik zei: het lijkt
alsof die twee hier tegenover elkaar staan, maar eigenlijk hebben ze elkaar
gevonden. Want de ontwikkeling van de jongste decennia is zowel meer overheid
als meer markt, ten koste van de burgerlijke samenleving, de vrijheid van
onderwijs, vereniging en godsdienst.
De
christendemocratie heeft dit helaas niet gezien en is hierin meegegaan.
Totdat ze zelf zagen: hola, het gaat te ver.
De vermarkting
van het menselijk leven heeft zij voor een groot deel laten gebeuren, evenals
de verstaatsing van de burgerlijke samenleving.
Natuurlijk zijn
er in de christen-democratie altijd mensen geweest die dat zagen. Die zijn er
echter niet in geslaagd dat tegen te houden. Men is erin gelopen. Anders dan
in Duistland hebben de Belgische en Nederlandse christen-democraten zelfs
mede die monsterlijke antidiscriminatiewetten
gemaakt, waar de Duitse christendemocraten nu hard tegen vechten.
De overheid heeft
daardoor het grootste deel van de burgerlijke samenleving ingepalmd. De
liberalen hebben dit aanvaard in ruil voor de privatisering van de
overheidsbedrijven en een zekere deregulering van de markt. Het middenveld
was toch al hun terrein niet, maar dat van de christendemocratie. Dat is het
paarse 'complot' van de laatste decennia: gelijkheid en economische vrijheid
bevorderen ten kosten van de andere menselijke waarden."
Henk Rijkers in gesprek met prof. Matthias Storme
Noten
1.
"Das Recht dient der Sittlichkeit, aber nicht indem es ihr Gebot
vollzieht, sondern indem es die freye Entfaltung ihrer, jedem einzelnen Willen
innewohnenden Kraft sichert." (F.C. Savigny "Das System des heutigen Römischen Rechts, I“,
p. 331).
2.
Arbeiderspers, gedeeltelijk te vinden op www.euronet.nl/users/bc/boek/solli.html.
3.
op 9 november 2004 - dezelfde datum als de bolsjevistische revolutie, de
mislukte putsch van Hitler, de Kristallnacht en de val van de Berlijnse Muur
...
4.
Onder meer in De Groene Amsterdammer, 2 december 1998: "Tolerantie:
de laatste tiran?", te vinden op www.groene.nl/1998/49/af_tolerantie.html.
5.
zie hierover "Gebruik en misbruik van geschiedenis", www.storme.be/opsomer2002-storme.html.
6.
in Virginia in 1782 en North Carolina in 1787. Ik dank deze verwijzingen
aan R.C. van Caenegem : “Historical
considerations on judicial review and federalism in the United States of
America, with special reference to England and the Dutch Republic“,
te vinden op www.kvab.be/publicaties/publicaties.htm.
© Katholiek Nieuwsblad, 21 januari 2005
©
2005 Katholiek Nieuwsblad |
terug naar thuisblad van Heemland
naar Heemland 30, Turkije is niet Europees